ECLI:NL:RBLIM:2018:7331

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 juli 2018
Publicatiedatum
1 augustus 2018
Zaaknummer
6958659 BR VERZ 18-161
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Partiële verdeling van een nalatenschap zonder machtiging van de kantonrechter

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 30 juli 2018, hebben verzoekers, die optreden als erfgenamen en vereffenaars van de nalatenschap van de erflaatster, een verzoek ingediend voor een partiële verdeling van de nalatenschap. De erflaatster is overleden op [overlijdensdatum] te [overlijdensplaats]. De verzoekers hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard, wat betekent dat zij de nalatenschap onder voorwaarden aanvaarden en aansprakelijkheid voor schulden beperken.

De verzoekers stelden dat de vereffeningswerkzaamheden van de nalatenschap waren afgerond en dat zij de onroerende zaak aan [naam] wilden toebedelen. De notaris had hen geadviseerd om een machtiging van de kantonrechter aan te vragen om over te kunnen gaan tot deze partiële verdeling, omdat zij niet bevoegd zouden zijn om zelfstandig over de nalatenschap te beschikken.

De kantonrechter oordeelde echter dat, aangezien alle erfgenamen de nalatenschap beneficiair hadden aanvaard en er geen vereffenaar door de rechtbank was benoemd, de verzoekers geen machtiging van de kantonrechter nodig hadden voor de partiële verdeling. De kantonrechter concludeerde dat het verzoek nodeloos was en wees het af. De beschikking werd gegeven door mr. P. Hoekstra, kantonrechter, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht / Kantonrechter
Zaaknummer 6958659 BR VERZ 18-161
Beschikking van 30 juli 2018
Inzake

1.[verzoekster sub 1] ,

wonend te [woonplaats] , [adres 1] ,
2.
[verzoeker sub 2] ,
wonend te [woonplaats] , [adres 2] ,
3.
[verzoekster sub 3] ,
wonend te [woonplaats] , [adres 3] ,
4.
[verzoekster sub 4] ,
wonend te [woonplaats] , [adres 4] ,
verzoekers, handelend in hun hoedanigheid van erfgenamen en vereffenaars van de nalatenschap van [erflaatster] .

1.Verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit: - de ter griffie van deze rechtbank op 23 februari 2018 ingekomen boedelbeschrijving met bijlagen (zaaknr. 6684455 BR VERZ 18-63) en de brief van de griffier van deze rechtbank van 1 maart 2018 - het ter griffie van deze rechtbank op 31 mei 2018 ingekomen verzoekschrift met bijlagen - het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 24 juli 2018.
1.2.
Vervolgens is beschikking bepaald op heden.

2.Het verzoek en de beoordeling

2.1.
Op [overlijdensdatum] is te [overlijdensplaats] [erflaatster] (verder: de erflaatster), laatstelijk wonend te [woonplaats] , overleden. Bij akte van 8 januari 2018 hebben verzoekers, in hun hoedanigheid van erfgenamen, de nalatenschap beneficiair aanvaard. Door deze beneficiaire aanvaarding dient de nalatenschap van de erflaatster vereffend te worden overeenkomstig het bepaalde in art. 4:202 en verder BW.
2.2.
Verzoekers stellen dat de vereffeningswerkzaamheden van deze nalatenschap zijn afgerond op de levering van de onroerende zaak aan [naam] (verder: [naam] ) na. Aangezien de notaris hen heeft meegedeeld dat zij niet bevoegd zijn om over de nalatenschap te beschikken heeft de notaris hen geadviseerd om conform zijn ontwerpakte “Partiële verdeling registergoed” van 30 mei 2018 machtiging aan de kantonrechter te vragen om over te mogen gaan tot partiële verdeling van het tot de nalatenschap behorende registergoed zodat zij gezamenlijk bevoegd zijn om over dat registergoed te beschikken.
2.3.
De kantonrechter stelt voorop dat alle erfgenamen de nalatenschap beneficiair hebben aanvaard en uit dien hoofde vereffenaars zijn. Daarbij komt dat alle erfgenamen het met elkaar eens zijn dat het deel van de erflaatster (de helft van de tot de nalatenschap behorende onroerende zaak) aan [naam] dient te worden toebedeeld, een en ander onder verrekening van de helft van de tot de nalatenschap behorende hypotheekschuld en onder overname van de restschuld door [naam] . De beneficiair benoemde erfgenamen behoeven daarvoor geen machtiging van de kantonrechter. Beschikkingsdaden behoeven alleen machtiging van de kantonrechter indien er door de rechtbank een vereffenaar is benoemd en de erfgenamen zonder diens medewerking beschikkingsdaden willen verrichten. Hiervan is geen sprake. Het verzoek is nodeloos gedaan en wordt daarom afgewezen.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Hoekstra, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.
YT