Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de eisende partij, een besloten vennootschap, werkzaamheden verricht voor de gedaagde partij en een factuur van € 484,00 gestuurd. De gedaagde partij heeft een creditfactuur toegezegd gekregen, maar heeft slechts een deel van het bedrag betaald, namelijk € 363,00. De eisende partij vordert nu het resterende bedrag van € 193,60, vermeerderd met rente en kosten. De gedaagde partij betwist de voorwaarden die aan de creditfactuur zouden zijn verbonden. De kantonrechter oordeelt dat de eisende partij niet heeft aangetoond dat er voorwaarden zijn verbonden aan de creditering. De gedaagde partij heeft bovendien voldaan aan de toezegging van een creditnota, waardoor de vordering van de eisende partij wordt afgewezen. De kantonrechter wijst de vordering af en veroordeelt de eisende partij in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde partij op nihil worden begroot.