Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de akte vermeerdering van eis
- de mondelinge behandeling.
2.Het geschil
- dagvaarding € 99,58
- griffierecht € 476,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter op 28 mei 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Sevagram en een gedaagde partij. Sevagram vorderde de ontruiming van een woning en betaling van achterstallige huurpenningen. De gedaagde heeft ter zitting erkend dat er een huurachterstand is, en er is een verzoek tot onderbewindstelling ingediend. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering tot ontruiming toewijsbaar is, gezien de erkenning van de huurachterstand door de gedaagde. De ontruimingstermijn is vastgesteld op 14 dagen na betekening van het vonnis.
Daarnaast heeft de kantonrechter de vordering tot betaling van de huurachterstand van € 7.447,50 en de gebruiksvergoeding over de periode vanaf 1 juni 2018 tot de dag van ontruiming toegewezen. De gevorderde wettelijke rente is eveneens toegewezen. De kantonrechter heeft echter de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat niet is gebleken dat er kosten zijn gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen.
De gedaagde is veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 975,58, en de nakosten zijn toegewezen volgens de richtlijnen van het LOVCK&T. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.