ECLI:NL:RBLIM:2018:4920

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 mei 2018
Publicatiedatum
25 mei 2018
Zaaknummer
04 6424793 cv expl 17-8506
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verjaring van vordering tot terugbetaling van geldlening

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 30 mei 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap TRAARBACH SPEELAUTOMATEN B.V. en de vennootschap onder firma [bedrijfsnaam gedaagde sub 1] V.O.F. en haar vennoten. De eisende partij, TRAARBACH SPEELAUTOMATEN B.V., had op 22 oktober 2008 een geldlening verstrekt aan de gedaagde partij, met de afspraak dat deze lening uiterlijk op 22 oktober 2010 volledig zou worden terugbetaald. De eisende partij vorderde een bedrag van € 23.510,61, vermeerderd met rente en kosten, van de gedaagde partij.

De gedaagde partij voerde verweer en deed een beroep op verjaring van de vordering. De kantonrechter oordeelde dat de vordering op 22 oktober 2010 opeisbaar werd en dat de verjaringstermijn van vijf jaren op dat moment begon te lopen. De eisende partij stelde dat er een stuiting had plaatsgevonden, maar de kantonrechter oordeelde dat het overgelegde document niet voldeed aan de wettelijke eisen voor een rechtsgeldige stuiting. Hierdoor werd het beroep op verjaring gehonoreerd en werd de vordering afgewezen.

De kantonrechter veroordeelde de eisende partij in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde partij werden begroot op € 800,00. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beslissing van de kantonrechter was dat de vordering werd afgewezen, de eisende partij in de proceskosten werd veroordeeld, en het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad werd verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6424793 \ CV EXPL 17-8506
Vonnis van de kantonrechter van 30 mei 2018
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TRAARBACH SPEELAUTOMATEN B.V.,
gevestigd te Sittard,
eisende partij,
gemachtigde mr. J.M.TH. de Jonge,
tegen:
1.
de vennootschap onder firma [bedrijfsnaam gedaagde sub 1] V.O.F. h.o.d.n. [handelsnaam gedaagde sub 1],
gevestigd te [vestigingsplaats gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2] vennoot van gedaagde sub 1,
wonend [adres gedaagde sub 2] ,
[woonplaats gedaagde sub 2] ,
3.
[gedaagde partij sub 3] , vennoot van gedaagde sub 1,
wonend [adres gedaagde sub 3] ,
[woonplaats gedaagde sub 3] ,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. B.M.M. Hepkema.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Eisende partij heeft op 22 oktober 2008 een geldlening verstrekt aan vof De Gats en gedaagde partij sub 2 en 3. Tussen partijen is overeengekomen dat deze lening uiterlijk op 22 oktober 2010 volledig wordt terug betaald.

3.Het geschil

3.1.
Eisende partij vordert – samengevat – veroordeling van gedaagde partij tot betaling van € 23.510,61, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Gedaagde partij voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Als meest verstrekkende verweer doet gedaagde partij een beroep op verjaring van de vordering. Het als productie 12 door eisende partij overgelegde document voldoet volgens gedaagde partij niet aan de aan een stuiting te stellen eisen.
4.2.
De kantonrechter stelt vast dat de vordering op 22 oktober 2010 opeisbaar werd en op dat moment de verjaringstermijn van vijf jaren een aanvang nam. Eisende partij beroept zich op een stuitinghandeling die zou blijken uit productie 12 bij repliek. De kantonrechter is van oordeel dat dit stuk niet voldoet aan de eisen die de wet stelt. Er is immers geen sprake van een schriftelijke mededeling waarin de schuldenaar zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt. Nu geen sprake is van een rechtsgeldige stuiting moet het beroep op verjaring worden gehonoreerd en de vordering worden afgewezen. De overige verweren kunnen daarom onbesproken blijven.
4.3.
Eisende partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van gedaagde partij worden begroot op € 800,00 ( 2 x tarief € 400,00) aan salaris gemachtigde.
4.4.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt eisende partij in de proceskosten aan de zijde van gedaagde partij gevallen en tot op heden begroot op € 800,00,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken.
type: HM
coll: