In deze zaak, die zich afspeelt in Maastricht, hebben eisers, buren van gedaagden, een kort geding aangespannen om de gedaagden te veroordelen tot staking van de vergunde verbouwing van hun woning. De eisers stellen dat de vergunde bouwactiviteiten, waaronder het plaatsen van een zadeldak en gevelwijzigingen, inbreuk maken op hun privacy en de lichtinval in hun woning verminderen. De voorzieningenrechter heeft op 25 januari 2018 geoordeeld dat eisers geen spoedeisend belang hebben bij hun vordering, omdat de bouwwerkzaamheden vrijwel zijn afgerond en de toewijzing van de vordering geen invloed zou hebben op de gestelde hinder. De rechter heeft vastgesteld dat de werkzaamheden zich in een vergevorderd stadium bevinden en dat de gedaagden rechtmatig handelen op basis van de verleende omgevingsvergunning. De vordering van eisers is afgewezen, en zij zijn veroordeeld in de proceskosten van gedaagden, die zijn begroot op € 1.107,00.