ECLI:NL:RBLIM:2018:7955

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 augustus 2018
Publicatiedatum
23 augustus 2018
Zaaknummer
6640687 CV EXPL 18-849
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake de totstandkoming van een overeenkomst met een energieleverancier na telefonische machtiging aan een tussenpersoon

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 22 augustus 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen Innova Energie B.V. en een vennootschap onder firma, samen met haar vennoten. Innova Energie vorderde betaling van een eindnota voor de levering van energie, die volgens hen tot stand was gekomen via een telefonische machtiging aan de tussenpersoon Allenvoor1. De gedaagden betwisten echter dat er een overeenkomst tot stand is gekomen, omdat zij de relevante e-mails en brieven niet hebben ontvangen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Innova Energie niet heeft aangetoond dat de gedaagden de e-mail en brief hebben ontvangen, waardoor niet kan worden geoordeeld dat er een overeenkomst is gesloten. De vorderingen van Innova Energie zijn afgewezen, en zij zijn veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering bij de totstandkoming van overeenkomsten, vooral in situaties waar communicatie via e-mail en post plaatsvindt.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 6640687 CV EXPL 18-849
Vonnis van de kantonrechter van 22 augustus 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INNOVA ENERGIE B.V.,
kantoorhoudend te Leidschendam,
eisende partij,
gemachtigden A. Niekus en mr. E. Krom (gerechtsdeurwaarders),
tegen

1.de vennootschap onder firma [gedaagde sub 1] , en haar vennoten

2.
[gedaagde sub 2],
3.
[gedaagde sub 3],
allen gevestigd en wonend te [plaats] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.
Partijen zullen hierna Innova Energie en [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord
  • de conclusie van repliek
  • de schriftelijke weergave van de mondelinge dupliek
  • de akte uitlating producties van Innova Energie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Innova Energie heeft een opname van een telefoongesprek tussen [gedaagde sub 3] en Allenvoor1 op 10 september 2015 op USB-stick ingediend. Hierop is te horen dat Allenvoor1 het volgende zegt:
“U machtigt dan Allenvoor1 om namens[ktr: onduidelijk]
van het bedrijf te onderhandelen over tarieven voor gas en elektra en dan namens het bedrijf een overeenkomst aan te gaan voor de levering daarvan onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat u de gelegenheid krijgt om deze overeenkomst en de tarieven en de voorwaarden zelf te beoordelen? Allesvoor1 zal[ktr: onduidelijk]
dat u veertien dagen na verzending van deze bescheiden de gelegenheid krijgt om de overeenkomst af te wijzen. Dit dient u telefonisch te doen op werkdagen tussen 9 en 5 uur op telefoonnummer [telefoonnummer] . En wilt u dus ook gebruik maken van onze scherpe tarieven dan hoeft u niets te doen. Is dat akkoord?”
Hierop heeft [gedaagde sub 3] geantwoord:
“Ja, dat is goed. Maar ik krijg dan de bevestiging nog over de e-mail nuh?”
Verderop in het gesprek meldt Allenvoor1:
“De machtiging kan dus op ieder gewenst moment ingetrokken worden. De machtiging heeft een maximale duur van zes rondes. Na zes rondes vervalt deze machtiging automatisch. En natuurlijk meneer, bij het bereiken van overeenstemming verstrekt Allenvoor1 uw gegevens samen met onderhavige machtiging aan de winnende energieleverancier, waarmee een overeenkomst voor de levering van gas en elektra tot stand komt tussen u en deze energieleverancier. Allenvoor1 is geen partij bij deze overeenkomst. Is dat akkoord?
Hierop heeft [gedaagde sub 3] geantwoord:
“Ja, oké.”
In het gesprek heeft Allenvoor1 de contactgegevens gecontroleerd. [gedaagde sub 3] heeft bevestigd dat het postadres van [gedaagde sub 1] [adres] , [plaats] is en het e‑mailadres [e-mailadres] .
2.2.
Op 6 oktober 2015 heeft Allenvoor1 een e-mail verzonden aan [e-mailadres] , met onder meer de volgende inhoud:
“(…)
Wij zijn trots u te mogen mededelen dat het collectief is uitgegaan naar Innova Energie.
Innova Energie biedt u een 3 jarig contract aan (…)
Binnen enkele dagen ontvangt u het welkomstpakket van Innova Energie. (…) Vanaf het moment dat u het welkomstpakket van Innova Energie heeft ontvangen heeft u nogmaals 14 dagen de gelegenheid om de tarieven te beoordelen, er vragen over te stellen of af te wijzen en automatisch mee te doen aan het volgende collectief. (…)
Mocht Innova Energie binnen de 14 dagen bedenktijd geen reactie van u hebben ontvangen dan gaan zij en wij er vanuit dat u, conform de door u afgegeven machtiging, akkoord bent met het aanbod en dus overstapt naar Innova Energie. (…)”
2.3.
Op 16 oktober 2015 heeft Innova Energie een brief aan het adres gestuurd dat door [gedaagde sub 3] was opgegeven in het telefoongesprek. In de brief staat onder meer het volgende:
“Wij heten u van harte welkom bij Innova Energie (…)
Bedenktermijn:Uw bedenktermijn (…) verloopt op 03-11-2015 om 23:59 uur.”
(…)”
Bij de brief zat een
“Bevestiging contractgegevens”waarin onder meer de looptijd van de overeenkomst, opzegtermijn, betaalwijze en opzegvergoeding bij vroegtijdig opzeggen zijn opgenomen.
2.4.
Gedaagden hebben niet uiterlijk op 3 november 2015 contact opgenomen met Innova Energie.
2.5.
De voorschotnota’s van december 2015 en januari 2016, met een totaal van € 389,36, zijn door gedaagden voldaan op 5 februari 2016.
2.6.
Op 9 februari 2016 heeft Innova Energie aan gedaagden een eindnota gestuurd van € 658,09 (productie 1 bij dagvaarding) terzake de levering van 28 dagen elektriciteit en gas. De volgende meterstanden zijn gehanteerd op de eindnota:
Meterstanden hoog: 906 kWh op 17 december 2015 en 1.275 kWh op 14 januari 2016
Meterstanden laag: 520 kWh op 17 december 2015 en 732 kWh op 14 januari 2016
Gas: 79.686 m3 op 17 december 2015 en 80.090 m3 op 14 januari 2016.
Er is terzake de elektriciteit een opzegvergoeding van € 300,- in rekening gebracht en terzake gas € 363,28.
Op de eindnota staat dat gedaagden worden verzocht het bedrag binnen veertien dagen over te maken. Gedaagden hebben deze nota niet betaald.
2.7.
Innova Energie heeft een e-mail van Enexis van 8 maart 2018 overgelegd waarin onder meer het volgende staat:
“(…)
Uit ons Aansluitingenregister blijkt dat Innova voor bovengenoemd adres[ktr: [adres] in [plaats] ]
leverancier is geweest voor elektriciteit en gas. In onderstaand overzicht vindt u per aansluiting de meterstanden van uw leveringsperiode.
(…) elektriciteit (…)
T1-Laag
T2-Hoog
Begindatum 17-12-2015
520
906
Einddatum 14-01-2016
732
1.275
(…) gas (…)
Meterstand
Begindatum 17-12-2015
79.686
Einddatum 14-01-2016
80.09
(…)”
2.8.
Gedaagden hebben overzichten ingediend om aan te tonen dat zij energie afnamen bij NUON. Op deze overzichten is te zien dat door NUON op 14 december 2015 de termijn van november 2015 is geïnd en op 22 februari 2016 de termijn van februari 2016. Op 28 januari 2016 is door NUON een bedrag afgeschreven onder vermelding van
‘slotafr’.

3.Het geschil

3.1.
Innova Energie vordert dat gedaagden vanwege de niet betaalde eindnota bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zullen worden veroordeeld tot betaling van € 658,09 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldag van de factuur, € 98,71 aan buitengerechelijke incassokosten en de proceskosten.
Volgens Innova Energie is [gedaagde sub 3] namens [gedaagde sub 1] via de tussenpersoon Allenvoor1 een overeenkomst van levering van energie met haar aangegaan.
3.2.
Gedaagden voeren verweer, waarop hierna, voor zover van belang, nader zal worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Op basis van de e-mail van Enexis (zie 2.7.) en het feit dat Nuon over december en januari geen voorschot in rekening heeft gebracht en dat in januari sprake is van een slotafrekening (zie 2.8.), staat vast dat gedaagden van 17 december 2015 tot 14 januari 2016 inderdaad energie hebben afgenomen van Innova Energie. Deze afgenomen energie is door hen betaald (volgens gedaagden vanwege
“een nogal bedreigend telefoontje”). Het betaalde voorschot (zie 2.5.) dekt immers de kosten van de verbruikte energie en € 5,19 van de opzegvergoeding van in totaal € 663,28 (zie 2.5.). Het bedrag dat resteert, € 658,09, wordt door Innova Energie gevorderd.
4.2.
Gedaagden vorderen de betaalde voorschotten niet terug, dus over de verschuldigdheid hiervan hoeft de kantonrechter niet te oordelen. Wel moet de kantonrechter beoordelen of gedaagden de resterende opzegvergoeding verschuldigd zijn.
4.3.
Gedaagden stellen van niet omdat zij geen overeenkomst met Innova Energie zijn aangegaan. Zij betwisten de e-mail van 6 oktober 2015 (zie 2.2.) en de brief van 16 oktober 2015 (zie 2.3.) te hebben ontvangen.
4.4.
Innova Energie heeft hiertegen aangevoerd dat gedaagden niet hebben laten weten dat zij geen e-mail hebben ontvangen en Allenvoor1 de e-mail ook niet onbestelbaar retour heeft ontvangen. Verder heeft zij aangevoerd dat de brief naar het juiste adres is gestuurd.
4.5.
Op basis van artikel 3:37 lid 3 BW BW is het aan Innova Energie om aan te tonen dat de e-mail en/of de brief door gedaagden zijn
ontvangen. Dit is niet gelukt.
4.5.1.
Indien de e-mail in de spam-folder terecht is gekomen, komt die immers niet onbestelbaar retour. Dat gedaagden niet hebben laten weten dat zij niets hadden ontvangen, toont ook niet aan dat de e-mail wel is ontvangen. Het is de kantonrechter niet duidelijk op basis waarvan gedaagden volgens Innova Energie hadden moeten weten dat zij iets
niethadden ontvangen, zeker nu de bedoelde e-mail bijna een maand na het telefoongesprek (zie 2.1. en 2.2.) is verstuurd.
4.6.
Dat de brief naar het juiste adres is gestuurd, betekent nog niet dat die dat adres ook heeft bereikt. Hoewel zeldzaam, gebeurt het immers soms dat poststukken niet aankomen. Innova Energie heeft niet aangetoond dat de brief gedaagden wel heeft bereikt. Het komt voor haar rekening en risico dat dit onduidelijk blijft omdat zij een zo belangrijke brief, namelijk de brief die maakte dat te zijner tijd een overeenkomst tot stand zou komen, per gewone post heeft verstuurd in plaats van aangetekend.
4.7.
Nu niet vaststaat dat gedaagden de e-mail en brief hebben ontvangen, kan niet worden geoordeeld dat een overeenkomst tussen hen en Innova Energie tot stand is gekomen. Dit betekent dat zij geen opzegvergoeding verschuldigd zijn. De vorderingen van Innova Energie worden afgewezen.
4.8.
Innova Energie zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten van gedaagden. Deze worden tot vandaag begroot op € 50,-.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van Innova Energie af,
5.2.
veroordeelt Innova Energie in de proceskosten van gedaagden, tot vandaag begroot op € 50,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M. Drenth en in het openbaar uitgesproken.
type: GD