Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Verloop van de procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 6 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een professionele fotograaf, eiser, en de besloten vennootschap C&O Travel B.V. Eiser vorderde een verklaring voor recht dat C&O inbreuk had gemaakt op zijn auteurs- en persoonlijkheidsrechten door zonder toestemming twee foto's van hem op hun website te plaatsen. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. L. de Vries, stelde dat C&O de licentievergoedingen voor deze foto's niet had betaald, ondanks herhaalde verzoeken. C&O betwistte de hoogte van de schade en voerde aan dat zij niet op de hoogte was van de auteursrechten van eiser.
De kantonrechter oordeelde dat C&O inbreuk had gemaakt op de auteursrechten van eiser, aangezien zij de foto's zonder toestemming had gebruikt. De rechter wees de vordering van eiser toe en veroordeelde C&O tot betaling van € 1.620,00 aan eiser, alsook tot vergoeding van de proceskosten. De rechter verwierp de verweren van C&O, waaronder het argument dat zij niet op de hoogte was van de auteursrechten, en stelde vast dat C&O onvoldoende bewijs had geleverd voor haar stellingen. De kantonrechter benadrukte dat de schadevergoeding die eiser vorderde, in overeenstemming was met de geleden schade door het ongeoorloofd gebruik van zijn foto's.
Daarnaast wees de rechter de vordering van eiser af om C&O te verplichten de bron van de foto's bekend te maken, omdat C&O voldoende informatie had verstrekt over de verwerving van de foto's. De rechter concludeerde dat C&O als grotendeels in het ongelijk gestelde partij de kosten van de procedure moest vergoeden, en dat de proceskosten op basis van artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering moesten worden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en C&O werd veroordeeld in de kosten van de procedure.