Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
VGZ ZORGVERZEKERAAR N.V.
1.De procedure
2.Het geschil
de vordering van VGZ
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de ziektekostenverzekeraar VGZ een gedaagde in rechte betrokken voor een vordering van € 280,95, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De gedaagde, die tijdelijk in België verbleef, kwam pas door de dagvaarding achter de openstaande bedragen. VGZ had eerder een betalingsregeling getroffen in een ander dossier, maar besloot nu tot incasso en gerechtelijke invordering. De gedaagde voerde verweer en stelde dat VGZ onredelijk handelde door zo snel te procederen zonder haar de kans te geven om in termijnen te betalen. De kantonrechter oordeelde dat VGZ onvoldoende bewijs had geleverd voor het intreden van verzuim en dat de gedaagde niet tijdig op de hoogte was gesteld van de vordering. De rechter wees de hoofdsom van € 231,82 toe, maar compenseerde de proceskosten, zodat beide partijen hun eigen kosten moesten dragen. Het vonnis werd uitvoerbaar verklaard bij voorraad, maar het meer of anders gevorderde werd afgewezen.