In deze zaak, die zich afspeelt in Maastricht, heeft eiser, wonend in een huurappartement, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die in een appartement onder hem woont. Eiser vordert onder andere een contact- en straatverbod voor gedaagde, omdat hij zich bedreigd voelt door diens gedrag, waaronder geluidsoverlast en eerdere bedreigingen. De procedure is gestart met een dagvaarding op 1 juni 2018, gevolgd door een zitting op 14 augustus 2018. Eiser heeft meerdere meldingen en aangiftes gedaan bij de politie, maar de politie heeft in de meeste gevallen geen overlast kunnen vaststellen. Gedaagde heeft de beschuldigingen ontkend en stelt dat eiser overdrijft. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er onvoldoende aannemelijke feiten en omstandigheden zijn om de vorderingen van eiser toe te wijzen. De rechter oordeelt dat de kort gedingprocedure niet geschikt is voor nadere bewijsvoering en dat de vorderingen van eiser om die reden moeten worden afgewezen. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 2.251,00.