ECLI:NL:RBLIM:2018:5395
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de kantonrechter in een civiele procedure met betrekking tot het slikprotocol
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door curator A.F.W., een vordering ingesteld tegen Stichting Pergamijn. De eiseres verzocht de rechtbank om het slikprotocol te staken, maar Stichting Pergamijn betwistte de bevoegdheid van de kantonrechter. De kantonrechter heeft op 6 juni 2018 geoordeeld dat de kamer voor kantonzaken onbevoegd is om van de zaak kennis te nemen. De vordering betreft geen aardvordering en het bedrag van € 25.000,00 wordt niet gehaald, waardoor de kamer voor andere zaken dan kantonzaken van de rechtbank Limburg bevoegd is. De kantonrechter heeft de zaak doorverwezen naar deze kamer en eiseres in de proceskosten veroordeeld.
De procedure begon met de eis van eiseres om Stichting Pergamijn te veroordelen tot het staken van het slikprotocol. Stichting Pergamijn stelde dat de kamer voor kantonzaken niet bevoegd was en dat de zaak naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken moest worden verwezen. Eiseres erkende dat er geen sprake was van een aardvordering of een vordering met een waarde van € 25.000,00, maar voerde aan dat het slikprotocol slechts een klein deel van de zorg betrof die door Stichting Pergamijn werd geleverd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering geen waarde heeft die aan de absolute competentie van de kamer voor kantonzaken voldoet. De zaak is daarom doorverwezen naar de juiste kamer, waarbij partijen zijn gewezen op de verplichting om zich door een advocaat te laten vertegenwoordigen in de verdere procedure. De kantonrechter heeft ook de kosten van het incident aan eiseres opgelegd.