Uitspraak
- de dagvaarding van 6 oktober 2017,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- "Het Hof stelt vast dat blijkens het proces-verbaal van de zitting van het hof Arnhem-Leeuwarden van 13 augustus 2015 de advocaat van [adres bewindvoerder] en de rechthebbende na schorsing van dit zitting aan het hof heeft kenbaar gemaakt dat partijen hun geschillen voor 95% door overleg tijdens de schorsing hadden opgelost."
- De advocaat van [adres bewindvoerder] en de rechthebbende heeft vervolgens aan het hof ter zitting medegedeeld: "De overige procedures zullen worden ingetrokken. Wij als advocaten gaan dit na deze zitting vastleggen."
door de gemachtigde van [adres bewindvoerder]vervolgens uitgewerkt en neergelegd in de op 14 augustus 2015 per e-mail aan de gemachtigde van [gedaagde partij] toegezonden concept-vaststellingsovereenkomst. Vastgesteld moet worden dat die overeenkomst weliswaar niet door partijen is ondertekend, doch de inhoud daarvan geeft duidelijk weer waarover partijen het tijdens de schorsing bij de behandeling van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 augustus 2015 en bij de mondelinge behandeling onder meer eens zijn geworden. Aan die regeling is aldus het hof in haar uitspraak van 31 maart 2016 door partijen ook uitvoering gegeven.
Partijen verplichten zich, ook op termijn, dat ter zake de uitoefening van het bewind en mentorschap over [rechthebbende] geen verdere procedures tegen elkaar meer zullen worden gevoerd;"