ECLI:NL:RBLIM:2018:6636

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 juli 2018
Publicatiedatum
11 juli 2018
Zaaknummer
4702 6466855 cv expl 17-8848
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van tandartskosten met betrekking tot een minderjarig kind

In deze zaak vordert de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FAMED B.V., gevestigd te Amersfoort, betaling van een restantfactuur van tandartskosten die zijn gemaakt voor een minderjarig kind van de gedaagde partij. De gedaagde erkent de verschuldigde hoofdsom van € 63,42, maar stelt dat hij geen factuur of aanmaningen heeft ontvangen. De kantonrechter gaat er echter vanuit dat de gedaagde de post heeft ontvangen, aangezien alle correspondentie naar zijn woonadres is gestuurd. De kantonrechter oordeelt dat de aanmaning voldoet aan de vereisten van artikel 6:96 lid 6 BW, waardoor de gevorderde incassokosten ook kunnen worden toegewezen.

De procedure is gestart met een dagvaarding, gevolgd door een conclusie van antwoord, repliek en dupliek. De kantonrechter heeft de feiten vastgesteld, waarbij is vastgesteld dat de tandartspraktijk Wermenbol de behandeling heeft uitgevoerd en de vordering in eigendom heeft overgedragen aan de eisende partij. De gedaagde heeft verweer gevoerd, maar de kantonrechter heeft dit verweer verworpen. De vordering van de eisende partij is toegewezen, inclusief de gevorderde rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde partij is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 265,17. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6466855 \ CV EXPL 17-8848
Vonnis van de kantonrechter van 11 juli 2018
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FAMED B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
eisende partij,
gemachtigde Gerechtsdeurwaarderskantoor Van Arkel,
tegen:

1.[gedaagde partij sub 1] ,wonend [adres gedaagde partijen sub 1 en 2] ,[woonplaats gedaagde partijen sub 1 en 2] ,

2.
[gedaagde partij sub 2],
wonend [adres gedaagde partijen sub 1 en 2] ,
[woonplaats gedaagde partijen sub 1 en 2] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd betwist, kan van de volgende feiten worden uitgegaan:
  • Tandartspraktijk Wermenbol heeft een tandheelkundige behandeling uitgevoerd bij het minderjarige kind van gedaagde partij;
  • De kosten daarvan bedragen € 104,64;
  • Nadat de factuur is ingediend bij de zorgverzekeraar resteerde een bedrag van € 63,42 door gedaagde partij te voldoen. Dit bedrag is niet betaald.
  • Tandartspraktijk Wermenbol heeft haar vordering in eigendom overgedragen aan eisende partij.

3.Het geschil

3.1.
Eisende partij vordert - samengevat - veroordeling van gedaagde partij tot betaling van € 103,88, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Gedaagde partij voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Gedaagde partij erkent de gevorderde hoofdsom. De factuur of andere correspondentie is niet ontvangen, zodat gedaagde partij niet kón betalen. Zij betwist daarom de verschuldigdheid van incassokosten.
4.2.
Nu gedaagde partij de verschuldigde hoofdsom heeft erkend, kan deze worden toegewezen. De kantonrechter verwerpt het verweer van gedaagde partij ten aanzien van de buitengerechtelijke kosten en overweegt daartoe als volgt.
Bij repliek heeft eisende partij de factuur, een betalingsherinnering en twee aanmaningen overgelegd. Deze zijn alle gericht aan het adres waarop gedaagde partij thans nog woonachtig is, zodat ervan uit moet worden gegaan dat deze post ontvangen is. Zoals eisende partij aangeeft kan ervan uit worden gegaan dat bijna 100% van de post op het juiste adres wordt bezorgd. Mocht het zo zijn dat één van de poststukken niet is ontvangen, dan heeft gedaagde partij in elk geval de andere poststukken wel ontvangen. Door gedaagde partij is ook niet aangegeven dat post, om welke reden dan ook, niet wordt bezorgd en dat dit wel vaker voor problemen heeft gezorgd.
Nu eisende partij aan gedaagde partij een aanmaning heeft gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW, kunnen de gevorderde buitengerechtelijke kosten worden toegewezen.
4.5.
Gelet op het voorgaande kan de vordering van eisende partij worden toegewezen met inbegrip van de gevorderde rente en buitengerechtelijke incassokosten.
4.6.
De kantonrechter acht geen termen aanwezig gedaagde partij toe te laten tot nadere bewijslevering.
4.7.
Gedaagde partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 88,17
  • griffierecht 117,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 265,17
4.8.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt gedaagde partij om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisende partij te betalen een bedrag van € 103,88, vermeerderd met de wettelijke rente over € 63,42 vanaf 17 oktober 2017 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt gedaagde partij in de proceskosten aan de zijde van eisende partij gevallen en tot op heden begroot op € 265,17,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken.
type: PL
coll: