ECLI:NL:RBLIM:2018:6468

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 juli 2018
Publicatiedatum
9 juli 2018
Zaaknummer
6941484 AZ VERZ 18-46
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en verzoek om vergoedingen na erkenning van onterecht ontslag

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 5 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoeker], en zijn werkgever, Mc Donald’s “De Geusselt” B.V. De werknemer was op 30 september 2013 in dienst getreden op basis van een 0-urencontract en had zich in juni 2017 ziek gemeld. Na een periode van ziekte en re-integratie, heeft de werkgever de werknemer op 12 april 2018 op staande voet ontslagen, met de mededeling dat dit gebeurde om 'moverende redenen'. De werknemer heeft hiertegen verweer gevoerd en verzocht om betaling van een transitievergoeding, een billijke vergoeding en een gefixeerde vergoeding. Tijdens de zitting op 26 juni 2018 heeft de werkgever erkend dat het ontslag impulsief en zonder goede grond was, en dat er geen dringende reden voor het ontslag bestond. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en heeft de verzoeken van de werknemer op alle onderdelen toegewezen. De rechter heeft Mc Donald’s veroordeeld tot betaling van de gevraagde vergoedingen, en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 6941484 AZ VERZ 18-46
Beschikking van 5 juli 2018
[verzoeker],
wonend te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. L. R. Beuker,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MC DONALD’S “DE GEUSSELT” B.V.,
gevestigd te Maastricht
verwerende partij,
gemachtigde: mr. P.W.F. Kostons.
Partijen zullen hierna [verzoeker] en Mc Donald’s worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen
  • de nagezonden bijlagen van [verzoeker]
  • het verweerschrift met bijlagen
  • de mondelinge behandeling op 26 juni 2018, waarbij mr. Breuker een pleitnota heeft overgelegd en het verzoek op onderdelen heeft gewijzigd,
  • de op 2 juli 2018 ingekomen faxberichten van [verzoeker] en Mc Donald’s.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] is op 30 september 2013 op grond van een arbeidsovereenkomst (een 0 urencontract) bij Mc Donald’s in dienst getreden, laatstelijk in de functie van crewtrainer.
2.2.
Medio 2017 is [verzoeker] gestart met een intern opleidingstraject voor de functie van shift assistent. Vlak na aanvang van dit traject heeft [verzoeker] zich op 16 juni 2017 ziek gemeld.
2.3.
Het loon dat [verzoeker] in de drie maanden voor de ziekmelding ontving bedroeg (gemiddeld) € 1.486,46 bruto per maand, exclusief 8 % vakantiebijslag en € 158,13 bruto uitbetaling snipperuren.
2.4.
In de probleemanalyse van 1 augustus 2017 heeft de bedrijfsarts vermeld dat [verzoeker] niet beschikbaar is voor werk “i.v.m. behandeling. Er is derhalve tijdelijk sprake van Geen Benutbare Mogelijkheden.”
2.5.
Op 26 februari 2018 heeft de bedrijfsarts (onder meer) het volgende geconcludeerd/geadviseerd: “Er is geen sprake meer van Geen Benutbare Mogelijkheden. Werknemer heeft mogelijkheden voor het verrichten van arbeid, echter middels geleidelijke activatie en binnen gestelde beperkingen. (…) Geadviseerd wordt het gesprek aan te gaan over de mogelijkheden om te starten in rustige en eenvoudige taken voor 2x enkele uren (2-4) per week, op vaste dagen en tijden.”
2.6.
[verzoeker] heeft vervolgens op 27 maart 2018 in het kader van zijn re-integratie hervat in aangepast werk.
2.7.
Op 29 maart 2018 heeft [verzoeker] zich ook voor deze werkzaamheden ziekgemeld.
2.8.
Op 9 april 2018 concludeert de bedrijfsarts dat er arbeidsmogelijkheden bestaan. Hij adviseert gezien de huidige situatie [verzoeker] kortdurend niet in werk te belasten (gedurende twee weken) en vervolgens het gesprek aan te gaat om te komen tot hernieuwde duidelijke afspraken met betrekking tot taken en begeleiding.
2.9.
Bij brief van 12 april 2018 heeft Mc Donald’s [verzoeker] medegedeeld dat hij op staande voet is ontslagen “om moverende redenen”.
2.10.
Bij brief van 19 april 2018 heeft (de gemachtigde van) [verzoeker] (samengevat) aangevoerd dat er geen sprake is van een (medegedeelde) dringende reden voor onverwijlde opzegging van de arbeidsovereenkomst, dat de opzegging niet voldoet aan de wettelijke eisen en dat Mc Donald’s schadeplichtig is jegens [verzoeker] .

3.Het geschil en de beoordeling

3.1.
[verzoeker] verzoekt na wijziging van zijn verzoek ter zitting Mc Donald’s te veroordelen tot betaling van:
€ 2.664,24 bruto transitievergoeding
€ 2.791,00 bruto gefixeerde vergoeding (i.v.m. onregelmatige opzegging)
€ 8.400,00 bruto billijke vergoeding
€ 1.354,08 bruto vakantie-uren.
3.2.
Mc Donald’s heeft ter zitting erkend dat zij te impulsief en zonder goede grond [verzoeker] op staande voet heeft ontslagen. Hieruit volgt dat Mc Donald’s ernstig verwijtbaar jegens [verzoeker] gehandeld heeft. Voorts staat tussen partijen vast dat de arbeidsverhouding door het handelen van Mc Donald’s verstoord is geraakt. Mc Donald’s heeft erkend de bedragen waarvan [verzoeker] betaling verzoekt aan hem verschuldigd te zijn. De kantonrechter zal het verzoek van [verzoeker] dan ook op alle onderdelen toewijzen.
3.3.
De kantonrechter acht termen aanwezig de proceskosten te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt Mc Donald’s tot betaling aan [verzoeker] van € 2.664,24 bruto;
4.2.
veroordeelt Mc Donald’s tot betaling aan [verzoeker] van € 2.791,00 bruto;
4.3.
veroordeelt Mc Donald’s tot betaling aan [verzoeker] van € 8.400,00 bruto;
4.4.
veroordeelt Mc Donald’s tot betaling aan [verzoeker] van € 1.354,08 bruto;
4.5.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.6.
compenseert de proceskosten in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Hoekstra en is in het openbaar uitgesproken.
Type: RW