ECLI:NL:RBLIM:2018:4950

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 mei 2018
Publicatiedatum
28 mei 2018
Zaaknummer
6787330 CV EXPL 18-2069
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over ontruiming woning en betaling achterstallige huurpenningen

In deze zaak heeft de kantonrechter op 28 mei 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Sevagram en een gedaagde partij. Sevagram vorderde de ontruiming van een woning en betaling van achterstallige huurpenningen. De gedaagde heeft ter zitting erkend dat er een huurachterstand is, en er is een verzoek tot onderbewindstelling ingediend. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering tot ontruiming toewijsbaar is, gezien de erkenning van de huurachterstand door de gedaagde. De ontruimingstermijn is vastgesteld op 14 dagen na betekening van het vonnis.

Daarnaast heeft de kantonrechter de vordering tot betaling van de huurachterstand van € 7.447,50 en de gebruiksvergoeding over de periode vanaf 1 juni 2018 tot de dag van ontruiming toegewezen. De gevorderde wettelijke rente is eveneens toegewezen. De kantonrechter heeft echter de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat niet is gebleken dat er kosten zijn gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen.

De gedaagde is veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 975,58, en de nakosten zijn toegewezen volgens de richtlijnen van het LOVCK&T. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: 6787330 CV EXPL 18-2069
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 28 mei 2018
in de zaak van
de stichting
STICHTING SEVAGRAM VERZORGD WONEN,
gevestigd te Heerlen,
eisende partij,
gemachtigde mr. K.M.J.A. Smitsmans,
tegen
[gedaagde]
wonend te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
verschenen in persoon.
Partijen zullen hierna Sevagram en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de akte vermeerdering van eis
  • de mondelinge behandeling.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Sevagram vordert bij wijze van onmiddellijke voorziening bij voorraad en na wijziging van eis [gedaagde] te veroordelen:
de woning aan het adres [adres] te [woonplaats] te verlaten en te ontruimen binnen 14 dagen na het in deze te wijzen vonnis;
tot betaling aan Sevagram van € 7.447,50 (achterstallige huur en servicekosten over de periode augustus 2017 tot en met mei 2018), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de respectieve vervaldata tot de dag van algehele voldoening;
tot betaling aan Sevagram van € 774,75 per maand (huur inclusief voorschot servicekosten) vanaf 1 juni 2018 tot en met de dag van ontruiming,
tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van € 526,23, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 december 2017 tot de dag van voldoening;
in de kosten van onderhavige procedure met inbegrip van de nakosten en met bepaling dat [gedaagde] de wettelijke rente over deze kosten verschuldigd is wanneer hij deze niet binnen 14 dagen na de uitspraak van het in deze te wijzen vonnis heeft voldaan, welke rente dient te worden berekend met ingang van 14 dagen van het in deze te wijzen vonnis tot en met de dag van algehele voldoening.
2.2.
[gedaagde] heeft ter gelegenheid van de mondelinge behandeling de huurachterstand erkend. Met behulp van de Kredietbank is er een verzoek tot onderbewindstelling ingediend.
2.3.
De vordering tot ontruiming zal, gelet op de erkenning van [gedaagde] , worden toegewezen, komende deze vordering de kantonrechter ook overigens niet onrechtmatig noch ongegrond voor. De door Sevagram gestelde ontruimingstermijn zal worden gesteld op 14 dagen na betekening van dit vonnis.
2.4.
Ook de gevorderde huurachterstand (inclusief voorschot servicekosten) van
€ 7.447,50 tot 1 mei 2018, alsmede de door [gedaagde] op grond van art. 7:225 BW verschuldigde gebruiksvergoeding over de periode vanaf 1 juni 2018 tot en met de dag van ontruiming zullen worden toegewezen, evenals de gevorderde wettelijke rente, telkens met ingang van de eerste dag van de maand waarop de huurachterstand, althans de achterstand in betaling van de gebruiksvergoeding betrekking heeft, tot de dag van voldoening.
2.5.
Bij de beoordeling van de vraag of de gevorderde buitengerechtelijke (incasso-) kosten voor vergoeding in aanmerking komen, hanteert de kantonrechter het uitgangspunt, dat verrichtingen voorafgaand aan het geding worden gezien als voorbereiding van de gedingstukken en instructie van de zaak. Bij afzonderlijk voor vergoeding in aanmerking komende kosten moet het gaan om verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Daarvan is in deze zaak niet gebleken. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal daarom worden afgewezen.
2.6.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [gedaagde] worden veroordeeld tot betaling van de kosten van dit geding, aan de zijde van Sevagram tot op heden begroot op:
  • dagvaarding € 99,58
  • griffierecht € 476,00
  • salaris gemachtigde
Totaal: € 975,58.
2.7.
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen overeenkomstig de richtlijnen van het LOVCK&T en worden begroot op een half salarispunt conform het liquidatietarief proceskosten met een maximum van € 100,00 aan nakosten salaris.
2.8.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

3.De beslissing

De kantonrechter, oordelend als voorzieningenrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om uiterlijk binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de woning aan het adres [adres] te [woonplaats] te verlaten en te ontruimen en ontruimd te houden met alle personen die en al hetgeen dat van zijn kant in het gehuurde aanwezig is en om de woning in aldus ontruimde staat, leeg en bezemschoon, onder afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van Sevagram te stellen,
3.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Sevagram van € 7.447,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de respectieve vervaldata tot de dag van voldoening;
3.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Sevagram van € 774,75 per maand met ingang van 1 juni 2018 tot en met de dag van ontruiming,
3.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de kosten van dit geding, aan de zijde van Sevagram tot op heden bepaald op € 975,58, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis,
3.5.
veroordeelt [gedaagde] onder de voorwaarde dat deze niet binnen twee weken na aanschrijving door Sevagram volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 100,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de dag der voldoening,
3.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Hoekstra en in het openbaar uitgesproken op 28 mei 2018. [1]

Voetnoten

1.type: JvdH