In deze zaak vorderde de werknemer, die in dienst was bij een besloten vennootschap, betaling van achterstallig loon en vakantiegeld na een periode van ongeoorloofd verzuim. De werknemer had op een zaterdag aan zijn werkgever gemaild dat hij op maandag niet meer zou komen werken omdat hij tijd nodig had om een nieuwe baan te zoeken. De werkgever reageerde daarop met de mededeling dat deze afwezigheid als ongeoorloofd werd beschouwd en dat er geen loon zou worden uitbetaald voor de dagen dat de werknemer niet kwam werken. De werknemer vorderde vervolgens loon voor de maand december, inclusief vakantiegeld en een eenmalige uitkering, maar de kantonrechter wees de vordering af. De rechter oordeelde dat de werkgever correct had afgerekend en dat de werknemer had moeten reageren op de e-mail van de werkgever waarin het ongeoorloofd verzuim werd bevestigd. Door niet te reageren, had de werknemer ingestemd met de beslissing van de werkgever om geen loon uit te betalen voor de resterende dagen van zijn arbeidsovereenkomst. De kantonrechter concludeerde dat de vordering van de werknemer ongegrond was en dat hij de proceskosten moest vergoeden.