ECLI:NL:RBLIM:2018:5901

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 juni 2018
Publicatiedatum
21 juni 2018
Zaaknummer
03/661013-18
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van de verdachte in een overvalzaak op een cafetaria te Belfeld

Op 19 juni 2018 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die ten laste was gelegd dat zij behulpzaam zou zijn geweest bij een overval op cafetaria [naam cafetaria] in Belfeld. De verdachte, bijgestaan door haar advocaat mr. P.A. van Enckevort, ontkende de beschuldigingen en verklaarde dat zij enkel als bijrijdster in de vluchtauto had gezeten. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld na een eerdere aanhouding op 20 maart 2018. Tijdens de zitting op 5 juni 2018 zijn de verdachte, haar raadsvrouw, de officier van justitie en verschillende getuigen gehoord, waaronder medewerkers van Slachtofferhulp Nederland en een reclasseringsmedewerker.

De tenlastelegging hield in dat de verdachte opzettelijk behulpzaam zou zijn geweest bij de overval, waarbij geweld werd gebruikt tegen de slachtoffers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. De officier van justitie eiste dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zou worden, terwijl de verdediging aanvoerde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de overval. De rechtbank oordeelde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte op de uitkijk had gestaan of andere handelingen had verricht die haar betrokkenheid bij het misdrijf zouden aantonen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit, omdat het enkel aanwezig zijn in de vluchtauto niet als een handeling kan worden beschouwd die gericht is op het bevorderen van andermans strafbaar handelen. De benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, aangezien de verdachte niet werd veroordeeld voor het ten laste gelegde feit. De rechtbank heeft de kosten van de benadeelde partijen vastgesteld op nihil.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/661013-18
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 19 juni 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. P.A. van Enckevort, advocaat, kantoorhoudende te Venlo.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is, nadat de behandeling van de zaak ter zitting van 20 maart 2018 is aangehouden, waarvan proces-verbaal is opgemaakt, inhoudelijk behandeld op de zitting van 5 juni 2018. De verdachte en haar raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Tevens is als deskundige gehoord de heer
[naam reclasseringsmedewerker] van GGZ Reclassering Nederland. Voorts zijn ter zitting verschenen de heer [naam medewerker slachtofferhulp 1] en de heer van [naam medewerker slachtofferhulp 2] van Slachtofferhulp Nederland, namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
drie personen behulpzaam is geweest bij het plegen van een overval op cafetaria
[naam cafetaria] in Belfeld.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend wordt bewezen verklaard. Zij heeft daarbij verwezen naar de aangiftes van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , de getuigenverklaring van dochter [getuige] en de verklaringen van de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] .
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht de verdachte vrij te spreken van het ten laste gelegde, omdat
de voorwaardelijke opzet op het plegen van diefstal met geweld ontbreekt. De verdachte wist wat de medeverdachten van plan waren, maar zij wist niet dat in die mate geweld zou worden toegepast. Dit kon zij ook niet voorzien. De verdachte ontkent niet in de auto aanwezig te zijn geweest. Er is echter onvoldoende bewijs voor het op de uitkijk staan, de weg wijzen, een wapen (hamer) geven of het intapen van deze hamer.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
De verdachte heeft toegegeven dat zij in de vluchtauto heeft gezeten als bijrijdster, en ook dat zij wel wist waarnaar de medeverdachten op weg waren en wat zij daar van plan waren te gaan doen, maar zij ontkent dat zij op de uitkijk heeft gestaan, de weg heeft gewezen, een van de medeverdachten een wapen of hamer heeft gegeven of deze hamer heeft ingetapet met ducttape. De enige persoon die verklaart dat de verdachte dit wel heeft gedaan, is de medeverdachte [medeverdachte 1] . Deze verklaring wordt echter niet ondersteund door enig ander bewijsmiddel.
Dit betekent dat slechts kan worden bewezen dat de verdachte in de vluchtauto heeft gezeten als bijrijdster. Dit is naar het oordeel van de rechtbank geen handeling die is gericht op het bevorderen of gemakkelijk maken van andermans strafbaar handelen of het hulp bieden aan de dader bij het begaan van een misdrijf.
De verdachte zal daarom van het tenlastegelegde worden vrijgesproken.

4.De benadeelde partijen

[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben zich beiden als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot vergoeding van de als gevolg van het tenlastegelegde feit geleden materiele en immateriële schade.
Aangezien aan de vorderingen een feitencomplex ten grondslag ligt waarvoor verdachte niet zal worden veroordeeld, dienen de benadeelde partijen niet ontvankelijk in hun vorderingen te worden verklaard.
Aangezien de benadeelde partijen niet ontvankelijk in hun vorderingen zullen worden verklaard, zal de verdachte niet worden veroordeeld in de kosten die door de benadeelde partijen zijn gemaakt. Niet gebleken is dat verdachte (extra) kosten heeft gemaakt ten aanzien van de civiele vordering. De rechtbank heeft deze kosten vastgesteld op nihil.

5.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreektde verdachte
vrijvan het tenlastegelegde;
Benadeelde partijen
- verklaart de benadeelde partij
[slachtoffer 1]niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt tot heden begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij
[slachtoffer 2]niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt tot heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.A.M.C. van de Winkel, voorzitter, mr. J.J.M. Wassenberg en mr. F.L.G. Geisel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.A.E. van de Venne, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 19 juni 2018.
Buiten staat
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
[medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] op of omstreeks
21 december 2017 te Belfeld, in elk geval in de gemeente Venlo,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een
ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde, te weten aan
[slachtoffer 1] en/of aan cafetaria/restaurant [naam cafetaria] ,
heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld of
bedreiging met geweld tegen genoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om,
bij betrapping op heterdaad, aan zichelf en/of andere deelnemers aan dat
misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks
21 december 2017 te Belfeld, in elk geval in de gemeente Venlo,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft, door:
- samen met de bestuurder van de vluchtauto in de vluchtauto te zitten en/of
- samen met de bestuurder van de vluchtauto op de uitkijk te staan en/of
- de bestuurder van de vluchtauto de weg te wijzen en/of
- een van de verdachten te voorzien van een wapen (hamer) en/of
- de steel van deze hamer in te tapen met ducttape.