Op 22 juni 2018 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een verzetzaak van de Vereniging Stop Awacs Overlast tegen een eerdere niet-ontvankelijkverklaring van hun beroep. Dit beroep was ingesteld naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank van 6 september 2017, waarin de Minister van Defensie was opgedragen om binnen een redelijke termijn opnieuw te beslissen op de bezwaren van de opposante. De rechtbank had in de eerdere uitspraak geoordeeld dat er geen sprake was van een niet-tijdig beslissen door de Minister, en verklaarde het beroep daarom niet-ontvankelijk. De opposante stelde verzet in tegen deze niet-ontvankelijkverklaring, maar de rechtbank oordeelde dat het verzet ongegrond was. De rechtbank concludeerde dat er geen expliciete beslistermijn was opgenomen en dat de termijn voor het nemen van besluiten op bezwaar nog niet was verstreken ten tijde van het instellen van het beroep. De rechtbank behandelde de argumenten van de opposante, waaronder een beroep op het gelijkheidsbeginsel, maar oordeelde dat deze niet konden slagen. De rechtbank benadrukte dat de inhoud van de geschillen niet gelijk was en dat de redelijke termijn niet gelijkgesteld kon worden aan de termijn genoemd in een ander vonnis van een andere rechtbank. De uitspraak van 22 juni 2018 bevestigde de eerdere beslissing en verklaarde het verzet ongegrond, zonder aanleiding voor proceskostenveroordeling.