Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- dagvaarding € 110,59
- griffierecht 223,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 6 juni 2018, is een vordering tot betaling van huurachterstand aan de orde. De eisende partij, vertegenwoordigd door Hafkamp Gerechtsdeurwaarders B.V., heeft een huurovereenkomst gesloten met de onder bewind gestelde personen, waarbij een kale huur van € 685,00 en servicekosten van € 95,00 zijn overeengekomen. De gedaagde partij, A. Lahyani, fungeert als bewindvoerder over de goederen van de onder bewind gestelden en heeft verweer gevoerd tegen de vordering, stellende dat de huurprijs te hoog is en dat de huurovereenkomst niet aan hem kan worden tegengeworpen omdat de toenmalige bewindvoerder geen toestemming heeft gegeven.
De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat het verweer van de gedaagde partij niet opgaat. De gedaagde had zich binnen zes maanden na aanvang van de huur tot de Huurcommissie kunnen wenden om de redelijkheid van de huurprijs te betwisten, maar heeft dit nagelaten. Ook het verweer met betrekking tot de servicekosten werd verworpen, aangezien de gedaagde partij niet heeft aangetoond dat er geen overeenstemming over deze kosten was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst correct is ondertekend door de toenmalige bewindvoerder.
De vordering van de eisende partij tot betaling van € 1.796,57, vermeerderd met rente en kosten, is toegewezen. De kantonrechter heeft de gedaagde partij ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 633,59. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.