ECLI:NL:RBLIM:2018:6987

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 juli 2018
Publicatiedatum
20 juli 2018
Zaaknummer
6540142 \ CV EXPL 17-9766
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de status van coniferen als bomen of heggen en de gevolgen voor de erfgrens

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 11 juli 2018, gaat het om een geschil tussen buren over de status van coniferen die op het perceel van de gedaagde partij staan. De eisende partij stelt dat deze coniferen als bomen moeten worden beschouwd, omdat ze binnen 50 cm van de erfgrens staan en een hoogte van 12 meter hebben bereikt, wat volgens artikel 5:42 BW niet is toegestaan. De gedaagde partij betwist dit en voert aan dat de coniferen al langer dan 20 jaar op hun plek staan, waardoor er mogelijk sprake is van verjaring. De kantonrechter verwijst naar eerdere uitspraken van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch en concludeert dat de coniferen als individuele bomen moeten worden beschouwd, tenzij aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan die hen als heg zouden kwalificeren. Tijdens een comparitie van partijen op 4 juni 2018 is vastgesteld dat de coniferen niet voldoen aan de criteria om als heg te worden aangemerkt. De kantonrechter heeft de gedaagde partij de gelegenheid gegeven om bewijs te leveren van de verjaring van de vordering van de eisende partij. De zaak is aangehouden voor verdere bewijslevering en de beslissing in reconventie is eveneens aangehouden. De kantonrechter heeft de partijen opgeroepen om getuigen te horen en verdere bewijsstukken te overleggen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6540142 \ CV EXPL 17-9766
Vonnis van de kantonrechter van 11 juli 2018
in de zaak van:
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie],
wonend [adres eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] ,
[woonplaats eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] ,
eisende partij in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigde:mevr. mr. A.M.M. Greijdanus, AGIN Pranger Gerechtsdeurwaarders Juristen incassospecialisten,
tegen:

1.[gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie, sub 1] ,wonend [adres gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie, sub 1 en 2] ,[woonplaats gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie, sub 1 en 2] ,

2.
[gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie, sub 2],
wonend [adres gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie, sub 1 en 2] ,
[woonplaats gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie, sub 1 en 2] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. N.P.H. Vissers, Arag Rechtsbijstand Roermond.
Partijen zullen hierna [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] (mannelijk enkelvoud) genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
  • de beslissing waarbij een descente/comparitie van partijen is bepaald
  • de conclusie van antwoord in reconventie
  • het proces-verbaal van descente/comparitie van 4 juni 2018.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn buren van elkaar.
Tussen partijen is een discussie ontstaan over de coniferen die op het perceel van [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] staan.
2.2.
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] heeft een grensreconstructie laten uitvoeren.

3.Het geschil in conventie en in reconventie

3.1.
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] :
Primair: de coniferen die staan binnen de verboden (toevoeging kantonrechter: zone) te verwijderen op straffe van een dwangsom;
Subsidiair: de coniferen die staan binnen de verboden zone te snoeien tot 2 meter hoogte en gesnoeid te houden op straffe van een dwangsom;
Meer subsidiair: de overhangende takken van de coniferen te snoeien en gesnoeid te houden op straffe van een dwangsom,
dit alles met veroordeling van [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] in de kosten van deze procedure.
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] voert verweer tegen de vordering in reconventie.
3.2.
[gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] vordert - samengevat - veroordeling van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] tot het verwijderen en verwijderd houden van de takken van de berkenboom in de tuin van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] , nabij de erfgrens met [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] , voor zover die takken over het perceel van [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] hangen, dit op straffe van een dwangsom.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

4.1.
Op 4 juni 2018 heeft de descente/comparitie van partijen plaatsgevonden. Hetgeen is geconstateerd en verklaard is opgenomen in een proces-verbaal.
in conventie
4.2.
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat uit de uitgevoerde grensreconstructie blijkt dat de coniferen binnen 50 cm van de erfgrens staan. Deze coniferen zijn gegroeid tot een hoogte van 12 meter en veroorzaken onrechtmatige overlast.
Op grond van artikel 5:42 BW is het niet toegestaan om binnen een afstand van 2 meter van de erfgrens bomen te hebben. Subsidiair kan [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] ermee instemmen dat de bomen worden teruggesnoeid tot 2 meter hoogte.
4.3.
[gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] voert aan dat hij niet betrokken is geweest bij de erfgrensreconstructie. In elk geval al langer dan 20 jaar hanteren beide partijen het midden van een beekje, dat tussen de percelen loopt, als erfgrens. De coniferen staan volgens [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] absoluut op een grotere afstand dan 50 cm van de perceelgrens en zijn lager dan 12 meter. Verder vormen de coniferen een haag en daarvoor geldt een verboden afstand van 50 cm. [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] betwist dat de coniferen voor onrechtmatige overlast zorgen. Dit is ook niet aangetoond door [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] .
[gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] beroept zich verder op verjaring. De coniferen staan er al langer dan 20 jaar. Ter onderbouwing van dit verweer legt [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] foto’s over.
Verder voert [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] aan dat het opleggen van dwangsommen niet aan de orde kan zijn. Niet is gemotiveerd of onderbouwd waarom een versterking met dwangsommen geïndiceerd zou zijn.
Tot slot verzet [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] zich tegen de gevraagde uitvoerbaar bij voorraad verklaring. Indien de vorderingen van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] worden toegewezen, zal [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] zeker tegen de uitspraak appelleren.
4.4.
Partijen verschillen van mening over de vraag of de coniferen bomen zijn dan wel een heg of haag. Bij de beantwoording van deze vraag verwijst de kantonrechter naar het toetsingskader zoals dat door het Gerechtshof te ’s Hertogenbosch reeds meerdere malen is gehanteerd (Vgl. Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 27 december 2016. GHSHE:2016:5659). De kantonrechter sluit zich daarbij aan.
Als uitgangspunt heeft daarom dus te gelden dat iedere conifeer een afzonderlijke boom is. Er is geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken in de gevallen waarin men een conifeer laat groeien zoals dat in de natuurlijke aard van een conifeer besloten ligt - in het algemeen rond groeiend en beneden breder dan boven - zonder dat door (ingrijpende) snoeiwerkzaamheden beperkingen in hoogte en breedte zijn aangebracht.
Er kan echter, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, aanleiding zijn om van dit uitgangspunt af te wijken waardoor een rij van coniferen als heg zou kunnen worden beschouwd, met als gevolg dat de in artikel 5:42 BW bedoelde afstand tot de grenslijn waarbinnen het verboden is om de betreffende coniferen te hebben niet twee meter maar een halve meter bedraagt.
In het geval (i) dicht(er dan normaal) op elkaar geplaatste coniferen (ii) deel uitmaken van een groter geheel aan coniferen, welk geheel (iii) vanaf het eerste snoeimoment zodanig wordt gesnoeid dat op den duur de afzonderlijke coniferen hun individuele karakter verliezen, kan vanaf het begin sprake zijn van een heg. Daarvoor is noodzakelijk dat de coniferen die op den duur de heg moeten gaan vormen (iv) qua hoogte op de juiste wijze worden gesnoeid (zie de hierna volgende rechtsoverweging). Indien niet wordt voldaan aan deze voorwaarden dan geldt dat de coniferen die in uitgangspunt bomen waren, bomen zijn gebleven.
4.5.
Ter descente/comparitie is gebleken dat de coniferen niet voldoen aan de criteria zoals genoemd in rechtsoverweging 4.4. De coniferen staan op zodanige afstand van elkaar dat zij stuk voor stuk individuele bomen zijn gebleven. Dat het geheel wel een massieve uitstraling heeft maakt dat niet anders. Ook bijvoorbeeld een bosrand heeft een dergelijke uitstraling zonder dat er sprake is van een haag.
4.6.
Op de descente/comparitie van partijen is verder gebleken dat de coniferen zich binnen een afstand van 2 meter van de erfgrens bevinden. Het gaat hierbij om zowel de door [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] gestelde erfgrens midden door de beek als de door [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] gestelde erfgrens die na grensreconstructie is vastgesteld.
4.7
[gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] heeft zich ten aanzien van de coniferen beroepen op verjaring. De coniferen zouden er al meer dan 20 jaar staan. Tijdens de descente is gebleken dat de coniferen in twee “groepen” zijn geplant. Een gedeelte van de coniferen (richting achterzijde van de tuin) is in 1988 geplant. Over het andere gedeelte van de coniferen (richting straatzijde) verschillen partijen van mening over het tijdstip waarop deze geplant zijn. [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat er in 1997 en 1998 nog dennen stonden. Nadat deze zijn weggehaald, zijn er pas coniferen geplant. [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] daartegenover stelt dat de coniferen richting straatzijde in 1996 zijn geplant en dat er ook ten aanzien van deze coniferen sprake is van verjaring. Ter onderbouwing hiervan heeft [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] een aantal foto’s overgelegd met daarop de kinderen van [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] met daarbij gevoegd een verklaring van de dochter waarin zij aangeeft welke leeftijd zij op de betreffende foto’s had.
Ook verschillen partijen over de vraag waar de scheiding loopt tussen de groep coniferen uit 1988 en de groep die in 1996 of 1997/1998 is geplant
4.8.
Nu [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] zich beroept op rechtsgevolgen van door hem gestelde feiten of rechten, te weten verjaring, draagt [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] de bewijslast van die feiten of rechten. [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] heeft uitdrukkelijk bewijs van zijn stellingen aangeboden en wordt daartoe in de gelegenheid gesteld. Omdat onduidelijk is waar zich de scheiding tussen de groepen coniferen bevindt zal de kantonrechter de bewijsopdracht voor alle coniferen laten gelden. In het kader van de bewijslevering kan dan ook nader vastgesteld worden waar deze scheiding zich bevindt. Volledigheidshalve merkt de kantonrechter op dat de overgelegde foto’s met de daarbij gevoegde verklaringen met betrekking tot de leeftijd van de personen die daarop zichtbaar zijn vooralsnog niet voldoende bewijs opleveren.
4.9.
In afwachting van de bewijslevering wordt iedere verdere beslissing in conventie aangehouden.
in reconventie
4.11.
[gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] vordert veroordeling van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] tot het verwijdering en verwijderd houden van de overhangende takken van de berkenboom die zich in de tuin van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] bevindt. Op de descente/comparitie van partijen is gebleken dat takken van deze berkenboom zich boven de grond van [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] bevinden. Dit is ook door [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] erkend. Overigens heeft de kantonrechter ook geconstateerd dat deze takken en de coniferen van [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] door elkaar heen groeien en er zo een onoverzichtelijke situatie is ontstaan.
4.12.
Hoe lang deze takken zich al boven de grond van [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] bevinden kan in het midden blijven nu er geen beroep op verjaring is gedaan en [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] zich zelfs uitdrukkelijk bereid heeft verklaard deze takken te verwijderen. Daaraan verbindt hij wel de voorwaarde dat de coniferen bij de berkenboom eerst worden verwijderd of getopt omdat snoeien in de huidige situatie te gevaarlijk is en daarom onverantwoord.
Of het in de huidige situatie mogelijk is de overhangende takken op een veilige en verantwoorde manier te snoeien is een kwestie die de kantonrechter zal laten rusten tot het moment waarop het duidelijk is wat er moet de coniferen moet gebeuren die zich nabij de berkenboom bevinden. Moeten deze gesnoeid of getopt worden, dan is er vanuit veiligheidsgezichtspunt immers in ieder geval geen probleem meer.

5.De beslissing in conventie en in reconventie

De kantonrechter
in conventie
5.1.
laat [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] toe bewijs te leveren van feiten en omstandigheden waaruit valt af te leiden dat:
de vordering van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] met betrekking tot de coniferen nabij de erfgrens verjaard is,
5.2.
bepaalt - voor het geval dat [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] getuigen wil doen horen - dat de getuigenverhoren zullen worden gehouden door mr. R.A.J. van Leeuwen in het gerechtsgebouw te Roermond aan de Willem II Singel 67 op een nader te bepalen dag en uur,
5.3.
bepaalt dat partijen bij de getuigenverhoren in persoon aanwezig moeten zijn,
5.4.
verwijst de zaak naar de rolzitting van 8 augustus 2018 voor opgave van de namen, voornamen, leeftijd, beroep en woon- of verblijfplaats van de te horen getuigen en voor opgave van de verhinderdata van beide partijen, hun gemachtigden en de getuigen en voor het geval [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] op andere wijze dan middels het horen van getuigen (eventueel ook) bewijs wenst te leveren (tevens) voor uitlating [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] c.q. overlegging stukken door [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] . Wellicht ten overvloede wijst de kantonrechter er op dat de partij die de getuige(n) wenst te doen horen, zelf voor de aanwezigheid van deze getuige(n) dient zorg te dragen,
5.5.
bepaalt tevens dat indien [gedaagde partijen in conventie, eisers in reconventie] op voornoemde rolzitting geen opgave doet noch op andere wijze bewijs bijbrengt, de zaak op vonnis zal worden gesteld,
5.6.
houdt iedere verdere beslissing aan,
in reconventie
1.1
houdt iedere verdere beslissing aan,
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A.J. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken.
type: PL
coll: