In deze zaak vorderde de eisende partij, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, betaling van schadevergoeding van de gedaagde partij, eveneens een besloten vennootschap, in verband met een hoogwerker die niet functioneerde. De hoogwerker was op 22 februari 2017 gekocht via een veiling, en de koopovereenkomst vermeldde dat de hoogwerker direct inzetbaar was. Na de aankoop bleek de hoogwerker echter niet te functioneren, waarna de eisende partij de gedaagde partij aansprakelijk stelde. De kantonrechter oordeelde dat er geen verzuim was ingetreden, omdat er geen ingebrekestelling was verstuurd, en dat de gedaagde partij niet in gebreke was gesteld. De eisende partij had ook niet voldaan aan haar onderzoeksplicht en er was geen onafhankelijke kostenraming overgelegd. De kantonrechter concludeerde dat, zelfs als er sprake zou zijn van een tekortkoming, de gevorderde schade niet voor vergoeding in aanmerking kwam omdat er geen verzuim was ingetreden. De vordering van de eisende partij werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij, die op € 600,00 werden begroot, vermeerderd met wettelijke rente.