In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 5 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoeker], en zijn werkgever, Mc Donald’s “De Geusselt” B.V. De werknemer was op 30 september 2013 in dienst getreden op basis van een 0-urencontract en had zich in juni 2017 ziek gemeld. Na een periode van ziekte en re-integratie, heeft de werkgever de werknemer op 12 april 2018 op staande voet ontslagen, met de mededeling dat dit gebeurde om 'moverende redenen'. De werknemer heeft hiertegen verweer gevoerd en verzocht om betaling van een transitievergoeding, een billijke vergoeding en een gefixeerde vergoeding. Tijdens de zitting op 26 juni 2018 heeft de werkgever erkend dat het ontslag impulsief en zonder goede grond was, en dat er geen dringende reden voor het ontslag bestond. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en heeft de verzoeken van de werknemer op alle onderdelen toegewezen. De rechter heeft Mc Donald’s veroordeeld tot betaling van de gevraagde vergoedingen, en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.