ECLI:NL:RBLIM:2018:8310

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
3 september 2018
Publicatiedatum
3 september 2018
Zaaknummer
C/03/252699 / KG ZA 18-395
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verwijdering van een onrechtmatig bericht en rectificatie in het kader van merkinbreuk en onrechtmatig handelsnaamgebruik

In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding, vordert eiser in conventie, verweerder in reconventie, de vennootschap onder firma [handelsnaam], gevestigd te [vestigingsplaats 1], van de vennootschap onder firma [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], gevestigd te [vestigingsplaats 2], een verbod op het gebruik van een op Facebook geplaatst bericht dat als onrechtmatig wordt beschouwd. Dit bericht bevat beschuldigingen van fraude en onterecht gebruik van merknamen, wat volgens eiser schadelijk is voor zijn reputatie. De zaak draait om de merkrechten van de merken [naam merk 1], [naam merk 2] en [naam merk 3], die door gedaagde zijn geregistreerd bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom. Eiser stelt dat hij het woord [naam merk 3] op zijn etiketten gebruikt, maar dat dit niet onrechtmatig is, aangezien hij zich aan de regels houdt omtrent geografische aanduidingen. De voorzieningenrechter oordeelt dat het gebruik van het woord 'fraude' in het Facebookbericht niet onrechtmatig is, en dat de vorderingen van eiser worden afgewezen. In reconventie wordt eiser veroordeeld om het gebruik van het merk [naam merk 3] te staken, omdat hij inbreuk maakt op de merkrechten van gedaagde. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van eiser in conventie af en compenseert de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/252699 / KG ZA 18-395
Vonnis in kort geding van 3 september 2018
in de zaak van
[eiser in conventie, verweerder in reconventie], h.o.d.n.
[handelsnaam],
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. R.J. Kramer,
tegen
de vennootschap onder firma
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. G.S.C.M. van Roeyen.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de akte overlegging producties van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] (producties 1 tot en met 20)
  • de conclusie van eis in reconventie met producties (producties 1 tot en met 23)
  • de aanvullende producties van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (producties 24 tot en met 29)
  • de aanvullende productie van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (productie 30)
  • de vermeerdering van eis in conventie van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] met aanvullende producties (producties 21 en 22)
  • de mondelinge behandeling op 23 augustus 2018
  • de pleitnota van [eiser in conventie, verweerder in reconventie]
  • de pleitnota van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn dichtbij elkaar gelegen wijngaarden in de gemeente [vestigingsplaats 2] , waar commerciële wijnteelt plaatsvindt.
2.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is in 1991 begonnen met wijnteelt. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is daarmee gestart in 2009.
2.3.
Het (beeld)merk ‘ [naam merk 1] ’, het (beeld)merk ‘ [naam merk 2] ’ en het (woord)merk ‘ [naam merk 3] ’ zijn sinds respectievelijk 1997, 2010 en 2017 door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ingeschreven bij het Benelux-Bureau voor de intellectuele eigendom.
2.4.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vermeldt sedert (om en nabij) 2015 op de etiketten op de voorzijde van zijn wijnflessen het woord [naam merk 3] (midden onder).
2.5.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft op 23 mei 2018 een bericht op zijn eigen Facebookpagina gepubliceerd dat als volgt luidt:
‘FRAUDE LET OP !!! Aan alle horeca eigenaren, horecamedewerkers en wijnliefhebbers.
Sedert geruime tijd worden wij geconfronteerd met steeds meer klachten over afgebeelde wijnen, en dat deze niet deugen.
LET OP !!! Het gaat hierbij om FRAUDE…
Dit is geen wijn van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] of van de hellingen van de [plaats] al doet het etiket dit vermoeden doordat er [naam merk 3] op staat en dat deze afkomstig zou zijn van “de zuidelijke hellingen van de [plaats] ”
Het desbetreffende bedrijf lift ten onrechte mee op onze gerespecteerde en wettelijk gedeponeerde naam. GRAAG DELEN.’

3.Het geschil in conventie

3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert bij vonnis, zo ver mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, na vermeerdering van eis:
Primair
1. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te gebieden het bericht getiteld “FRAUDE LET OP !!! Aan alle horecaeigenaren, horecamedewerkers en wijnliefhebbers” etcetera binnen 24 uur na
betekening van het in deze procedure te wijzen vonnis van Facebook en eventuele andere
sociale media te verwijderen en verwijderd te houden;
2. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te gebieden de volgende tekst binnen 24 uur na betekening van het in
deze procedure te wijzen vonnis van Facebook en eventuele andere sociale media te plaatsen:
RECTIFICATIE
Onlangs hebben wij een bericht over [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te [plaats] op onze
Facebookpagina geplaatst, waarin wij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ten onrechte van fraude
hebben beschuldigd. Dit bericht was onrechtmatig jegens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . [eiser in conventie, verweerder in reconventie]
is wel degelijk gelegen te [plaats] en voldoet aan de daaraan te stellen
kwaliteitseisen. Wij verzoeken u dit bericht zo veel mogelijk te delen;
en dit bericht op haar briefpapier aan haar 25 belangrijkste relaties te sturen, met
gelijktijdige afschriften aan de advocaat van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te verbieden om nogmaals op basis van dezelfde verwijten aan derden mede te delen dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] fraude pleegt;
3. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te gebieden al haar bezoekers-, lees- en andere statistieken
met betrekking tot het gewraakte bericht over [eiser in conventie, verweerder in reconventie] binnen één week na
betekening van het in deze te wijzen vonnis aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te verstrekken;
4. te bepalen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bij overtreding van enig onderdeel van de onder 1 tot en met 3 genoemde veroordelingen een dwangsom verbeurt van € 10.000,00 en van
€ 1.000,00 voor elk(e) dag(deel) dat de overtreding voortduurt, met een maximum
van € 100.000,00.
Subsidiair
elke andere voorziening te treffen die de voorzieningenrechter in goede justitie
passend acht en die recht doet aan de belangen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
Primair en subsidiair
1. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen in de kosten van deze procedure (en de redelijke en
evenredige gerechtskosten als bedoeld in artikel 1019h Rv voor zover de zaak
betrekking heeft op de merkrechten van [naam merk 3] ) met bepaling dat, als deze
kosten niet binnen zeven dagen na dagtekening van het in deze procedure te wijzen vonnis
worden voldaan, daarover vanaf de achtste dag na dagtekening van het vonnis,
wettelijke rente is verschuldigd.
2. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen in de nakosten als bedoeld in artikel 237 lid 4 Rv tot een bedrag van € 157,00 zonder betekening, verhoogd met een bedrag van € 82,00 ingeval van betekening, met bepaling dat, als deze kosten niet binnen zeven dagen na de dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis worden voldaan, daarover vanaf de achtste dag na betekening van het vonnis wettelijke rente is verschuldigd.
3.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
( i) [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te bevelen met onmiddellijke ingang na betekening van het vonnis ieder gebruik te staken en gestaakt te houden van de merken - en van daarmee overeenstemmende tekens - van eiseres in reconventie ( [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ), te weten ‘ [naam merk 1] ’ (ingeschreven bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom onder nummer 0652280), ‘ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ’ (ingeschreven bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom onder nummer 0886832) en ‘ [naam merk 3] ’ (ingeschreven bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom onder nummer 1023037);
(ii) [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te bevelen met onmiddellijke ingang na betekening van het
vonnis ieder gebruik te staken en gestaakt te houden van de handelsnaam van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , meer in het bijzonder van de handelsnaam ‘ [eiser in conventie, verweerder in reconventie] [plaats] ’;
(iii) [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te bevelen met onmiddellijke ingang na betekening van het
vonnis ieder gebruik te staken en gestaakt te houden van de in productie 11 en 12 bij deze conclusie van eis in reconventie weergegeven etiketten van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ;
(iv) [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te bevelen binnen zeven dagen na betekening van het vonnis
aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een door een deurwaarder, op kosten van
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] opgemaakt proces-verbaal te verstrekken, van alle door
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] op voorraad gehouden flessen wijn voorzien van etiketten,
waarop ‘ [plaats] ’ is vermeld c.q. de onder (iii) genoemde etiketten alsmede van alle nog op voorraad zijnde losse etiketten waarop ‘ [plaats] ’ is aangebracht, inclusief al het foldermateriaal, de bronbestanden en dergelijke;
( v) [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te bevelen binnen veertien dagen na betekening van het vonnis
aan de advocaat van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een door een onafhankelijk registeraccountant gecertificeerde opgave te verstrekken betreffende alle door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] met de onder (iv) genoemde etiketten voorziene flessen wijn, reeds verkochte en op voorraad gehouden, en daarvan rekening en verantwoording af te leggen, onder gelijktijdige
toezending van een eveneens gecertificeerde opgave betreffende de hoogte van de met genoemde flessen wijn behaalde omzet en winst, een en ander gestaafd met bewijsstukken;
(vi) [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te bevelen binnen zeven dagen na betekening van het vonnis
op de website [naam website 1] , meer in het bijzonder op de openingspagina daarvan, alsmede op de Facebookpagina [naam facebookpagina] , in het kader waar de omslagfoto kan worden geplaatst (het bericht dient de foto/visual die daar nu te zien is te
vervangen), een en ander in lettertype 12 tegen een geheel witte achtergrond en gedurende een onafgebroken periode van zes maanden na plaatsing, uitsluitend de navolgende tekst te plaatsen:
‘Wij zijn door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ( [naam website 2] ) er op aangesproken dat wij op onze etiketten, website, brochures, social media en dergelijke ten onrechte ‘ [naam merk 3] ’ voeren voor onze wijnen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is gerechtigd tot de merken ‘ [naam merk 1] ’, ‘ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ’ en [naam merk 3] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft ons er ook op aangesproken dat onze etiketten ook overigens niet voldoen aan de daarvoor geldende normen. Hierdoor hebben wij in de markt ten onrechte verwarring veroorzaakt en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] substantiële schade berokkend waarvoor wij aansprakelijkheid aanvaarden. Tenslotte wijzen wij er
op dat onze wijnen niet worden vervaardigd van druiven die zijn geteeld op de [plaats] . Zulks is wel het geval bij wijnen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Bij kort geding vonnis van de
voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg (locatie Maastricht) van[datum van het vonnis dient te worden toegevoegd]
zijn wij veroordeeld wegens merkinbreuk en
onrechtmatig handelen ten opzichte van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .’
vii) [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te bevelen binnen zeven dagen na betekening van het vonnis
aan al zijn afnemers per brief, zulks onder gelijktijdige toezending van een kopie daarvan inclusief van bewijzen van verzending aan de advocaat van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , uitsluitend te berichten:
‘Geachte heer, mevrouw,
Wij zijn door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ( [naam website 2] ) er op aangesproken dat wij op onze etiketten, website, brochures, social media en dergelijke ten onrechte ‘ [naam merk 3] ’ voeren voor onze wijnen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is gerechtigd tot de merken ‘ [naam merk 1] ’, ‘ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ’ en [naam merk 3] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft ons er ook op aangesproken dat onze etiketten ook overigens niet voldoen aan de daarvoor geldende normen. Hierdoor hebben wij in de markt ten onrechte verwarring veroorzaakt en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] substantiële schade berokkend waarvoor wij aansprakelijkheid aanvaarden. Tenslotte wijzen wij er
op dat onze wijnen niet worden vervaardigd van druiven die zijn geteeld op de [plaats] . Zulks is wel het geval bij wijnen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Bij kort geding vonnis van de
voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg (locatie Maastricht) van[datum van het vonnis dient te worden toegevoegd]
zijn wij veroordeeld wegens merkinbreuk en
onrechtmatig handelen ten opzichte van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Wij doen hierover verder geen mededelingen.
Met vriendelijke groet,
[eiser in conventie, verweerder in reconventie]
viii) [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen om aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een dwangsom te
betalen van € 5.000,- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] de onder i), ii), iii), iv), v) en/of vi) bedoelde bevelen geheel of
gedeeltelijk niet nakomt;
ix) [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen in de volledige proceskosten, voor zoveel
mogelijk op de voet van artikel 1019h Rv;
x) [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen in de na het vonnis ontstane kosten, begroot op
€ 157,00 voor salaris advocaat, te vermeerderen met € 82,00 en de
kosten van het betekeningsexploit indien betekening plaatsvindt, te
vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van veertien
dagen na betekening van het vonnis tot aan de voldoening;
xi) de termijn als bedoeld in art. 1019i Rv te bepalen op zes maanden vanaf de datum van
het vonnis;
xii) zodanige verdere maatregelen te treffen die de voorzieningenrechter passend acht.
4.2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] voert verweer.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie en in reconventie

Spoedeisendheid
5.1.
Het spoedeisend belang van de vorderingen in conventie en in reconventie is voldoende onderbouwd.
Geregistreerde merken
5.2.
Bij de beoordeling van dit kort geding zal worden uitgegaan van het gegeven dat de merkrechten voor het gebruik van ‘ [naam merk 1] ’, ‘ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ’ en ‘ [naam merk 3] ’ zijn ingeschreven bij het Benelux-Bureau voor de intellectuele eigendom en als zodanig door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] kunnen worden ingeroepen.
5.3.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft aangevoerd dat de inschrijving van ‘ [naam merk 3] ’ als merk ingevolge artikel 2.28 lid 1 sub c van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (hierna: BVIE) nietig is, omdat het een plaatsaanduiding betreft. De voorzieningenrechter overweegt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de geëigende procedure voor het inroepen van die nietigheid niet gevoerd heeft, zodat in het kader van dit kort geding van de geldigheid van het in 2017 ingeschreven merk ‘ [naam merk 3] ’ wordt uitgegaan. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft daarom recht op bescherming van het door hem gedeponeerde merk ‘ [naam merk 3] ’.
in conventie
Verwijdering van het bericht en rectificatie
5.4.
Partijen twisten over de vraag of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] door het plaatsen van het bericht zoals weergegeven onder 2.5. heeft gehandeld in strijd met art. 6:162 BW dan wel enig ander wettelijk voorschrift.
5.5.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat het bericht op facebook diverse onjuistheden en onnodig grievende passages bevat.
5.5.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] betoogt allereerst dat het gebruik van de term ‘fraude’ in combinatie met een foto in het bericht met daarop deels weergegeven flessen met etiketten afkomstig van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] onrechtmatig is. Het bericht is denigrerend en diffamerend. Er bestaat geen redelijke grond voor een dergelijk grievend bericht over een concurrent op de eigen bedrijfspagina. De vermelding [plaats] op het etiket is volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] feitelijk juist. De wijngaarden en de bottelarij liggen te [plaats] , althans tegen het buurtschap [plaats] aan, dat onderdeel is van de gemeente [vestigingsplaats 2] . Ook liggen de wijngaarden òp de flanken van de gelijknamige heuvel [plaats] . [eiser in conventie, verweerder in reconventie] mag daarom de herkomstnaam [plaats] gebruiken. Dat de wijngaarden van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn gelegen op de zuidelijke hellingen van de [plaats] wordt door hem niet vermeld op zijn etiketten, zo stelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
5.5.2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] voert verder aan dat het feitelijk onjuist is dat hij meelift op de naam van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Hij gebruikt de aanduiding ‘ [plaats] ’ louter als plaatsnaam. Hij heeft daar ook belang bij, nu vermelding van de herkomstnaam bijdraagt aan de vindbaarheid van zijn wijngoed. Hij is omstreeks 2015 gestart met het vermelden van ‘ [plaats] ’ op zijn etiketten, omdat de wijn sedert de bouw van een loods op zijn wijngoed daadwerkelijk daar wordt gebotteld.
5.5.3.
Tot slot is van merkinbreuk geen sprake, aldus [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . Het uitsluitend recht van het gebruik van de merknaam [naam merk 3] omvat volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ingevolge artikel 2.23 lid 1 sub a en b BVIE niet het recht om zich te verzetten tegen het gebruik in het economisch verkeer door een derde van diens naam en adres en aanduidingen inzake de plaats van herkomst.
5.6.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ontkent dat hij onrechtmatig of in strijd met enig ander wettelijk voorschrift heeft gehandeld.
5.6.1.
Met het plaatsen van het bericht op zijn eigen Facebookpagina wil [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de verwarring die is ontstaan sinds [eiser in conventie, verweerder in reconventie] het woord ‘ [plaats] ’ gebruikt, voorkomen en zo zijn goede naam en de door hem zorgvuldig opgebouwde reputatie beschermen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat sinds hij in 1991 met de wijnbouw begon, hij met zijn producten lokale, landelijke en internationale bekendheid heeft opgebouwd. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ontkent dit ook niet. Het door hem geplaatste bericht bevat daarom geen (onnodig grievende) onjuistheden en is dan ook niet onrechtmatig, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
5.6.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gelegen is op de [plaats] . Volgens hem ligt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op het plateau [naam plateau] en ter onderbouwing verwijst hij naar de aanduiding die de gemeente [vestigingsplaats 2] hanteert in de Visie op natuur en landschap. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat zijn wijngoed wel gesitueerd is op de [plaats] . Hij weerspreekt dat zijn wijngoed gelegen is op de [naam berg] , zoals [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wil doen geloven. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert aan dat hij er belang bij heeft om verwarring te voorkomen en zo zijn goede naam en de door hem zorgvuldig opgebouwde reputatie te beschermen. Het plaatsten van het bericht op zijn eigen Facebookpagina was hierdoor ingegeven.
5.6.3.
Tot slot wijst [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op de laatste volzin van artikel 2.23 lid 1 BVIE, waarin het voorbehoud wordt gemaakt dat bij het gebruik van de geografische aanduiding sprake moet zijn van een eerlijk gebruik in nijverheid en handel. Van dit laatste is volgens hem geen sprake, zodat artikel 2.23 lid 1 sub a en b BVIE niet door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] kan worden ingeroepen.
5.7.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt.
5.8.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft een beroep gedaan op artikel 6:194a BW. Volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn op grond van dit artikel de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gedane uitingen over het product van een collega in de eigen reclame-uiting niet toegestaan. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] verliest naar het oordeel van de voorzieningenrechter uit het oog dat het bericht op de facebookpagina van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geen reclame betreft, waarin het eigen product ten koste van het product van de ander (de concurrent) wordt aangeprezen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] schrijft in het bericht niet dat hij van mening is dat de wijn van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet deugt. Hij meldt alleen dat hij van anderen klachten over de afgebeelde wijnen ontvangt. Het betreft een waarschuwing teneinde de volgens hem ontstane verwarring te bestrijden. Het bericht valt naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet onder het bereik van art. 6:194a BW. Deze grondslag treft dan ook geen doel.
5.9.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] betwist niet dat sinds hij omstreeks 2015 zijn etiket heeft veranderd met daarop de vermelding ‘ [plaats] ’ er bij (een deel van) het publiek sprake is van verwarring. Sterker nog, [eiser in conventie, verweerder in reconventie] erkent dat er zo nu en dan klanten van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] langskomen, die denken dat zij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bezoeken. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft met concrete en inhoudelijk onweersproken voorbeelden toegelicht dat er sprake is van verwarring en op- en of aanmerkingen door anderen, die van invloed zijn op zijn reputatie. De voorzieningenrechter verwijst in dit verband naar randnummer 16 van de conclusie van eis in reconventie en naar productie 15 bij conclusie van eis in reconventie. In laatstgenoemde productie wordt door [naam restaurant] geschreven dat zij helaas geen wijn meer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zullen aannemen door negatieve reacties van gasten over wijn ‘ [plaats] ’ en als gevolg van deze verwarring ervoor hebben gekozen met een andere leverancier te werken. De voorzieningenrechter begrijpt dat met ‘deze verwarring’ door voormeld hotel wordt gedoeld op het feit dat de wijnen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] door die klanten (ten onrechte) werden geassocieerd met dan wel aangezien voor wijnen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . De passages in het bericht over de klachten over de afgebeelde wijnen en dat deze niet deugen en dat het geen wijn van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betreft, zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter dan ook niet onrechtmatig.
5.10.
Ieder van partijen beticht de ander ervan dat zijn wijngaard niet gelegen is op de [plaats] . Beide partijen hebben hun standpunt onderbouwd door te verwijzen naar geografische kaarten, historische kaarten, krantenartikelen, verklaringen van mensen die ter plaatse bekend zijn en dergelijke. Of [eiser in conventie, verweerder in reconventie] òp de [plaats] ligt of op het er naast gelegen [naam plateau] kan in dit kort geding niet vastgesteld worden. Deze kort geding procedure leent zich naar haar aard niet voor bewijsvoering. Dat betekent dat in deze procedure ook niet vastgesteld kan worden dat de passage in het facebookbericht die luidt “geen wijn …. van de hellingen van de [plaats] ” onrechtmatig is.
5.11.
Uit producties 8 en 9 bij conclusie van eis in reconventie blijkt dat distributeurs van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zelf melding maken in reclame-uitingen dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gelegen is op de zuidhelling van de [plaats] . Na een debat ter zitting over de locatie van de wijngaard van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , heeft (de advocaat van) [eiser in conventie, verweerder in reconventie] toegegeven dat de vermelding in reclame-uitingen dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich bevindt op de zuidhelling inderdaad mogelijk niet klopt. In zoverre wijst [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in het bericht terecht op de onjuistheid van reclame-uitingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . Dat deze vermelding over de zuidhelling niet op het etiket van de wijnflessen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wordt gebruikt, maakt dit niet anders. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft belang bij het rechtzetten van voormelde onjuistheid. Immers niet betwist is dat de wijngaard van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wel op de zuidelijke hellingen gelegen is.
5.12.
De voorzieningenrechter overweegt over de in het bericht gebruikte frase “lift ten onrechte mee op onze gerespecteerde en wettelijk gedeponeerde naam” het volgende. Weliswaar beperkt artikel 2.23 lid 1 (onder a en b) BVIE het uitsluitend recht op het gebruik van de (woord)merknaam ‘ [naam merk 3] ’ in zoverre dat deze in beginsel door een derde als plaatsnaam/plaats van herkomst gebruikt kan worden, maar bij dit gebruik moet ingevolge de laatste volzin van dit artikelonderdeel sprake zijn van een eerlijk gebruik in nijverheid en handel.
5.12.1.
Door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is ter zitting onweersproken gesteld dat op het wijngoed van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] prominent een groot bord met daarop ‘ [plaats] ’ aanwezig is. Een foto van dit bord is ter zitting aan de voorzieningenrechter getoond. Voor bezoekers van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft het bord geen toegevoegde waarde voor zover het bedoeld is als plaatsaanduiding. Zij hebben de route naar de wijngaard immers al gevonden. In plaats dat de naam van de wijngaard op dit bord benadrukt wordt, wordt ‘ [plaats] ’ benadrukt.
5.12.2.
Voorts gebruikt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] onweersproken folders/pamfletten met daarop de vermelding ‘De Limburgse wijn van (de) [plaats] ’. Een (geplastificeerd) voorbeeld van een dergelijke folder is door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ter zitting aan de voorzieningenrechter getoond. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt ter zitting weliswaar dat het maar net is hoe je dit leest, maar dit acht de voorzieningenrechter weinig overtuigend, nu de meest logische uitleg van de toevoeging ‘De’ is, dat daarmee op zijn minst wordt gesuggereerd dat het de enige (, zo niet de beste wijn afkomstig) ‘van de [plaats] ’ betreft. Naar onweersproken ter zitting is gesteld is het woord ‘De’ in deze reclame-uiting pas onlangs toegevoegd. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] laadt hierdoor de verdenking op zich dat dit welbewust is gedaan met als doel dat de vereenzelviging/associatie met ‘ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ’ steeds grotere vormen aanneemt ondanks het feit dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich bewust is van de ontstane verwarring. Dit terwijl het nu juist voor de hand zou moeten liggen dat hij in het kader van het drijven van eerlijke handel er alles aan zou doen om die ontstane verwarring te voorkomen.
5.12.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] mag gelet op het voorgaande naar het oordeel van de voorzieningenrechter op zijn minst twijfels hebben over het eerlijk gebruik van ‘ [plaats] ’ door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , zodat aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] naar het oordeel van de voorzieningenrechter de merkenrechtelijke bescherming toekomt tegen de wijze waarop [eiser in conventie, verweerder in reconventie] van het woord(merk) [naam merk 3] gebruik/misbruik maakt. Binnen het bestek van dit kort geding kan dan ook niet worden gezegd dat aannemelijk is geworden dat de frase “lift ten onrechte mee op onze gerespecteerde en wettelijk gedeponeerde naam” nergens op is gebaseerd en overduidelijk feitelijk onjuist en daarmee onnodig diffamerend en onrechtmatig is.
5.12.4.
De term ‘fraude’ in het bericht is als spreektaal gebruikt en bedoeld om tot uitdrukking te brengen dat er volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] sprake is van niet eerlijk zaken doen. De verwijzing naar de foto is opgenomen om duidelijk te maken tussen welke wijngaarden de verwarring, waar [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] last van heeft, optreedt en hoe die ontstaat. De voorzieningenrechter is gelet op al het voorgaande, in onderlinge samenhang bezien, van oordeel dat het gebruik van het woord ‘fraude’ in deze context niet onnodig grievend dan wel onrechtmatig is.
5.13.
De vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot verwijdering van het bericht alsmede tot rectificatie en de daarmee samenhangende vorderingen worden, gelet op het voorgaande, afgewezen.
Proceskosten
5.14.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [eiser in conventie, verweerder in reconventie] veroordeeld worden in de kosten van de procedure in conventie aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
5.15.
De voorzieningenrechter is, anders dan partijen, van oordeel dat er geen aanleiding is om in conventie artikel 1019h Rv toe te passen. Immers de vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn niet gegrond op de stelling dat er sprake is van een schending van een
hemtoekomend intellectueel eigendomsrecht. Bij het begroten van de proceskosten in conventie zal het gebruikelijke liquidatietarief in kort geding zaken gehanteerd worden.
5.16.
De voorzieningenrechter begroot de proceskosten van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op:
- griffierecht € 626,00
- salaris advocaat
€ 980,00
totaal € 1.606,00
5.17.
De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze als in de beslissing is bepaald.
in reconventie
Eiser in reconventie
5.18.
In de conclusie van eis in reconventie zijn naast [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ook drie vennoten van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vermeld als eisers in reconventie, terwijl deze vennoten niet in conventie zijn gedagvaard. De advocaat van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft desgevraagd ter zitting verklaard dat niet bedoeld is dat ook de vennoten van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] optreden als eisers in reconventie. De advocaat van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft zich niet verzet tegen deze uitleg. De voorzieningenrechter gaat er daarom vanuit dat de eis in reconventie alleen door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is ingesteld. De vennoten zijn om die reden niet vermeld in de kop van dit vonnis.
Merkinbreuk
5.19.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] maakt zich volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] schuldig aan merkinbreuk. Hij vordert in dat verband het staken en gestaakt houden van deze inbreuk. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] betwist dat sprake is van merkinbreuk.
5.20.
Ook in reconventie heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een beroep gedaan op de nietigheid van het merkrecht ‘ [naam merk 3] ’ ex artikel 2.28 lid 1 sub c BVIE en op artikel 2.23 lid 1 (onder a en b) BVIE. Deze verweren kunnen niet slagen gelet op hetgeen hierover eerder in dit vonnis is geoordeeld. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] kan zich beroepen op de door hem gedeponeerde merkrechten.
5.21.
De voorzieningenrechter zal de vordering onder (i) voor zover deze ziet op het gebruik van de merken ‘ [naam merk 1] ’ en ‘ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ’ afwijzen, nu niet is gebleken dat deze merken zijn gebruikt door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
5.22.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt ter onderbouwing van zijn vordering onder (i) voor zover die ziet op het gebruik van ‘ [naam merk 3] ’ dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ongeoorloofd voordeel geniet van de door hem in de hand gewerkte verwarring ter zake van het aan hem toekomende (woord)merkrecht ‘ [naam merk 3] ’. Hij legt aan zijn vordering ten grondslag dat sprake is van merkinbreuk ex artikel 2.20 lid 1 onder a, b en c (en d) BVIE.
5.23.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] door zijn handelen de indruk wekt, dat hij mee wil profiteren van de reputatie van het merk [naam merk 3] . De voorzieningenrechter verwijst in dit verband naar hetgeen in conventie reeds is overwogen met betrekking tot het grote in het oog springende bord met daarop [plaats] op het terrein van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , alsmede het pamflet met daarop ‘De Limburgse wijn van (de) [plaats] ’. Nog daargelaten òf [eiser in conventie, verweerder in reconventie] òp de [plaats] is gelegen, oogt de prominente aanduiding ‘ [plaats] ’ op de etiketten op de voorkant van de flessen als merk, en niet als plaats van herkomst. Het gevolg is verwarring bij (een deel van) het publiek met het merk van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Gelet op al het voorgaande is de voorzieningenrechter, binnen de grenzen van het bestek van dit kort geding, van oordeel dat de huidige wijze waarop [eiser in conventie, verweerder in reconventie] het woord(merk) [naam merk 3] op de etiketten op de voorkant van zijn flessen gebruikt, inbreuk maakt op dit door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gedeponeerde (woord)merk. Het onder (i) gevorderde zal derhalve voor zover dit ziet op het (woord)merk ‘ [naam merk 3] ’ worden toegewezen.
Onrechtmatig handelsnaamgebruik
5.24.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] maakt zich volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] schuldig aan onrechtmatig handelsnaamgebruik. Hij vordert in dat verband het staken en gestaakt houden van het gebruik van de handelsnaam van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . [eiser in conventie, verweerder in reconventie] betwist dat sprake is van onrechtmatig handelsnaamgebruik.
5.25.
Dat door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de handelsnaam ‘ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ’ of ‘Wijngoed [eiser in conventie, verweerder in reconventie] [naam merk 3] ’ zou worden gebruikt, is in dit kort geding niet gebleken. Het onder (ii) gevorderde zal derhalve worden afgewezen.
Gebruik etiketten
5.26.
De voorzieningenrechter acht het onder (iii) gevorderde, vanwege hetgeen geoordeeld is onder 5.23 toewijsbaar, daar waar het de etiketten betreft die gebruikt worden voor de voorkant van de flessen. De verwarring is immers onweersproken begonnen toen [eiser in conventie, verweerder in reconventie] omstreeks 2015 zijn etiketten aanpaste door op de etiketten die hij gebruikt voor de voorkant van de flessen ‘ [plaats] ’ te vermelden.
5.27.
Voor zover deze vordering ziet op de etiketten die gebruikt worden voor de achterkant van de flessen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , is de voorzieningenrechter van oordeel dat deze in kort geding niet toewijsbaar is. De tekst die is afgedrukt op de etiketten die gebruikt worden voor de achterkant van de flessen (zie productie 11) bevat onder meer de volgende zinsnede:
‘Een sensatie, geoogst van de hellingen van de [plaats] , gelegen bij het Zuid-Limburgse [vestigingsplaats 1] ’.Het woord [plaats] wordt hier niet als merk gebruikt, maar als geografische aanduiding van de herkomst van de wijnsoort. Of [eiser in conventie, verweerder in reconventie] òp de [plaats] ligt of op het [naam plateau] kan, zoals in conventie al is geoordeeld, in dit kort geding niet vastgesteld worden. Een verbod van het gebruik van de etiketten die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gebruikt voor de achterkant van haar flessen strekt binnen het kader van dit kort geding dan ook te ver.
Opmaken proces-verbaal door deurwaarder en opgave registeraccountant
5.28.
De voorzieningenrechter zal de vorderingen onder (iv) en (v), die betrekking hebben op het verkrijgen van concurrentie gevoelige informatie, afwijzen, nu [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft nagelaten te onderbouwen wat zijn belang is bij deze in kort geding verstrekkende vorderingen en welke grondslag hij daarvoor aanvoert.
Rectificatie
5.29.
De redactie van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onder (vi) gevorderde rectificatie leent zich naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet voor toewijzing. De voorzieningenrechter neemt daarbij in aanmerking dat in de omschreven tekst ter rectificatie teveel aspecten zijn vermeld die in dit kort geding niet zijn komen vast staan, terwijl deze kort geding procedure zich naar haar aard niet leent voor bewijsvoering op deze punten. Hetzelfde geldt voor het onder (vii) gevorderde bevel om een brief met nagenoeg gelijke strekking aan de afnemers van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te verzenden. De vordering zal derhalve ook op dit punt worden afgewezen.
Dwangsom
5.30.
De gevorderde dwangsom zal op de hierna in de beslissing omschreven wijze worden toegewezen en worden beperkt.
Proceskosten
5.31.
Nu aan de vorderingen in reconventie de inbreuk op een recht van intellectuele eigendom ten grondslag is gelegd, is op de proceskosten in reconventie artikel 1019h Rv van toepassing. Dit artikel beoogt niet af te wijken van de regel van artikel 237 Rv dat inhoudt dat kostencompensatie mogelijk is wanneer partijen over en weer op enkele punten in het ongelijk zijn gesteld. Omdat slechts een beperkt deel van de vorderingen in reconventie wordt toegewezen, worden de proceskosten in reconventie gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
6.1.
wijst de vorderingen af,
6.2.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot op heden begroot op € 1.606,00,
6.3.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening
6.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
6.5.
beveelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] met onmiddellijke ingang na betekening van het vonnis ieder gebruik te staken en gestaakt te houden van het merk - en van daarmee overeenstemmende tekens - van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , te weten ‘ [naam merk 3] ’ (ingeschreven bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom onder nummer 1023037),
6.6.
beveelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] met onmiddellijke ingang na betekening van het
vonnis ieder gebruik te staken en gestaakt te houden van de in productie 11 en 12 bij de conclusie van eis in reconventie weergegeven etiketten van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] die hij gebruikt op de voorzijde van zijn flessen,
6.7.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een dwangsom te betalen van € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan de in 6.5 en/of 6.6 uitgesproken bevelen voldoet, tot een maximum van € 400.000,00 is bereikt,
6.8.
compenseert de proceskosten in die zin dat ieder de eigen kosten draagt,
6.9.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
6.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: CB