ECLI:NL:RBLIM:2018:7708
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wanprestatie door aannemer en bewijsvoering van schade
In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, heeft de kantonrechter op 8 augustus 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en de besloten vennootschap AA Installaties Maastricht B.V. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. W. van Es van Achmea Rechtsbijstand, vorderde schadevergoeding wegens wanprestatie door de aannemer. De procedure volgde op een tussenvonnis van 30 mei 2018, waarin de kantonrechter eerder had overwogen om een deskundige te benoemen, maar dit voornemen introk. In plaats daarvan werd de eiseres opgedragen om bewijs te leveren van de hoogte van de schade die zij zou hebben geleden door de wanprestatie van AA Installaties.
Tijdens de verdere beoordeling bleek dat de eiseres geen bewijs had aangedragen van de hoogte van haar schade. Hierdoor kon de kantonrechter niet vaststellen of er daadwerkelijk schade was geleden en, indien dit het geval was, hoe hoog deze schade zou zijn. De vorderingen van de eiseres werden daarom afgewezen. Tevens werd de eiseres, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten van AA Installaties, die tot dat moment waren begroot op € 437,50 aan salaris voor de gemachtigde.
De beslissing van de kantonrechter omvatte de afwijzing van de vorderingen van de eiseres, de veroordeling in de proceskosten, en de verklaring dat de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad is. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. G.M. Drenth.