ECLI:NL:RBLIM:2018:4914

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 mei 2018
Publicatiedatum
25 mei 2018
Zaaknummer
04 6305511 cv expl 17-7284
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vaststelling van de betalingsverplichting van de huurder na uitspraak huurcommissie

In deze zaak vordert de stichting Antares Woonservice, vertegenwoordigd door mr. J.W.M. van Haren, een verklaring voor recht dat de betalingsverplichting van de gedaagde partij, die huurt van Antares, met betrekking tot de afrekening over het jaar 2015 in totaal € 3.091,26 bedraagt. De huurcommissie had eerder de betalingsverplichting vastgesteld op € 1.410,56, maar Antares stelt dat deze uitspraak niet meer geldt omdat de kantonrechter de zaak in volle omvang moet beoordelen. De gedaagde partij heeft bezwaar gemaakt tegen de eindafrekening en stelt dat de huurcommissie terecht een verbruiksnorm van 50% heeft aangehouden, omdat Antares niet tijdig de benodigde financiële stukken heeft ingeleverd. De kantonrechter oordeelt dat de uitspraak van de huurcommissie vervalt door de vordering bij de kantonrechter en dat de financiële gegevens die de huurcommissie niet heeft meegenomen, alsnog in de beoordeling moeten worden betrokken. De kantonrechter komt tot de conclusie dat Antares haar vordering voldoende heeft onderbouwd en dat het verbruik van de gedaagde partij niet onredelijk hoog is. De gedaagde partij wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6305511 \ CV EXPL 17-7284
Vonnis van de kantonrechter van 30 mei 2018
in de zaak van:
de stichting STICHTING ANTARES WOONSERVICE,
gevestigd te Tegelen,
eisende partij,
gemachtigde mr. J.W.M. van Haren,
tegen:
[gedaagde partij],
wonend [adres gedaagde partij] ,
[woonplaats gedaagde partij] ,
gedaagde partij,
gemachtigde Stichting Achmea Rechtsbijstand.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek
  • de conclusie van dupliek
  • de akte van Antares
  • de antwoordakte van [gedaagde partij] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde partij] huurt op grond van de huurovereenkomst d.d. 16 maart 1989 van Antares de woonruimte aan de [adres gedaagde partij] te [woonplaats gedaagde partij] . Het gehuurde maakt deel uit van een flatgebouw waarin in totaal 142 appartementen zijn gelegen.
2.2.
Het totale waterverbruik van de flat wordt jaarlijks door de waterleverancier WML afgerekend. Het warmwaterverbruik wordt via individuele warmwatermeters in de appartementen van de huurders gemeten. Het totale waterverbruik minus het totale warmwaterverbruik van het gehele flatgebouw levert het totale koudwaterverbruik van het gehele flatgebouw op.
2.3.
De appartementen kennen geen individuele koudwatermeter. Daarom wordt al ongeveer 20 jaar een verdeelsleutel gehanteerd.
Op pagina 9 van het Beleidsboek nutsvoorzieningen en servicekosten, versie 1 februari 2016 van de huurcommissie staat het volgende vermeld:
“Wanneer een verdeelsleutel enige jaren achtereen wordt gebruikt, wordt deze geacht te zijn overeengekomen.”
2.4.
Antares heeft [gedaagde partij] de eindafrekening over het jaar 2015 doen toekomen, opgemaakt door Ista Nederland BV. In rekening is gebracht € 1.954,39 respectievelijk € 3.157,95 en na correctie € 1.887,70 respectievelijk € 3.091,26. De correctie heeft plaatsgevonden omdat een onjuiste verdeelsleutel gehanteerd was.
2.5.
Na bezwaar van [gedaagde partij] is de werking van de warmwatermeter in het appartement van [gedaagde partij] gecontroleerd door ir. ing. H. van den Heuvel van technisch installatiebedrijf [naam BV] BV te [vestigingsplaats BV] . Hieruit bleek dat de meter in orde was.
2.6.
[gedaagde partij] was het niet eens met de eindafrekening en heeft zich tot de huurcommissie gewend met het verzoek om de eindafrekening met betrekking tot het in rekening gebrachte warm en koud water over het jaar 2015 te beoordelen.
2.7.
Bij brief van 31 januari 2017 heeft de huurcommissie het verzoek van [gedaagde partij] aan Antares toegezonden en om nadere informatie gevraagd.
2.8.
Op 13 februari 2017 heeft Antares kopieën van enige correspondentie naar aanleiding van een controle in het appartement van [gedaagde partij] toegezonden aan de huurcommissie. Op 16 februari 2017 heeft Antares (financiële) bescheiden aan de huurcommissie gestuurd. Het is echter onzeker of deze gegevens zijn verstuurd en/of zijn ontvangen door de huurcommissie. Deze laatste bescheiden zijn als productie 5 bij dagvaarding in het geding gebracht.
2.9.
De rapporteur van de huurcommissie heeft een voorbereidend onderzoek ingesteld en op 13 maart 2017 schriftelijk gerapporteerd. In verband met het ontbreken van gegevens over de servicekosten heeft de rapporteur 50% van de verbruiksnorm aangehouden en het warmwaterverbruik verlaagd van € 1.275,74 naar € 112,50 en het koudwaterverbruik van € 611,96 naar € 94,50. Bij brief van 30 mei 2017 is deze rapportage aan Antares en [gedaagde partij] toegestuurd.
2.10.
Op 19 juni 2017 heeft de zitting bij de huurcommissie plaatsgevonden. Bij e-mail van 8 juni 2017 heeft Antares de financiële stukken nogmaals toegestuurd, omdat zij uit de rapportage had opgemaakt dat deze stukken niet waren meegenomen. Bij die stukken is ook de gecorrigeerde afrekening over 2015 meegestuurd.
2.11.
De huurcommissie heeft op 19 juni 2017 uitspraak gedaan. Hierin is bepaald dat de betalingsverplichting van [gedaagde partij] voor de kostenposten warm en koud water over het jaar 2015 € 207,00 bedraagt en dat de totale betalingsverplichting van [gedaagde partij] voor de servicekosten over het jaar 2015 € 1.410,56 bedraagt.
De huurcommissie heeft financiële gegevens over de servicekosten niet meegenomen in de behandeling omdat deze te laat waren verstrekt en heeft het rapport van onderzoek gevolgd.

3.Het geschil

3.1.
Antares vordert - samengevat – te verklaren voor recht dat de betalingsverplichting van [gedaagde partij] met betrekking tot de afrekening 2015 in totaal € 3.091,26 bedraagt, met veroordeling van [gedaagde partij] in de kosten van deze procedure.
Aan deze vordering legt Antares - eveneens kort samengevat – het volgende ten grondslag.
[gedaagde partij] kent al sinds 2009 een hoog waterverbruik. Alleen al om die reden is het verbruik in 2015 niet onmogelijk of onwaarschijnlijk. Antares verwijst verder naar het rapport van voorbereidend onderzoek waarin staat vermeld dat een verbruik van 56 m³ niet (onredelijk) hoog is voor twee personen.
[gedaagde partij] heeft het verbruik van koud water altijd geaccordeerd, inclusief de daaraan ten grondslag liggende verdeelsleutel.
Voor zover de huurcommissie de op 16 februari 2017 gezonden financiële stukken niet heeft ontvangen, had het op haar weg gelegen om de wederom verstrekte gegevens over de servicekosten alsnog bij de behandeling mee te nemen. De rapporteur heeft echter, conform de geldende beleidslijnen van de Huurcommissie voor de vaststelling van de betalingsverplichting van de huurder, 50% van de normverbruiken becijferd. Dit is ten onrechte gebeurd.
3.2.
[gedaagde partij] voert verweer en stelt dat Antares onbevoegd/niet ontvankelijk moet worden verklaard, dan wel dat de vordering moet worden afgewezen en de betalingsverplichting conform de uitspraak van de huurcommissie in stand moet blijven. Mocht de uitspraak van de huurcommissie worden vernietigd dan dient de betalingsverplichting te worden vastgesteld op € 1.617,56 en het meerdere worden afgewezen. Daartoe stelt [gedaagde partij] als volgt. De huurcommissie heeft terecht een verbruiksnorm van 50% aangehouden omdat Antares niet tijdig de vereiste stukken heeft ingeleverd. Bij brief van 31 januari 2017 aan Antares is duidelijk vermeld welke stukken toegestuurd moesten worden, voor wanneer en welke sanctie erop staat wanneer de gevraagde informatie niet tijdig wordt verstuurd.
Hoewel de huurcommissie niet over alle relevante stukken beschikte, kon de rapporteur een onderzoek uitvoeren omdat er meerdere verzoeken in behandeling zijn genomen van huurders in hetzelfde complex.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt het volgende voorop. Ingevolge het bepaalde in artikel 7:262 BW worden een huurder en een verhuurder geacht te zijn overeengekomen wat in de uitspraak van de huurcommissie is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken nadat aan hen afschrift van die uitspraak is verzonden, een beslissing van de rechter heeft gevorderde waarover de huurcommissie om een uitspraak was verzocht. Door de bij de kantonrechter ingestelde vordering vervalt de uitspraak van de huurcommissie.
Van het onbevoegd dan wel niet ontvankelijk verklaren zoals door [gedaagde partij] is betoogd, kan daarom geen sprake zijn.
4.2.
Het vervallen van de uitspraak van de huurcommissie houdt vervolgens in dat het geschil tussen partijen in volle omvang door de kantonrechter beoordeeld dient te worden. Tussen partijen bestaat discussie over de vraag of de financiële gegevens die de huurcommissie buiten beschouwing heeft gelaten alsnog meegenomen moeten worden bij de vaststelling van de betalingsverplichting van [gedaagde partij] en of dit moet leiden tot aanpassing van de door de huurcommissie vastgestelde betalingsverplichting.
Nu een hernieuwde beoordeling dient plaats te vinden, bestaat er geen aanleiding om daar de financiële gegevens buiten te laten. Deze maken immers deel uit van het procesdossier. Hetgeen [gedaagde partij] hiertegen aanvoert, maakt dit oordeel niet anders.
4.3.
Antares vordert te verklaren voor recht dat de betalingsverplichting van [gedaagde partij] met betrekking tot de afrekening 2015 in totaal € 3.091,26 bedraagt. In met name de dagvaarding en de daarbij gevoegde producties onderbouwt Antares haar vordering uitvoerig. Met name geeft Antares een cijfermatige onderbouwing, een berekening van het verbruik en inzicht in de wijze waarop de verdeelsleutel tot stand is gekomen. [gedaagde partij] had in 2015 een warmwaterverbruik van 56,138 m³. Dat levert vervolgens een koudwaterverbruik van 227,35 m³ (56,138 x 4,05 (=verdeelsleutel) = 227,35 m³.
Het warmwaterverbruik wijkt niet noemenswaardig af van het gebruik in de voorgaande jaren, welk verbruik altijd door [gedaagde partij] geaccordeerd is.
4.4.
[gedaagde partij] verweert zich tegen de vordering door aan te voeren dat Antares heeft nagelaten de stukken tijdig in te dienen en dat (daarom) de door de huurcommissie vastgestelde betalingsverplichting gehandhaafd moet worden, dan wel dat enkel de in rekening gebrachte sanctie moet komen te vervallen. Eerst na de conclusie van repliek komt [gedaagde partij] met een inhoudelijk verweer en legt hij een bindend advies van de Geschillencommissie Warmtelevering van 30 mei 2017 van een huurder van hetzelfde complex over. Deze casus is vergelijkbaar met de casus van [gedaagde partij] en de Geschillencommissie heeft geoordeeld dat in 2015 sprake is geweest van een dermate hoog warmteverbruik dat de consument, gelet op de omstandigheden van het geval, niet kan hebben verbruikt. De commissie heeft bepaald dat het warmteverbruik van die huurder kijkend naar het gemiddelde jaarverbruik per woning in het complex van ongeveer 38 à 39 GJ op een bedrag van € 1.244,84 vastgesteld moet worden.
4.5.
De kantonrechter laat voornoemd bindend advies van de Geschillencommissie Warmtelevering buiten beschouwing. Op de eerste plaats geldt dit advies enkel tussen de bij dat geschil betrokken partijen en heeft dit geen werking naar derden. [gedaagde partij] kan zich daarom niet op de inhoud van dat advies beroepen. Daar komt nog eens bij dat niet vast staat dat het geschil bij de Geschillencommissie zich, naar het zich laat aanzien, enkel en alleen uitstrekte over het waterverbruik maar ook over het verbruik van warmte. Tot slot geldt nog dat [gedaagde partij] geen conclusie verbindt aan het rapport en of dit moet leiden tot aanpassing en zo ja tot welk bedrag van de betalingsverplichting.
4.6.
Verder constateert de kantonrechter dat [gedaagde partij] de stellingen, en dan met name de cijfermatige onderbouwing van de vordering, niet althans onvoldoende gemotiveerd betwist. Bij gebrek aan een deugdelijke weerlegging van die stellingen, staan deze tussen partijen vast. De kantonrechter is van oordeel dat Antares haar vordering met de overlegging van de stukken en de daarbij gegeven toelichting in voldoende mate heeft aangetoond. Bovendien blijkt uit het rapport van voorbereidend onderzoek dat een verbruik van 56 m³ warm water in één kalenderjaar niet onredelijk hoog is voor twee personen. Aan de hand van dit
verbruik wordt volgens een verdeelsleutel het totale verbruik aan water berekend en gesteld noch gebleken is dat [gedaagde partij] de toepassing en hoogte van de verdeelsleutel betwist, zodat in rechte van de juistheid daarvan wordt uitgegaan. Aanknopingspunten voor een andere verdeling zijn bovendien in deze procedure niet gegeven.
Hetgeen [gedaagde partij] tegen de stellingen van Antares - zeer summierlijk - aanvoert is van onvoldoende gewicht om deze stellingen te weerleggen. Dit leidt ertoe dat het verweer van [gedaagde partij] wordt gepasseerd en de vordering van Antares wordt toegewezen.
4.7.
De kantonrechter acht geen termen aanwezig [gedaagde partij] toe te laten tot nadere bewijslevering.
4.8.
[gedaagde partij] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Antares worden begroot op:
  • dagvaarding € 99,21
  • griffierecht 117,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 616,21
4.9.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat de betalingsverplichting van [gedaagde partij] aan Antares met betrekking tot de afrekening over het jaar 2015 in totaal € 3.091,26 bedraagt,
5.2.
veroordeelt [gedaagde partij] in de proceskosten aan de zijde van Antares gevallen en tot op heden begroot op € 616,21,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken.
type: PL
coll: