ECLI:NL:RBLIM:2018:5521

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 juni 2018
Publicatiedatum
12 juni 2018
Zaaknummer
04 6639709/CV 18-743
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens niet-retourneren van gehuurde zuurstofcilinder

In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MESSER B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij wegens het niet retourneren van een gehuurde zuurstofcilinder. De huurovereenkomst is inmiddels geëindigd, en de eisende partij vordert een schadevergoeding van € 684,36, vermeerderd met rente en kosten. De gedaagde partij heeft verweer gevoerd en stelt dat de zuurstofcilinder wel is geretourneerd. Echter, de eisende partij betwist dit en stelt dat er geen bewijs is geleverd door de gedaagde partij om zijn stelling te onderbouwen.

De kantonrechter heeft de argumenten van beide partijen overwogen. De eisende partij heeft zich beroepen op artikel 2.2 van de toepasselijke algemene voorwaarden, waarin staat dat bij niet-retourneren van de gehuurde goederen een schadevergoeding kan worden gevorderd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij geen bewijs heeft geleverd van de retour van de zuurstofcilinder, waardoor de vordering van de eisende partij als onvoldoende gemotiveerd betwist wordt beschouwd.

De kantonrechter heeft besloten dat er geen termen aanwezig zijn om de gedaagde partij toe te laten tot nadere bewijslevering. De gedaagde partij is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 759,99. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde partij onmiddellijk moet voldoen aan de betalingsverplichting, ondanks eventuele hoger beroep mogelijkheden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6639709 \ CV EXPL 18-743
Vonnis van de kantonrechter van 13 juni 2018
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MESSER B.V.,
gevestigd te Zwijndrecht,
eisende partij,
gemachtigde Agin Otten Gerechtsdeurwaarders,
tegen:
[gedaagde partij] , h.o.d.n. [handelsnaam gedaagde partij],
wonend [adres gedaagde partij] ,
[woonplaats gedaagde partij] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Eisende partij heeft een zuurstofcilinder verhuurd aan gedaagde partij. Deze huurovereenkomst is in middels geëindigd.

3.Het geschil

3.1.
Eisende partij vordert - samengevat - veroordeling van gedaagde partij tot betaling van € 684,36, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Gedaagde partij voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Eisende partij stelt dat gedaagde partij na ommekomst van de huurovereenkomst de zuurstof cilinder niet heeft geretourneerd waarna eisende partij conform artikel 2.2. van de toepasselijke algemene voorwaarden een schadevergoeding van gedaagde partij vordert van 75% van de aankoopprijs van de verhuurde zuurstof cilinder.
4.2.
Gedaagde partij stelt de zuurstofcilinder te hebben geretourneerd. Eisende partij betwist dat de zuurstofcilinder retour is ontvangen. Nu gedaagde partij geen enkel bewijsstuk van zijn stelling in geding brengt noch bewijs hiervan aanbiedt moet de kantonrechter aan deze stelling voorbij gaan en ligt de vordering als onvoldoende gemotiveerd betwist voor toewijzing gereed.
4.3.
De kantonrechter acht geen termen aanwezig gedaagde partij toe te laten tot nadere bewijslevering.
4.4.
Gedaagde partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 83,99
  • griffierecht 476,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 759,99
4.5.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt gedaagde partij om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisende partij te betalen een bedrag van € 684,36, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 580,26 vanaf 31 januari 2018 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt gedaagde partij in de proceskosten aan de zijde van eisende partij gevallen en tot op heden begroot op € 759,99,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M.P. Brouns en in het openbaar uitgesproken.
type: HM
coll: