In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 1 augustus 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen Q-Park Operations Netherlands III B.V. en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. Q-Park vorderde betaling van een bedrag van € 364,55, vermeerderd met rente en kosten, omdat de gedaagde op 9 maart 2017 de parkeergarage Venlo-Maasboulevard had verlaten zonder te betalen, gebruikmakend van de uitrijmethode 'treintje rijden'. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Q-Park als exploitant van de parkeergarage recht heeft op betaling van een boete van € 300,00 op basis van hun Algemene Voorwaarden, die de schade dekt die Q-Park lijdt door het niet registreren van een verlaten parkeerplaats.
De gedaagde partij betwistte de vordering en voerde aan dat hij op de betreffende datum in een andere plaats werkzaam was en dat het mogelijk een andere auto was die de parkeergarage had verlaten. De kantonrechter verwierp deze argumenten, omdat het videomateriaal duidelijk aantoonde dat de auto van de gedaagde de parkeergarage had verlaten. De kantonrechter oordeelde dat de overeenkomst tussen partijen moet worden gekwalificeerd als een consumentenovereenkomst en dat de boete niet als oneerlijk of onredelijk bezwarend kan worden aangemerkt. De kantonrechter heeft de vordering van Q-Park toegewezen, inclusief de wettelijke rente en de proceskosten.