Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding;
- de mondelinge behandeling, tijdens welke Woningstichting HEEMwonen zonder bezwaar van gedaagden heeft ingetrokken de door haar tegen [naam gedaagde] , gedagvaard als gedaagde sub 2, ingestelde vordering en de aangekondigde reconventionele vordering niet in behandeling is genomen;
- de pleitnota van Woningstichting HEEMwonen en haar vermeerderde eis ter zitting;
- de pleitnota van [naam bouwbedrijf 1] .
2.De feiten
3.Het geschil
a. de hekken en toebehoren, door of namens [naam bouwbedrijf 1] aangebracht rondom de hiervoor bedoelde onroerende zaak, te verwijderen en verwijderd te houden, en
b. elk de vrije toegang tot de hiervoor bedoelde onroerende zaak verhinderende objecten, door of namens [naam bouwbedrijf 1] aangebracht rondom de hiervoor bedoelde onroerende zaak, te verwijderen en verwijderd te houden; met machtiging aan Woningstichting HEEMwonen om, indien [naam bouwbedrijf 1] in gebreke blijft in het wegnemen van de onder a en b bedoelde zaken, deze zelf te doen wegnemen, desnoods met behulp van de sterke arm van justitie en politie, met veroordeling van [naam bouwbedrijf 1] in de kosten van die reële executie, op vertoon van de redelijkerwijs ter zake aangewende kosten, een en ander op verbeurte van een dwangsom aan Woningstichting HEEMwonen van € 100.000,--, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [naam bouwbedrijf 1] geen gevolg geeft aan de veroordeling;
4.De beoordeling
980,--;