ECLI:NL:RBLIM:2018:4814

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
23 mei 2018
Publicatiedatum
23 mei 2018
Zaaknummer
04 6491780/CV 17-9142
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen en buitengerechtelijke incassokosten in het kader van een handelsrelatie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 23 mei 2018 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap LUCATI JEANS COMPANY B.V. en een vennootschap onder firma, samen met twee natuurlijke personen als gedaagden. De eisende partij, LUCATI JEANS COMPANY B.V., heeft een vordering ingesteld tot betaling van onbetaalde facturen, die voortvloeien uit een handelsrelatie met de gedaagde partij. De gedaagde partij heeft een betalingsvoorstel gedaan ter hoogte van 10,3% van de hoofdsom, wat door de kantonrechter werd opgevat als een erkenning van de vordering. De gedaagde partij heeft verweer gevoerd tegen de vordering, maar de kantonrechter oordeelde dat de gedaagde partij de vordering had erkend door het betalingsvoorstel te doen.

De kantonrechter heeft verder geoordeeld dat de gedaagde partij ook aansprakelijk is voor de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, omdat deze kosten in overeenstemming zijn met het Besluit normering buitengerechtelijke incassokosten. De rechter heeft de gedaagde partij hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag van € 5.472,17, vermeerderd met rente en kosten. Daarnaast zijn de proceskosten aan de zijde van de eisende partij begroot op € 1.056,60, met wettelijke rente over deze kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eisende partij het vonnis kan laten uitvoeren voordat het onherroepelijk is.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6491780 \ CV EXPL 17-9142
Vonnis van de kantonrechter van 23 mei 2018
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid LUCATI JEANS COMPANY B.V.,
gevestigd te Nieuwegein,
eisende partij,
gemachtigde mr. R.H.M. Bus,
tegen:

1.de vennootschap onder firma [bedrijfsnaam gedaagde partij sub 1] V.O.F.,gevestigd te [vestigingsplaats gedaagde partij sub 1] ,

2.
[gedaagde partij sub 2],
wonend [adres gedaagde partij sub 2] ,
[woonplaats gedaagde partij sub 2] ,
3.
[gedaagde partij sub 3],
wonend [adres gedaagde partij sub 3] ,
[woonplaats gedaagde partij sub 3] ,
gedaagde partij,
gemachtigde Lenssen Accountancy.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Eisende partij heeft in opdracht en voor rekening van gedaagde partij van het logo en handelsmerk van gedaagde partij voorziene kleding geleverd. Gedaagde partij heeft een aantal facturen onbetaald gelaten. Partijen deden reeds langer zaken met elkaar. In oktober 2017 heeft gedaagde partij haar bedrijfsactiviteiten gestaakt in verband met de slechte resultaten van haar onderneming. Gedaagde partij heeft aan eisende partij een aanbod gedaan tot betaling tegen finale kwijting van 10,3 % van de in deze zaak gevorderde hoofdsom ad € 4.861,06.

3.Het geschil

3.1.
Eisende partij vordert – samengevat – hoofdelijke veroordeling van gedaagde partij tot betaling van € 5,472,17, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Gedaagde partij voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Gedaagde partij biedt bewijs aan van het feit dat op 14 juli 2017 een telefoongesprek heeft plaatsgevonden tussen de heer [X] van eisende partij en mevrouw [Y] van gedaagde partij. Voor de beoordeling van de verschuldigdheid van de reeds in januari van dat jaar bestelde goederen waarvan thans betaling wordt gevorderd is dat telefoongesprek niet relevant. Met het betalingsvoorstel van 10,3 % van € 4.861,06 tegen finale kwijting heeft gedaagde partij immers de vordering van € 4.861,06 erkend. De verweren ten aanzien van de hoofdsom kunnen daarmee onbesproken blijven en de kantonrechter zal het bewijsaanbod van gedaagde partij als niet ter zake doende passeren.
Ten aanzien van de gevorderde contractuele rente betwist gedaagde partij de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden nu deze niet ter hand zijn gesteld. Het feit dat de algemene voorwaarden niet ter hand zijn gesteld leidt echter niet er toe dat ze niet toepasselijk zijn (zie art. 6:232 BW), evenwel kan in dat geval een beroep worden gedaan op vernietiging. Gedaagde partij beroept zich echter niet op vernietiging zodat de algemene voorwaarden van toepassing blijven.
4.2.
Eisende partij vordert een bedrag van € 611,11 aan buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde partij betwist de verschuldigdheid van deze kosten. De kantonrechter is van oordeel dat het bedrag aan gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, nu eisende partij aangeeft dat er werkzaamheden zijn verricht gericht op het buitengerechtelijk verkrijgen van haar vordering, in redelijkheid en billijkheid toewijsbaar is, nu deze kosten conform het Besluit normering buitengerechtelijke incassokosten zijn berekend.
4.3.
Gedaagde partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 86,60
  • griffierecht 470,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 1.056,60
De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis.
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen overeenkomstig de richtlijnen van het LOVCK&T en worden begroot op een half salarispunt conform het liquidatietarief
proceskosten met een maximum van € 100,00 aan nakosten salaris.
4.4.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt gedaagde partij hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisende partij te betalen een bedrag van € 5.472,17, vermeerderd met de contractuele rente vanaf de respectievelijke factuurvervaldatum tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt gedaagde partij hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten aan de zijde van eisende partij gevallen en tot op heden begroot op € 1.056,60, vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
veroordeelt gedaagde partij onder de voorwaarde dat deze niet binnen 2 weken na aanschrijving door eisende partij volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 100,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.A.J.C.M. van den Berg Jeths-van Meerwijk en in het openbaar uitgesproken.
type: HM
coll: