Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 16 mei 2018 met producties,
- de mondelinge behandeling van 24 mei 2018.
2.De feiten
3.Het geschil
- er door hem voldoende gelegenheid is gegeven om de bouwplannen voor te leggen, dat [eiser] dat niet heeft gedaan en dat zijn gedrag daarbij dreigend en intimiderend was,
- [eiser] uitdrukkelijk heeft bevestigd over de hand te zullen metselen en hij aan zijn woord gehouden moet worden,
- de noodzaak ontbreekt om anders dan over de hand te metselen,
- het tegelijkertijd twee aannemers op het terrein aan het werk hebben onhandig is en dat een extra steiger de bouw van zijn woning en bijbehoren hindert, omdat de doorgang naar het achter gelegen terrein wordt belemmerd, en vertraagt en dat er daardoor schade ontstaat.
4.De beoordeling
De spoedeisendheid
- exploot van dagvaarding € 109,61
- griffierecht € 291,00
- salaris advocaat
5.De beslissing
€ 50.000, eisers toe te staan om binnen de periode 28 mei 2018 tot en met
31 oktober 2018 gedurende vier aaneengesloten weken, die periode van vier aaneengesloten weken te verlengen met door weersomstandigheden onwerkbare dagen of dagen waarop door overmacht de te verrichten werkzaamheden niet kunnen worden verricht, gebruik te maken en te laten maken van het perceel van gedaagden, gelegen aan de [adres 2] te [plaats] , ten behoeve van het door eisers verrichten of laten verrichten van werkzaamheden aan hun onroerend goed gelegen aan de [adres 1] te [plaats] , die zullen bestaan uit het (laten) realiseren van het buitenspouwblad aan de zijde van de perceelgrens tussen de percelen van partijen alsmede hetgeen daarmee samenhangt, in het bijzonder het aanbrengen van ankers, luchtspouw, isolatiemateriaal en voegwerk,