Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord
- de rolbeslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald
- de akte aanvullende producties van [eiser]
- het proces-verbaal van comparitie van 17 mei 2018.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 3.524,13 wordt derhalve toegewezen. De wettelijke rente over dit bedrag zal worden toegewezen vanaf de subsidiair gevorderde dag van dagvaarding (23 februari 2018) en dus niet vanaf de primair gevorderde datum 21 december 2017. [gedaagde] was op laatstgenoemde datum immers nog niet in verzuim met betaling van de schadevergoeding want op die datum heeft [eiser] hem nog een termijn van twee weken gegeven om tot betaling over te gaan. Omdat [gedaagde] op de dag van dagvaarding in ieder geval wel in verzuim was met de betaling, zal de wettelijke rente vanaf die dag worden toegewezen.
- dagvaarding € 105,71
- griffierecht € 226,00
- salaris gemachtigde