ECLI:NL:RBLIM:2018:5859

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
20 juni 2018
Publicatiedatum
21 juni 2018
Zaaknummer
6526655 CV \ EXPL 17-9572
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling na vroegtijdige beëindiging van een opleidingsovereenkomst

In deze zaak heeft de gedaagde zich ingeschreven voor een vakopleiding modeontwerpen bij de eisende partij, SCHEIDEGGER OPLEIDINGEN B.V. Na een periode van inschrijving heeft de gedaagde besloten om de opleiding voortijdig te beëindigen. De eisende partij heeft vervolgens een vordering ingesteld voor betaling van een deel van de opleidingskosten, die volgens de kantonrechter als een overeenkomst van opdracht kan worden gekwalificeerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij recht heeft op een in redelijkheid vast te stellen deel van het loon, en heeft het gevorderde bedrag van € 800,00 als redelijk beoordeeld. De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met rente en kosten. Daarnaast heeft de kantonrechter de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat de aanmaning niet voldeed aan de wettelijke eisen. De gedaagde partij is als grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6526655 \ CV EXPL 17-9572
Vonnis van de kantonrechter van 20 juni 2018
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid SCHEIDEGGER OPLEIDINGEN B.V.,
gevestigd te Hilversum,
eisende partij,
gemachtigde Rosmalen Gerechtsdeurwaarders,
tegen:
[gedaagde partij],
wonend [adres gedaagde partij] ,
[woonplaats gedaagde partij] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het antwoord
- de conclusie van repliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Gedaagde partij heeft zich bij eisende partij ingeschreven voor de vakopleiding modeontwerper. Ter zake zijn gedaagde partij facturen toegestuurd met een totaalbedrag van € 2.899,72.
2.2.
De opleiding zou aanvankelijk in Eindhoven gevolgd kunnen worden. Dit bleek echter niet mogelijk en bij e-mail van 4 november 2015 is gedaagde partij geïnformeerd over alternatieven. Omdat gedaagde partij niet reageerde op deze e-mail is zij per e-mail van 10 november 2015 bericht dat de eerste module is verzet naar het volgende startmoment. In diezelfde e-mail is gedaagde partij medegedeeld dat zij de mogelijkheid had om de inschrijving binnen veertien dagen te annuleren. Dit heeft gedaagde partij niet gedaan.
2.3.
Gedaagde partij is gestart met de opleiding in Utrecht en heeft op 7 december 2015 te kennen gegeven te willen stoppen.
2.4.
Op grond van artikel 7 lid 4 van de toepasselijke voorwaarden zijn de volledige kosten van de eenjarige opleiding verschuldigd.

3.Het geschil

3.1.
Eisende partij vordert - samengevat en na vermindering van eis - veroordeling van gedaagde partij tot betaling van € 937,52 (€ 800,00 aan hoofdsom, € 17,52 aan rente en € 120,00 aan buitengerechtelijke kosten), vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Gedaagde partij heeft geantwoord.
Eisende partij heeft vervolgens gerepliceerd en haar vordering verminderd.
Gedaagde partij heeft niet meer gedupliceerd.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter overweegt als volgt.
Volgens vaste rechtspraak wordt een overeenkomst tot het volgen van een opleiding, zoals de onderhavige, gekwalificeerd als een overeenkomst van opdracht als bedoeld in artikel 7:405 BW. Ingevolge artikel 7:408, lid 1 BW kan de opdrachtgever te allen tijde de overeenkomst opzeggen. Voor de gevolgen van die opzegging moet naar het oordeel van de kantonrechter aansluiting worden gezocht bij artikel 7:411 BW, waarin is bepaald op welk loon de opdrachtnemer recht heeft in gevallen waarin de overeenkomst eindigt voordat de opdracht is volbracht of de tijd waarvoor zij is verleend is verstreken. Van beide voornoemde artikelen kan ingevolge het bepaalde in artikel 7:413 lid 2 juncto 408 lid 3 BW niet worden afgeweken ten nadele van een consument-opdrachtgever.
4.2.
Volgens artikel 7:411 BW heeft eisende partij bij vroegtijdige beëindiging van de opdracht recht op een in redelijkheid vast te stellen deel van het loon. Eisende partij vordert als loon een bedrag van € 800,00. De kantonrechter acht dit een redelijk loon, en gedaagde partij heeft dit ook niet betwist. De gevorderde – verminderde – hoofdsom wordt daarom toegewezen, evenals de daarover gevorderde en niet betwiste rente.
4.3.
Eisende partij maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim op/na 1 juli 2012 is ingetreden.
De door eisende partij verzonden aanmaning voldoet niet aan de in artikel 6:96 lid 6 BW gestelde eisen, nu hierin een hoger bedrag wordt genoemd dan op grond van het Besluit is toegestaan, zulks gelet op de vermindering van eis. De gevorderde buitengerechtelijke kosten zullen daarom worden afgewezen.
4.4.
Gedaagde partij zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 83,51
  • griffierecht € 470,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 753,51

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 817,52, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 800,00 vanaf 27 januari 2017 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt gedaagde partij voorts in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 753,51,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Rijksen en in het openbaar uitgesproken.
type: PL
coll: