Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de akte wijziging van eis
- de door [eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] nagezonden productie 3 (ter vervanging van de bij dagvaarding gevoegde productie 3
- de conclusie van antwoord, tevens conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie
- de rolbeslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald
- het proces-verbaal van de op 5 maart 2018 gehouden comparitie van partijen, waarbij [eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] zijn vordering heeft verminderd en waarbij gelijktijdig ook de zaak met het zaaknummer 6410615 CV EXPL 17-7925 is behandeld
- de door PC tijdens de comparitie genomen akte houdende verzoek tot getuigenverhoor
- de vervolgens door partijen genomen aktes, waarin door [eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] om vonnis gevraagd is en waarin door P.C. is verzocht om nader uitstel, althans haar toe te staan bewijs te leveren.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
met vakantiebijslag)
- dagvaarding € 102,10
- griffierecht € 470,00
- salaris gemachtigde
5.De beslissing
- € 100,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na heden tot de dag van voldoening
- de explootkosten van betekening van het vonnis (indien betekening heeft plaatsgevonden), te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na heden tot de dag van voldoening,