Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eisende partij sub 1] ,2. [eisende partij sub 2] ,beiden wonende te [woonplaats eisers] , [adres eisers] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 december 2018,
- de door [eisers] bij brief van 22 januari 2018 overgelegde productie 33,
- het depot van [eisers] van 22 januari 2018, houdende het depot van een USB-stick met geluidsopnames,
- de conclusie van antwoord,
- de beslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald,
- de door [eisers] bij brief van 11 april 2018 overgelegde producties 34 tot en met 41,
- de op 17 april 2018 gehouden comparitie van partijen.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“Wel is de kantonrechter van oordeel dat [gedaagde partij] als een ernstig gewaarschuwd man heeft te gelden. Hij dient ervoor zorg te dragen dat hij zijn positief veranderde leefgedrag als huurder vasthoudt en in de toekomst geen overlast meer bezorgt. Hij heeft nu het voordeel van de twijfel gekregen waardoor hij een laatste kans krijgt om in de woning te blijven. Daar dient hij zich ernstig van bewust te zijn; terugval in de toekomst zou kunnen inhouden dat [eisers] en andere buurtgenoten wederom overlast ervaren en het staat hen dan vrij opnieuw een toets in rechte te laten plaatsvinden.”
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [naam bewindvoerder] , althans [gedaagde partij] , de gestelde overlast niet, althans onvoldoende, weersproken gelet op het volgende. [eisers] heeft de door hem gestelde overlast uitvoerig gedocumenteerd. Zo heeft [eisers] diverse verklaringen overgelegd die betrekking hebben op de periode van 22 augustus 2017 tot en met 16 januari 2018. Het betreft verklaringen van (onder meer) de navolgende buren en omwonenden: mevrouw [A] , [B] , de heer [C] , mevrouw [D] , familie [E] , [F] , [G] , [H] , [I] en [J] . Allen klagen zij over de door [gedaagde partij] veroorzaakte overlast, te weten geluidsoverlast, intimiderend, agressief en bedreigend gedrag. Ook de politie [K] ) heeft (geluids)overlast geconstateerd op 8 december 2017 (zie productie 35 van [eisers] c.s.). Weliswaar heeft [handelsnaam bewindvoerder] verklaringen overgelegd (van [L] , de heer [M] en [N] ), maar deze zijn onvoldoende om de in het geding gebrachte verklaringen van [eisers] c.s. te ontkrachten. De kantonrechter tekent hierbij aan dat het niet om het aantal verklaringen gaat, maar om de inhoud van deze verklaringen. De heer [M] en [N] hebben bijvoorbeeld verklaard dat zij nooit overlast hebben gehad van [gedaagde partij] . Dit moge zo zijn, maar andere buren/buurtbewoners hebben verklaard wel overlast te ervaren van [gedaagde partij] en is dit zelfs door de politie geconstateerd alsook in eerdere procedures. Ook de verklaring van [L] kan niet leiden tot een ander oordeel, nu deze de door [gedaagde partij] veroorzaakte (geluids)overlast niet weerspreekt. Op deze gronden moet er in deze procedure van worden uitgegaan dat sprake is van door [gedaagde partij] veroorzaakte overlast."
- dagvaarding € 97,31
- griffierecht 60,00
- salaris gemachtigde