Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling.
2.De beoordeling
- dagvaarding € 99,91
- griffierecht € 79,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 20 juni 2018, vorderde de bewindvoerder van een werknemer, die in dienst was van zijn voormalige echtgenote, betaling van achterstallig loon en afgifte van relevante documenten. De werknemer was onder bewind gesteld, wat betekende dat alle financiële handelingen via de bewindvoerder dienden te verlopen. De werkgever had echter geen loon afgedragen aan de bewindvoerder en had ook geen loonstroken verstrekt. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever alsnog veroordeeld moest worden om het loon aan de werknemer, of aan de bewindvoerder, te betalen. De vordering tot betaling van het achterstallig loon van € 2.260,65, plus wettelijke verhogingen en rente, werd toegewezen. Daarnaast werd de werkgever veroordeeld tot afgifte van de arbeidsovereenkomst en loonstroken aan de bewindvoerder. De kantonrechter wees ook een dwangsom toe voor het geval de werkgever zou weigeren om aan de veroordelingen te voldoen. De kosten van de procedure werden aan de werkgever opgelegd, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De zaak benadrukt het belang van de rol van de bewindvoerder in financiële zaken van onderbewindgestelde meerderjarigen.