Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- dagvaarding € 83,99
- griffierecht 476,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MESSER B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij wegens het niet retourneren van een gehuurde zuurstofcilinder. De huurovereenkomst is inmiddels geëindigd, en de eisende partij vordert een schadevergoeding van € 684,36, vermeerderd met rente en kosten. De gedaagde partij heeft verweer gevoerd en stelt dat de zuurstofcilinder wel is geretourneerd. Echter, de eisende partij betwist dit en stelt dat er geen bewijs is geleverd door de gedaagde partij om zijn stelling te onderbouwen.
De kantonrechter heeft de argumenten van beide partijen overwogen. De eisende partij heeft zich beroepen op artikel 2.2 van de toepasselijke algemene voorwaarden, waarin staat dat bij niet-retourneren van de gehuurde goederen een schadevergoeding kan worden gevorderd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij geen bewijs heeft geleverd van de retour van de zuurstofcilinder, waardoor de vordering van de eisende partij als onvoldoende gemotiveerd betwist wordt beschouwd.
De kantonrechter heeft besloten dat er geen termen aanwezig zijn om de gedaagde partij toe te laten tot nadere bewijslevering. De gedaagde partij is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 759,99. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde partij onmiddellijk moet voldoen aan de betalingsverplichting, ondanks eventuele hoger beroep mogelijkheden.