ECLI:NL:RBLIM:2018:4955

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 mei 2018
Publicatiedatum
28 mei 2018
Zaaknummer
04 6615131 cv expl 18-532
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding voor beschadigde betonvloer na keukenplaatsing

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 28 mei 2018 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eisende partij en een gedaagde partij. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. G.E.E.M. van der Heijden, vorderde schadevergoeding van de gedaagde partij, die verantwoordelijk werd gehouden voor schade aan de betonvloer van de eisende partij tijdens de installatie van een keuken. De eisende partij had op 9 december 2016 een keuken gekocht bij de gedaagde partij, maar had de tweede termijn van de betaling van de koopsom niet voldaan. Tijdens de installatie lekte er water op de nieuw aangelegde vloer, wat leidde tot schade die door een schade-expert werd vastgesteld op € 3.327,50. De kantonrechter oordeelde dat er een vaststellingsovereenkomst was gesloten tussen partijen, waarin de gedaagde partij zich verplichtte de schade te vergoeden. De kantonrechter wees de vordering van de eisende partij toe, inclusief buitengerechtelijke incassokosten, en veroordeelde de gedaagde partij tot betaling van een totaalbedrag van € 2.520,25, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werd de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten van de eisende partij.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6615131 \ CV EXPL 18-532
Vonnis van de kantonrechter van 30 mei 2018 (bij vervroeging)
in de zaak van:

1.[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie sub 1] ,wonend [adres eisende partijen in conventie, verweerders in reconventie] ,[woonplaats eisende partijen in conventie, verweerders in reconventie] ,

2.
M.L.H. [eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] -LEMEER,
wonend [adres eisende partijen in conventie, verweerders in reconventie] ,
[woonplaats eisende partijen in conventie, verweerders in reconventie] ,
eisende partij in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigde mr. G.E.E.M. van der Heijden,
tegen:
[gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] , h.o.d.n. [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie],
gevestigd te [vestigingplaats gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] , [adres gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
procederende in persoon.
Partijen zullen hierna [eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] (mannelijk enkelvoud) en [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
  • de conclusie van antwoord in reconventie
  • de beslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald
  • de comparitie van partijen van 8 mei 2018.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] heeft op 9 december 2016 een keuken gekocht bij [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] . De koopsom bedroeg € 20.400,00, te betalen in twee termijnen. De eerste termijn – 95% van de koopsom – is door [eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] bij aflevering van de keuken betaald op 22 februari 2017. De tweede termijn – 5% van de koopsom, zijnde een bedrag van € 1.020,00 – is niet voldaan.
2.2.
Tijdens installatiewerkzaamheden in de periode van 22 februari 2017 tot 26 februari 2017 is er water gelekt op de nieuw aangelegde betonnen vloer waardoor vlekken zijn ontstaan.
2.3.
De leverancier van de vloer, Top Design Beton, heeft aan [eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] bericht dat de enige manier om de vloer te herstellen bestaat uit het leggen van een nieuwe vloer. De daarmee gepaard gaande kosten bedragen € 3.327,50, inclusief btw.
2.4.
Op 16 augustus 2017 heeft de heer [X] , schade-expert bij [bedrijfsnaam verzekeraar gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] B.V. – verzekeraar van [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] – een expertiserapport uitgebracht. [X] voornoemd stelt de schade aan de vloer vast op een bedrag van € 3.327,50, inclusief btw.

3.Het geschil in conventie en in reconventie

3.1.
[eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] vordert in conventie - samengevat - veroordeling van [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] tot betaling van € 3.327,50, vermeerderd met de wettelijk rente vanaf 2 november 2017 tot aan de dag der algehele voldoening als ook tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ad
€ 457,75, vermeerderd met de wettelijk rente vanaf 17 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening. Daarnaast vordert [eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] veroordeling van [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten, de nakosten daarbij inbegrepen.
3.2.
[handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] voert verweer tegen de vordering in conventie en vordert in reconventie
– na verrekening – veroordeling van [eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] tot betaling van € 646,05.
3.3.
[eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] voert verweer tegen de vordering in reconventie.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

in conventie
4.1.
[eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] stelt zich in deze kwestie onder meer ook op het standpunt dat in september 2017 tussen partijen een mondelinge afspraak is gemaakt, waarbij is afgesproken dat [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] contact zou opnemen met de leverancier van de vloer die een nieuwe vloer zou leggen. De nota zou door [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] rechtstreeks betaald worden aan de leverancier, waarbij [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] een btw-voordeel kon behalen. [eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] stelt dat de betreffende afspraak is gemaakt in het bijzijn van vader en zoon [A en Z] enerzijds en [eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] en zijn zwager anderzijds. Partijen hebben in het gesprek van 27 september 2017 overeenstemming bereikt. [eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] voert verder aan dat na de bereikte overeenstemming de handen zijn geschud en dat ieder vervolgens zijns weegs is gegaan.
4.2.
[handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] betwist dat er definitieve overeenstemming is bereikt. [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] – in de persoon van [A] – is na het gesprek van 27 september 2017 in contact getreden met leverancier Top Design Beton te Sevenum. [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] heeft met de leverancier de mogelijkheid onderzocht of kon worden volstaan met het aanbrengen van 1 of 2 nieuwe lagen. [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] is tevens tot de conclusie gekomen dat Top Design Beton een veel te hoge prijs heeft geoffreerd.
4.3.
De kantonrechter overweegt het navolgende.
4.4.
Het feit dat [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] na de bespreking op 27 september 2017 ten huize van de familie [eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] contact heeft opgenomen met leverancier Top Design Beton kan naar het oordeel van de kantonrechter niet anders worden uitgelegd dan een bevestiging van de in het gesprek van 27 september 2017 gemaakte afspraken. Niet valt in te zien waarom [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] anders een bezoek zou moeten brengen aan het bedrijf van Top Design Beton. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de gemaakte afspraken van 27 september 2017 niet anders kunnen worden geduid dan een vaststellingsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:900 Burgerlijk Wetboek en verder. Een dergelijke vaststellingsovereenkomst bindt beide partijen. Gesteld noch gebleken is dat [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] deze overeenkomst op een later tijdstip heeft herroepen.
4.5.
Nu de kantonrechter er van uit gaat dat partijen op 27 september 2017 overeenstemming hebben bereikt over de afhandeling van de schade acht hij [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] gehouden de schade aan [eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] te vergoeden. Blijkens het door [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] in het geding gebrachte expertiserapport van [bedrijfsnaam verzekeraar gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] – zijnde de verzekeraar van [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] – van 16 augustus 2017 wordt de schade begroot op een bedrag van € 3.327,50 inclusief btw; in casu het door Top Design Beton geoffreerde bedrag. Expert de heer [X] stelt in zijn rapportage daaromtrent dat hij aan de hand van de overgelegde offerte de herstelkosten heeft gecontroleerd, aannemelijk heeft bevonden en het schadebedrag heeft vastgesteld op eerdergenoemd bedrag van € 3.327,50. De kantonrechter ziet geen reden daarvan af te wijken, temeer nu [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] het standpunt dat vervanging/herstel van de vloer voor een aanzienlijk lager bedrag mogelijk zou moeten zijn op onvoldoende wijze heeft onderbouwd. Daarnaast ziet de kantonrechter geen redenen aanwezig om af te wijken van hetgeen de eigen verzekeringsexpert in de rapportage ten aanzien van de schadevaststelling heeft gesteld.
4.6.
Uit het vorenstaande volgt dat de vordering van [eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] in conventie – met inbegrip van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten die door [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] onweersproken zijn gelaten – kan worden toegewezen. De kantonrechter zal op het toe te wijzen bedrag van € 3.785,25 (hoofdsom en buitengerechtelijke incassokosten) in mindering brengen het bedrag van € 1.020,00, zijnde het laatste termijnbedrag dat door [eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] is opgeschort c.q. is achtergehouden.
In reconventie
4.7.
[handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] vordert in reconventie een bedrag van € 1.289,80. Dit bedrag ziet enerzijds op levering en montage van onderdelen van de keuken in de kleur zwart, daar waar die in eerste instantie in aluminium waren geleverd. In totaal is hier een bedrag van
€ 1.044,80 mee gemoeid. Daarnaast vordert [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] in reconventie een bedrag van € 245,00, welk bedrag ziet op reparatiekosten die door [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] zijn uitgevoerd aan een verstopte pvc-pijp in de kelder van [eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] . De kantonrechter overweegt ten aanzien van de reconventionele vordering als volgt.
4.8.
De kantonrechter acht het bedrag van € 245,00 toewijsbaar. [eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] heeft ter zitting erkend dat die kosten zien op de reparatie van de verstopte afvoer, welke reparatie door [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] geheel onverplicht is uitgevoerd. De kosten van deze reparatie, gebruikte materialen, arbeidsloon en voorrijkosten komen de kantonrechter niet onredelijk voor. De kantonrechter zal het toe te wijzen bedrag van € 245,00 in mindering brengen op het bedrag dat [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] in conventie aan [eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] dient te voldoen.
4.9.
Anders ligt dat ten aanzien van het resterende bedrag dat in reconventie wordt gevorderd. De kantonrechter is van oordeel dat de levering en montage van gootlijsten en plinten ligt besloten binnen het bestek van de opdracht en dat de daaruit voortvloeiende werkzaamheden zijn verdisconteerd in de installatiewerkzaamheden. De door [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] in dit verband gevorderde bedragen van respectievelijk € 615,30 en € 429,50 zullen dan ook worden afgewezen.
in conventie en in reconventie
4.10.
Resumerend komt de kantonrechter tot de slotsom dat aan [eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] – na verrekening van het nog openstaande factuurbedrag en het in reconventie toe te wijzen bedrag – moet worden toegewezen een bedrag van € 2.520,25.
4.11.
De kantonrechter acht geen termen aanwezig [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] toe te laten tot nadere bewijslevering.
4.12.
[handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van [eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] worden begroot op:
  • dagvaarding € 98,01
  • griffierecht 226,00
  • salaris gemachtigde conventie 350,00 (2 x tarief 175,00)
  • salaris in reconventie
totaal € 689,01
4.13.
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen overeenkomstig de richtlijnen van het LOVCK&T en worden begroot op een half salarispunt conform het liquidatietarief proceskosten met een maximum van € 100,00 aan nakosten salaris.
4.14.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing in conventie en in reconventie

De kantonrechter
in conventie en in reconventie
5.1.
veroordeelt [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] te betalen een bedrag van € 2.520,25, vermeerderd met de wettelijke rente over € 3.082,50 vanaf 2 november 2017 en over € 475,75 vanaf 17 januari 2018, telkens tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten aan de zijde van [eisende partij in conventie, verweerders in reconventie] gevallen en tot op heden begroot op € 689,01,
5.3.
veroordeelt [handelsnaam gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] onder de voorwaarde dat deze niet binnen 2 weken na aanschrijving door eisende partij volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 87,50 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M.P. Brouns en in het openbaar uitgesproken.
type: ph
coll: ksf