Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[verzoekster sub 1] ,
[verzoeker sub 2] ,
[verzoekster sub 3] ,
[verzoekster sub 4] ,
1.Verloop van de procedure
2.Het verzoek en de beoordeling
3.De beslissing
YT
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 30 juli 2018, hebben verzoekers, die optreden als erfgenamen en vereffenaars van de nalatenschap van de erflaatster, een verzoek ingediend voor een partiële verdeling van de nalatenschap. De erflaatster is overleden op [overlijdensdatum] te [overlijdensplaats]. De verzoekers hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard, wat betekent dat zij de nalatenschap onder voorwaarden aanvaarden en aansprakelijkheid voor schulden beperken.
De verzoekers stelden dat de vereffeningswerkzaamheden van de nalatenschap waren afgerond en dat zij de onroerende zaak aan [naam] wilden toebedelen. De notaris had hen geadviseerd om een machtiging van de kantonrechter aan te vragen om over te kunnen gaan tot deze partiële verdeling, omdat zij niet bevoegd zouden zijn om zelfstandig over de nalatenschap te beschikken.
De kantonrechter oordeelde echter dat, aangezien alle erfgenamen de nalatenschap beneficiair hadden aanvaard en er geen vereffenaar door de rechtbank was benoemd, de verzoekers geen machtiging van de kantonrechter nodig hadden voor de partiële verdeling. De kantonrechter concludeerde dat het verzoek nodeloos was en wees het af. De beschikking werd gegeven door mr. P. Hoekstra, kantonrechter, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.