Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ,wonend [adres 2] ,[woonplaats 2] ,
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2],
wonend [adres 2] ,
[woonplaats 2] ,
1.De procedure
2.De motivering van de beslissingen
- de vordering tot ontruiming is toewijsbaar; huurders moeten het gehuurde voor 1 februari 2018 ontruimen; oplegging van een dwangsom, zoals ook gevorderd, wordt afgewezen, omdat verhuurder de ontruiming al met behulp van dit vonnis kan afdwingen, desnoods met behulp van de sterke arm en justitie;
- de vordering tot huurbetaling wordt voorlopig toegewezen tot in elk geval 5 x € 500,00,00 = € 2.500,00 (inclusief januari 2018), vermeerderd met wettelijke rente over € 2.000,00 vanaf de dagvaarding; partijen kunnen een bodemprocedure beginnen indien zij menen dat de voorlopige huurvermindering onterecht (te veel of te weinig) is;
- de vordering tot betaling van een vergoeding van € 500,00 per maand vanaf februari 2018 tot de ontruiming, steunt op artikel 7:225 BW en is toewijsbaar.
- de vordering tot schadevergoeding van 50% van de maandelijkse huur, gerekend vanaf aanvang van de huurovereenkomst, is deels al verdisconteerd in de beslissing omtrent de huurprijsvermindering in conventie, en voor het overige wordt de vordering afgewezen, bij gebrek aan voldoende bewijs omtrent aard en omvang van de gebreken en omtrent het moment waarop huurders verhuurder van die gebreken in kennis hebben gesteld (zie hierboven bij artikel 7:207 BW);
- de gevorderde verhuiskostenvergoeding wordt afgewezen. Nog daargelaten dat de regeling waarop huurders zich voor de berekening van de vergoeding baseren, niet van toepassing lijkt, is deze post ook onvoldoende feitelijk onderbouwd, kunnen voorlopig vraagtekens worden gezet bij de gestelde causaliteit tussen gebreken en noodzakelijke verhuizing en is de voorzieningenrechter er dus allerminst van overtuigd dat de bodemrechter deze vordering zal toewijzen;
- de vordering tot teruggave van de waarborgsom (volgens huurders € 1.000,00) is prematuur, nu het gehuurde nog niet is opgeleverd. Daarom wordt de vordering afgewezen.