ECLI:NL:RBLIM:2018:4800

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
23 mei 2018
Publicatiedatum
23 mei 2018
Zaaknummer
C/03/235360 / HA ZA 17-254 en C/03/241270 / HA ZA 17-541
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Fraude bij aanvraag hypothecaire lening en valse facturen in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg op 23 mei 2018, zijn twee zaken aan de orde: C/03/235360 / HA ZA 17-254 en C/03/241270 / HA ZA 17-541. De eiser, Dynamic Credit Hypotheken B.V., heeft vorderingen ingesteld tegen de gedaagden, die betrokken zijn bij een hypothecaire lening en de bouw van een woning. De kern van het geschil betreft beschuldigingen van fraude en valsheid in geschrifte. Dynamic stelt dat de gedaagden valse facturen hebben opgemaakt en een gefingeerde werkgeversverklaring hebben ingediend om een hypothecaire lening te verkrijgen voor de bouw van een woning aan de [adres 1] te [plaats]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden een geldlening van € 294.631,- hebben ontvangen, waarvan een deel is aangewend voor de aankoop van bouwgrond. De rechtbank heeft de gedaagden veroordeeld tot terugbetaling van de ontvangen bedragen, omdat zij niet in staat zijn gebleken om de verrichte werkzaamheden te onderbouwen. De rechtbank heeft ook de mogelijkheid van eigen schuld aan de zijde van Dynamic in overweging genomen, maar heeft verdere beslissingen aangehouden. De zaak is complex en omvat meerdere aspecten van civiel recht, waaronder de geldigheid van contracten en de aansprakelijkheid voor onrechtmatige daden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummers: C/03/235360 / HA ZA 17-254 en C/03/241270 / HA ZA 17-541
Vonnis bij vervroeging van 23 mei 2018
in de zaak met zaaknr. C/03/235360 / HA ZA 17-254 van
DYNAMIC CREDIT HYPOTHEKEN B.V.(oorspronkelijke eiseres Quion Hypotheekbegeleiding B.V.), hierna Dynamic,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. H.T. Verhaar,
tegen:
[gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270],
wonend te [woonplaats 1] ,
gedaagde,
advocaat mr. S.E.G.N. Schnabel,
en in de zaak met zaaknr. C/03/241270 / HA ZA 17-541 van
[gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270],
wonend te [woonplaats 1] ,
eiser,
advocaat mr. S.E.G.N. Schnabel,
tegen:
[gedaagde zaaknr. C/03/241270],
wonend te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
advocaat mr. A.S. van Gans.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure in zaak C/03/235360 / HA ZA 17-254 blijkt uit:
  • het vonnis in het incident van 23 augustus 2017 waarin het [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] is toegestaan om [gedaagde zaaknr. C/03/241270] in vrijwaring op te roepen;
  • de conclusie van antwoord met producties;
  • het vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 22 november 2017 waarin onder meer een verschijning van partijen is bevolen;
  • de door DCH genomen akte schorsing en hervatting.
1.2
Het verloop van de procedure in zaak C/03/241270 / HA ZA 17-541 blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties;
  • het vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 22 november 2017 waarin onder meer een verschijning van partijen is bevolen;
- de conclusie van antwoord;
- de akte wijziging van eis.
1.3
Het verdere verloop van beide zaken blijkt uit:
- het proces-verbaal van comparitie van 14 maart 2018, waarin per abuis is opgenomen dat de zitting is gehouden ingevolge het vonnis van de rechtbank van 22 november 2018, in plaats van 22 november 2017.
1.4
Nadat partijen vonnis hebben gevraagd, is vonnis bepaald.

2.De feiten in beide zaken

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend of onvoldoende gemotiveerd betwist staat het volgende vast.
a. Dynamic heeft aan [gedaagde zaaknr. C/03/241270] een geldlening verstrekt van € 294.631,- voor de financiering van een nieuwbouwwoning aan de [adres 1] te [plaats] . Van deze lening is € 99.000,- aangewend voor de betaling van de bouwgrond. Tot zekerheid heeft [gedaagde zaaknr. C/03/241270] bij akte van 10 mei 2016 een recht van hypotheek gegeven aan Dynamic op de bouwgrond aan de [adres 1] te [plaats] .
b. Als productie 3 bij dagvaarding in de hoofdzaak is overgelegd “Bijlage 4 – model – werkgeversverklaring”. Op deze verklaring is als werkgever vermeld “Panorama Baugesellschaft MBH” (hierna PB) te [vestigingsplaats] , als werknemer is vermeld [gedaagde zaaknr. C/03/241270] , als bruto jaarsalaris is vermeld € 87.564,-. Bij “Naam ondertekenaar” is met de hand vermeld “ [naam broer] ” en als datum 02-03-2016. In het Duitse handelsregister is vermeld dat (partij) [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] vanaf december 2015 tot 10 augustus 2017 bestuurder was van PB.
c. [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] , handelend onder de naam [handelsnaam] , en [gedaagde zaaknr. C/03/241270] hebben een aannemingsovereenkomst gesloten (productie 5 bij dagvaarding in de hoofdzaak). In deze op 17 augustus 2016 door partijen ondertekende overeenkomst verklaart [gedaagde zaaknr. C/03/241270] dat hij [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] heeft opgedragen een nieuwbouwwoning aan de [adres 1] te [plaats] te bouwen voor € 161.157,02 te vermeerderen met € 33.842,97 aan BTW. Deze overeenkomst vermeldt verder dat 30% zal worden betaald bij het tekenen van de aanneemovereenkomst, 40% bij start 1e verdieping, 25% bij plaatsing kozijnen en 5% bij oplevering en sleuteloverdracht.
d. De als productie 6 bij dagvaarding in de hoofdzaak overgelegde productie houdt in, voor zover relevant:
“Formulier betaling uit bouwdepot
U heeft een bouwdepot voor de bouw of verbouwing van uw woning. Met dit formulier kunt u rekeningen (…) voor deze bouw of verbouwing laten betalen. (…)
1b Naam, adres en woonplaats: [gedaagde zaaknr. C/03/241270] (…)
2. Rekening betalen
Betalen aan [handelsnaam] Bankrekeningnummer [rekeningnummer] Bedrag € 58500,-
(…)
Start bouw na 1e betaling
(…)
Datum 18-08-2016
Opsturen Dynamic Credit Hypotheken”
Bijgevoegd is een factuur 2016-0023 van [handelsnaam] van 18 augustus 2016 met als omschrijving “1e termijn van aanneemsom nieuwbouw [plaats] (…) € 58.500,00”
e. De als productie 7 bij dagvaarding in de hoofdzaak overgelegde productie houdt in, voor zover relevant:
“Formulier betaling uit bouwdepot
U heeft een bouwdepot voor de bouw of verbouwing van uw woning. Met dit formulier kunt u rekeningen (…) voor deze bouw of verbouwing laten betalen. (…)
1b Naam, adres en woonplaats: [gedaagde zaaknr. C/03/241270] (…)
2. Rekening betalen
Betalen aan [handelsnaam] Bankrekeningnummer [rekeningnummer]
2a Zijn de werkzaamheden waarvoor wij uw rekeningen betalen uitgevoerd (…)? ja
(…)
Datum 23-09-2016
Opsturen Dynamic Credit Hypotheken”
Bijgevoegd is een factuur 2016-0024 van [handelsnaam] van 1 oktober 2016 met als omschrijving “2e termijn 40% van aanneemsom nieuwbouw [plaats] (…) € 78.00,00”
f. De als productie 8 bij dagvaarding in de hoofdzaak overgelegde productie houdt in, voor zover relevant:
“Formulier betaling uit bouwdepot
U heeft een bouwdepot voor de bouw of verbouwing van uw woning. Met dit formulier kunt u rekeningen (…) voor deze bouw of verbouwing laten betalen. (…)
1b Naam, adres en woonplaats: [gedaagde zaaknr. C/03/241270]
2. Rekening betalen
Betalen aan [handelsnaam] Bankrekeningnummer [rekeningnummer] Bedrag € 48750,-
(…)
2a Zijn de werkzaamheden waarvoor wij uw rekeningen betalen uitgevoerd (…)? ja
(…)
Datum 6-12-2016
Opsturen Dynamic Credit Hypotheken”
Bijgevoegd is een factuur 2016-0038 van [handelsnaam] van 1 december 2016 met als omschrijving “3e termijn 25% van aanneemsom nieuwbouw [plaats] (…) € 48.750,00”.
g. Dynamic heeft de onder d, e en f genoemde bedragen overgemaakt op de rekening van [handelsnaam] , de eenmanszaak van [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] . Het onder f genoemde bedrag is weer teruggeboekt naar de rekening van Dynamic.
h. De grond waarop het onder a genoemde nieuwbouwproject aan de [adres 1] te [plaats] zou worden gebouwd, lag op 7 februari 2017 nog volledig braak; [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] noch zijn eenmanszaak [handelsnaam] noch enig ander bedrijf hadden op dat terrein bouwwerkzaamheden uitgevoerd.
i. [gedaagde zaaknr. C/03/241270] is achterstallig in de betaling van de termijnbedragen waarmee hij de onder a genoemde hypothecaire lening moet terugbetalen.

3.Het geschil in zaak C/03/235360 / HA ZA 17-254

3.1.1
Dynamic vordert dat de Rechtbank bij vonnis, voor zover rechtens mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en nadat bij de comparitie na antwoord is overeengekomen dat de naam “Quion” in het petitum van de dagvaarding wordt gelezen als “Dynamic”:
a. a) [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] veroordeelt tot betaling aan Dynamic van € 58.500,-, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 25 augustus 2016, althans vanaf de dag van de dagvaarding;
b) [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] veroordeelt tot betaling aan Dynamic van € 78.000,-, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 30 september 2016, althans vanaf de dag van de dagvaarding;
c) voor recht verklaart dat [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] onrechtmatig heeft gehandeld jegens Dynamic en dat [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] uit dien hoofde aansprakelijk is jegens Dynamic;
d) [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] veroordeelt tot betaling aan Dynamic van schadevergoeding, in aanvulling op de bedragen onder a) en b) hiervoor, nader op te maken bij staat;
e) [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] veroordeelt in de kosten van de procedure, waaronder de met de beslagen gemoeide kosten van € 1.627,41, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen, althans vanaf een door de rechtbank redelijk geachte termijn, na het te dezen te wijzen vonnis, indien en voor zover [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] deze kosten niet voordien heeft voldaan;
f) [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] veroordeelt in de gebruikelijke nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.1.2
Dynamic stelt dat [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] valsheid in geschrifte heeft gepleegd met de hiervoor onder d, e en f genoemde facturen van [handelsnaam] . Geen enkele persoon heeft namelijk de in de facturen genoemde werkzaamheden verricht, terwijl Dynamic wel de desbetreffende gefactureerde bedragen aan (het bedrijf van) [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] heeft overgemaakt. Dynamic voert verder aan dat de door [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] ondertekende werkgeversverklaring vals is. [gedaagde zaaknr. C/03/241270] is niet in dienst geweest van PB en heeft nooit werkzaamheden verricht voor PB. [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] heeft [gedaagde zaaknr. C/03/241270] vanaf het begin als katvanger gebruikt, zodat [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] ook aansprakelijk is voor hetgeen Dynamic namens [gedaagde zaaknr. C/03/241270] als koopprijs voor de bouwgrond heeft betaald voor zover dit geen reële prijs is geweest. Het door Dynamic betaalde bedrag is, aldus Dynamic, veel meer dan de waarde van de bouwgrond, die op 8 maart 2017 uiteindelijk is getaxeerd op € 4.675,- (nr. 19 dagvaarding hoofdzaak).
3.2
[gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] erkent dat hij de van Dynamic ontvangen bedragen moet terugbetalen, maar dan enkel voor zover die door hem niet zijn doorbetaald aan [gedaagde zaaknr. C/03/241270] . Van het eventueel terug te betalen bedrag dient verder, aldus [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] , te worden afgetrokken het bedrag van € 3.194,40 dat hij aan [naam] heeft betaald voor het bouwrijp maken van de grond. [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] betwist dat de handtekening onder de werkgeversverklaring van PB van zijn broer, [naam broer] , is. [naam broer] was wel bestuurder van PB in 2015-2016.
Het geschil in zaak C/03/241270 / HA ZA 17-541:
3.3.1
[gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] vordert, na wijziging van eis bij akte d.d. 14 maart 2018, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad voor zover de wet dat toelaat, [gedaagde zaaknr. C/03/241270] veroordeelt aan [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] al datgene te voldoen waartoe [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] jegens Dynamic mocht worden veroordeeld, met veroordeling van [gedaagde zaaknr. C/03/241270] in de kosten van het geding in de hoofdzaak en in de vrijwaringsprocedure, waaronder € 131,- ter zake nakosten indien geen betekening van het vonnis plaatsvindt, dan wel € 199,- vermeerderd met de explootkosten indien niet binnen 14 dagen na de datum van het vonnis aan de daarbij uitgesproken veroordeling is voldaan en betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, de proceskosten te voldoen binnen 14 dagen na de dag waarop (eind)vonnis wordt gewezen, bij niet tijdige betaling te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de 15de dag na de uitspraak van dat vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.
3.3.2
[gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] legt aan deze vordering ten grondslag dat hij het door hem van Dynamic ontvangen geld volledig heeft uitgekeerd aan [gedaagde zaaknr. C/03/241270] , behoudens het bedrag van € 3.194,40. Dit bedrag, aldus [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] , heeft hij aan [naam] betaald voor de opschoning van het terrein, voor het verzorgen van de grondverbetering en het startklaar maken van de bouwgrond (nr. 41 dagvaarding).
3.4
[gedaagde zaaknr. C/03/241270] voert verweer.

4.De beoordeling

in zaak C/03/235360 / HA ZA 17-254

4.1
[gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] erkent een aannemingsovereenkomst met [gedaagde zaaknr. C/03/241270] te hebben gesloten inhoudende dat hij voor [gedaagde zaaknr. C/03/241270] een huis zou bouwen aan de [adres 1] te [plaats] . Na het sluiten van die overeenkomst op 17 augustus 2016 (productie 5 dagvaarding hoofdzaak), heeft [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] terstond de eerste termijn gefactureerd (rov. 2.1 sub d), de betaling van Dynamic ontvangen en is hij, aldus [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] , aan het werk gegaan (nr. 37 conclusie van antwoord). Voordat hij daadwerkelijk is begonnen met het uitvoeren van de werkzaamheden, heeft [gedaagde zaaknr. C/03/241270] hem meegedeeld dat hij, [gedaagde zaaknr. C/03/241270] , veel meer zelf wilde doen. [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] en [gedaagde zaaknr. C/03/241270] hebben toen afgesproken dat [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] de door Dynamic betaalde bedragen zou doorbetalen aan [gedaagde zaaknr. C/03/241270] . [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] erkent dat hij vervolgens ook de volgende twee termijnen heeft gefactureerd zoals hiervoor in rov. 2.1 sub e en f vermeld.
Uit deze erkenning vloeit voort, ook als wordt uitgegaan van de juistheid van de volgens [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] met [gedaagde zaaknr. C/03/241270] gemaakte nadere afspraak, dat de tweede factuur (rov. 2.1 sub e) van [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] een valse factuur was: die factuur 2016-0024 van [handelsnaam] van 1 oktober 2016 heeft immers als omschrijving “2e termijn 40% van aanneemsom nieuwbouw [plaats] (…) € 78.00,00” en dit bedrag zou worden betaald bij de start van de 1e verdieping (rov. 4.1 sub c). Het staat echter vast dat er niets op de grond is gebouwd. Dit betekent dat [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] met deze factuur betaling heeft gevraagd en gekregen van niet verricht werk en/of van werk waarvan [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] wist dat hij dit niet zou verrichten De vordering van Dynamic voor zover inhoudende dat dit bedrag door [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] aan haar moet worden terugbetaald, ligt dan ook in beginsel voor toewijzing gereed. Dat [gedaagde zaaknr. C/03/241270] het vertrouwen dat [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] in [gedaagde zaaknr. C/03/241270] had, heeft beschaamd, zoals [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] aanvoert, maakt de door [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] opgestelde factuur niet minder vals. Evenmin kan [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] zich ten opzichte van Dynamic achter dit gestelde vertrouwen verschuilen. De rechtbank wijst er in dit verband op dat de valsheid van deze factuur van 1 oktober 2016 ook volgt uit de door [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] zelf overgelegde factuur van [naam] (productie 10A conclusie van antwoord). Die factuur betreft werk [adres 1] [plaats] en heeft volgens [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] betrekking op werkzaamheden die de grond bouwrijp hebben gemaakt. [naam] heeft blijkens die factuur de betreffende werkzaamheden verricht op 17 november 2016, dus veel later dan 1 oktober 2016. Uit hetgeen [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] echter op zijn factuur van 1 oktober 2016 heeft vermeld zou moeten volgen dat op 17 november 2017 in elk geval de ruwbouw van de begane grond verdieping al klaar had moeten zijn. Het klaar zijn van deze ruwbouw op het moment dat de grond bouwrijp wordt gemaakt, laat zich niet anders verklaren dan dat de factuur van [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] ter zake de € 78.000,- niet naar waarheid is opgemaakt. De rechtbank ziet geen aanwijzingen voor de juistheid van de tijdens de comparitie verwoorde stelling zijdens [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] dat de datum van 17 november 2016 op de factuur van [naam] niet juist zou zijn. De factuur is zonder enig voorbehoud door hemzelf ingebracht.
4.2
De eerste factuur van [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] van 18 augustus 2016 heeft als omschrijving “1e termijn van aanneemsom nieuwbouw [plaats] (…) € 58.500,00”. Krachtens de in rov. 2.1 sub c genoemde aannemingsovereenkomst is deze termijn opeisbaar bij het tekenen van de aanneemovereenkomst en hoefden er nog geen werkzaamheden te zijn verricht door [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] . De aannemingsovereenkomst is op 17 augustus 2016 ondertekend. Naar eigen zeggen van [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] tijdens de comparitie is de nadere afspraak tussen hem en [gedaagde zaaknr. C/03/241270] inhoudende dat [gedaagde zaaknr. C/03/241270] , kort gezegd, zelf een groot deel van de bouw voor zijn rekening zou nemen, enige weken na het sluiten van de overeenkomst op 17 augustus 2017 gemaakt. Die verklaring kan niet juist zijn. [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] heeft immers bij zijn incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring als productie 4 ( [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] verwijst in nr. 44 van zijn conclusie van antwoord naar deze productie) overgelegd “bij – en afschrijvingen” van de bankrekening van [handelsnaam] . Op die productie heeft hij naar eigen zeggen aangegeven welke bedragen hij aan [gedaagde zaaknr. C/03/241270] heeft gegeven in het kader van de nadere afspraak dat [gedaagde zaaknr. C/03/241270] zelf de bouw ter hand zou nemen. Hij heeft wat dit betreft vermeld dat hij op 18 augustus 2016 € 2.000,- heeft gepind ten behoeve van [gedaagde zaaknr. C/03/241270] , op 26 augustus 2016 2x € 2.000,- en 1x € 1.000,- en op 27 augustus 2016 € 600,-, telkens ten behoeve van [gedaagde zaaknr. C/03/241270] . In totaal heeft hij dus in een tijdsbestek van 10 dagen na ondertekening van de
aanneemovereenkomstnaar eigen zeggen € 7.600,- aan [gedaagde zaaknr. C/03/241270] verstrekt in verband met een afspraak die pas “enige weken na het sluiten van de overeenkomst op 17 augustus 2016” zou zijn gemaakt. Namens [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] is overigens tijdens de comparitie aangevoerd dat de betreffende nadere afspraak met [gedaagde zaaknr. C/03/241270] zou zijn gemaakt nadat [naam] de grondwerkzaamheden heeft verricht, en dat zou dan, blijkens de factuur van [naam] , dus zelfs na 17 november 2016 zijn geweest. De rechtbank leidt uit dit alles af dat als de door [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] gestelde nadere afspraak met [gedaagde zaaknr. C/03/241270] is gemaakt, dit, zo al niet eerder, in elk geval tegelijk met de ondertekening van de aannemingsovereenkomst op 17 augustus 2016 is gedaan. De door [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] aan [gedaagde zaaknr. C/03/241270] gedane betalingen laten zich niet anders verklaren. Dat betekent dat ook deze factuur van 18 augustus 2016 vals is. [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] wist immers op de dag van datering van deze factuur dat er geen sprake meer was van een aannemingsovereenkomst op grond waarvan hij aanspraak kon maken op betaling van de eerste termijn. De ter comparitie door [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] betrokken stelling dat hij meer zaken met [gedaagde zaaknr. C/03/241270] heeft gedaan en dat die betalingen ook kunnen zien op een andere bouw voldoet niet. [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] heeft immers zelf de hiervoor genoemde vijf betalingen aangeduid als betalingen op grond van de nadere afspraak dat [gedaagde zaaknr. C/03/241270] de bouw zelf ter hand zou nemen. Dit alles leidt tot het uitgangspunt dat ook de vordering van Dynamic tot terugbetaling van € 58.500,- in beginsel kan worden toegewezen.
4.3.1
De in rov. 3.1.1 sub c en d vermelde vorderingen zijn ingesteld in verband met de door Dynamic betaalde koopsom van € 99.000,- voor de grond [adres 1] te [plaats] waarop het huis gebouwd had moeten worden. Volgens Dynamic is zij door [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] en [gedaagde zaaknr. C/03/241270] opgelicht en wel als volgt. [gedaagde zaaknr. C/03/241270] heeft bij haar een hypothecaire lening aangevraagd. Die is door Dynamic aan [gedaagde zaaknr. C/03/241270] verleend op basis van een offerte van Dynamic van 8 april 2016. De lening zou worden gebruikt ter financiering van de bouw van een woning aan de [adres 1] te [plaats] . [gedaagde zaaknr. C/03/241270] heeft bij die leningsaanvraag gevoegd een volgens Dynamic gefingeerde werkgeversverklaring van werkgever Panorama Baugesellschaft MBH (hierna PB), ondertekend door [naam broer] op 2 maart 2016. Deze werkgeversverklaring houdt in dat [gedaagde zaaknr. C/03/241270] bij PB voor onbepaalde tijd in vaste dienst is aangesteld als projectmanager met een bruto jaarsalaris van € 87.564,-. [gedaagde zaaknr. C/03/241270] heeft, aldus Dynamic, indien hij al werkzaamheden heeft verricht, die betreffende werkzaamheden in elk geval niet in het kader van een vaste dienstbetrekking uitgevoerd en hij heeft van PB alleen in december 2015 een betaling ontvangen. [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] stond ten tijde van deze werkgeversverklaring ingeschreven als bevoegd directeur van PB. Verder is, aldus Dynamic, uit onderzoek gebleken dat PB een niet werkzaam bedrijf is. Op het in de werkgeversverklaring vermelde adres waarop PB zou zijn gevestigd, [adres 2] te [vestigingsplaats] , is niet dit bedrijf aangetroffen. Wel is aangetroffen een langdurig leegstaand pand. Bij dit alles, aldus Dynamic, moet ook worden meegewogen dat [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] de hiervoor in rov. 2.1 sub d, e en f genoemde valse facturen heeft opgemaakt. Hiermee is de link gelegd, zo begrijpt de rechtbank Dynamic, tussen de valse werkgeversverklaring van PB waarvan [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] directeur was en de ontvangst van de gelden door [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] op grond van de valse facturen. Verder was de aangekochte grond niet geschikt om een woning op te bouwen.
4.3.2
Als voormalig directeur van PB had van [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] mogen worden verwacht overlegging van tastbare producties waaruit blijkt dat PB niet een, kort gezegd, spookonderneming was en is. Hij heeft het echter gelaten bij een aanbod om (inkoop)facturen van PB over te leggen en foto’s van projecten van Panorama (nr. 25 conclusie van antwoord). Het ontgaat de rechtbank waarom hij dergelijke stukken niet al heeft overgelegd. Dit alleen al omdat de eisen van een voortvarende procesvoering met zich brengen dat dergelijke stukken terstond worden overgelegd. Het betreffende aanbod om die stukken alsnog over te leggen wordt door de rechtbank gepasseerd (vergelijk HR 9 maart 2009, ECLI:NL:HR:2009:BU9204/NJ 2012, 174). Van een partij die zich beroept op stukken waarover zij beschikt, mag worden verlangd dat zij die stukken uit zich zelf in het geding brengt. De rechter behoeft partijen daartoe niet in de gelegenheid te stellen. Daarmee heeft [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] de stelling van Dynamic dat PB een spookonderneming is, onvoldoende gemotiveerd betwist, zodat daarvan zal worden uitgegaan. Uit dit oordeel vloeit ook voort dat de werkgeversverklaring vals is: als PB voor een spookonderneming moet worden gehouden, kan de werkgeversverklaring inhoudende dat [gedaagde zaaknr. C/03/241270] is aangesteld bij PB voor onbepaalde tijd in vaste dienst als projectmanager met een bruto jaarsalaris van € 87.564,- niet juist zijn.
4.3.3
Het hiervoor in 4.3.2 overwogene is onvoldoende om met voldoende zekerheid uit af te leiden dat [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] ook al bij de fraude betrokken was ten tijde van de aanvraag van de hypothecaire lening en/of zodanig bij de aankoop van de bouwgrond betrokken was dat de vordering van Dynamic wat betreft het bedrag van € 99.000,- ook kan worden toegewezen. De rechtbank zal Dynamic toelaten te bewijzen dat [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] feitelijk betrokken was bij de aanvraag van de hypothecaire lening en/of bij de aankoop van de bouwgrond aan de [adres 1] te [plaats] .
4.4
De rechtbank zal iedere verdere beslissing, onder meer haar oordeel over het beroep van [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] dat sprake is van eigen schuld aan de zijde van Dynamic, aanhouden.
in zaak C/03/241270 / HA ZA 17-541
4.5.1
[gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] stelt dat hij van de € 136.500,- die hij van Dynamic heeft ontvangen, € 105.754,30 aan [gedaagde zaaknr. C/03/241270] heeft betaald. Het restantbedrag van € 30.745,70 heeft hij gehouden voor door hem, [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] , verricht werk ten behoeve van de woning zoals het maken van de planning, het huren van stellingen en materialen, voor verzekeringen, voor het door [naam] bouwrijp maken van de grond en voor geplande afbouwwerkzaamheden die [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] aan het einde van de bouw zou uitvoeren.
4.5.2
[gedaagde zaaknr. C/03/241270] heeft betwist dat [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] werkzaamheden voor hem heeft uitgevoerd. [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] heeft ter onderbouwing van zijn stelling dat hij € 30.745,70 onder zich heeft gehouden voor door hem verricht werk ten behoeve van de woning zoals hiervoor in rov. 4.5.1 omschreven alleen een factuur van [naam] ad € 3.194,40 overgelegd. Dat ook die werkzaamheden niet zouden zijn verricht, is onvoldoende specifiek door [gedaagde zaaknr. C/03/241270] betwist. Alle andere door [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] genoemde werkzaamheden zijn met niets onderbouwd. Gelet daarop houdt de rechtbank het ervoor dat [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] die betreffende werkzaamheden niet heeft verricht noch dat hij ze zou verrichten. Er zijn dan ook geen gronden komen vast te staan op basis waarvan [gedaagde zaaknr. C/03/241270] betaling van die werkzaamheden is verschuldigd. Aan bewijslevering op dit punt komt de rechtbank niet toe omdat [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] zijn stellingen ter zake niet heeft onderbouwd. Dit betekent dat voor zover [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] in de hoofdzaak wordt veroordeeld om enig bedrag aan Dynamic te betalen ter zake de valse facturen, [gedaagde zaaknr. C/03/241270] in elk geval in deze vrijwaring € 27.551,30 (€ 30.745,70 min € 3.194,40) niet aan [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] hoeft te betalen. Dat bedrag heeft [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] immers niet aan [gedaagde zaaknr. C/03/241270] afgedragen terwijl niet is komen vast te staan dat hij daarvoor werkzaamheden heeft verricht.
4.5.3
Tijdens de comparitie is zijdens [gedaagde zaaknr. C/03/241270] verklaard dat eventuele door hem van [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] ontvangen gelden die [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] van Dynamic heeft ontvangen op grond van de hiervoor genoemde door [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] opgestelde valse facturen, door hem aan [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] moeten worden betaald. Door deze erkenning hoeft in beginsel geen nader onderzoek te worden gedaan naar de grondslag van de vordering van [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] voor zover deze betrekking heeft op de twee valse facturen.
4.6.1
[gedaagde zaaknr. C/03/241270] heeft erkend dat [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] van de door hem, [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] , van Dynamic ontvangen gelden € 2.605,- heeft overgeboekt naar een Nederlandse bankrekening van [gedaagde zaaknr. C/03/241270] en € 14.940,- naar een Belgische bankrekening van [gedaagde zaaknr. C/03/241270] (nr. 7 conclusie van antwoord).
4.6.2
De rechtbank begrijpt uit nr. 10 conclusie van antwoord dat [gedaagde zaaknr. C/03/241270] het bedrag van € 2.605,- heeft gehouden. Indien in de hoofdzaak [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] wordt veroordeeld tot betaling van € 2.605,- of minder, zal de vordering van [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] tegen [gedaagde zaaknr. C/03/241270] dus in elk geval tot dat bedrag worden toegewezen.
4.6.3
[gedaagde zaaknr. C/03/241270] heeft in nr. 7 conclusie van antwoord ook gesteld dat hij het bedrag dat is gestort op zijn Belgische bankrekening in contante delen heeft overgedragen aan [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] en zijn broer Richard. Op 1, 2, 6 en 7 februari 2017 zijn gedeeltes betaald aan [naam broer] en op 9 en 14 februari 2017 aan [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] . [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] betwist dat [gedaagde zaaknr. C/03/241270] € 14.940,- weer aan hem en zijn broer heeft afgedragen. Krachtens de hoofdregel van art. 150 Rv zal de rechtbank [gedaagde zaaknr. C/03/241270] toelaten te bewijzen dat hij op 1, 2, 6, 7, 9 en 14 februari 2017 in totaal € 14.940,- heeft betaald aan [naam broer] en/of [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] .
4.7.1
[gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] heeft in nrs. 43-46 dagvaarding aangevoerd dat het bedrag van € 105.754,30 door hem aan [gedaagde zaaknr. C/03/241270] is betaald en wel € 60.440,- contant, € 30.374,30 via zijn, [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] ’s, Nederlandse bankrekening aan [gedaagde zaaknr. C/03/241270] en € 14.940,- aan [gedaagde zaaknr. C/03/241270] via de Belgische bankrekening van [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] . [gedaagde zaaknr. C/03/241270] heeft de bancaire betaling van € 14.940,- erkend (zie rov. 4.6.1). Van de andere gestelde bancaire betaling van in totaal € 30.374,30 heeft hij een betaling erkend van € 2.605,-. [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] heeft niet voldoende duidelijke en doorslaggevende bankafschriften overgelegd waaruit blijkt dat en wanneer hij in totaal € 30.374,30 heeft overgemaakt op een rekening van [gedaagde zaaknr. C/03/241270] . De rechtbank zal [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] allereerst in de gelegenheid stellen om bankafschriften over te leggen waaruit blijkt dat en wanneer hij in totaal € 30.374,30 heeft overgemaakt op een bankrekening ten name van [gedaagde zaaknr. C/03/241270] . De rechtbank merkt voor alle duidelijkheid op dat de door [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] overgelegde “registraties in betaalagenda’s” zonder nadere maar ontbrekende toelichting, onvoldoende duidelijk zijn om deze betalingen uit af te leiden.
4.7.2
[gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] heeft verder gesteld door [gedaagde zaaknr. C/03/241270] ondertekende creditfacturen te hebben waaruit blijkt dat [gedaagde zaaknr. C/03/241270] de contante betalingen van in totaal € 60.440,- heeft ontvangen. Hij verwijst naar in de hoofdzaak overgelegde producties. Nu de vrijwaringszaak een zelfstandige zaak is, behoort de rechtbank geen kennis te nemen van producties die alleen in die hoofdzaak zijn overgelegd. De rechtbank zal [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] daarom ook in staat stellen om in de vrijwaringszaak die stukken over te leggen waaruit blijkt dat hij aan [gedaagde zaaknr. C/03/241270] contante betalingen heeft verricht.
4.8
De rechtbank zal in afwachting van de door [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] over te leggen stukken, iedere verdere beslissing aanhouden.

5.De beslissing

De rechtbank:
In zaak C/03/235360 / HA ZA 17-254:
5.1
laat Dynamic toe te bewijzen dat [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] feitelijk betrokken was bij de aanvraag van de hypothecaire lening en/of bij de aankoop van de bouwgrond aan de [adres 1] te [plaats] ;
(MK)5.2 bepaalt dat, indien Dynamic bewijs door middel van getuigen wil leveren, het getuigenverhoor zal worden gehouden ten overstaan van mr. J.R. Sijmonsma, rechter, in het gerechtsgebouw te Maastricht aan het St. Annadal 1 op een datum en tijdstip als door de rechter zal worden bepaald, nadat Dynamic bij akte heeft opgegeven of getuigen zullen worden voorgebracht, in dat geval onder opgave van het aantal en - zo mogelijk - de personalia van de getuigen;
5.3
verwijst in dat geval de zaak naar de rol van 6 juni 2018(4 weken na datum vonnis) voor akte houdende opgave getuigen aan de zijde van Dynamic, alsmede voor akte houdende verhinderdata in de eerste vier maanden vanaf de datum van opgave aan de zijde van beide partijen;
5.4
bepaalt dat Dynamic indien zij het bewijs niet of niet uitsluitend door getuigen wil leveren maar door overlegging van bewijsstukken en/of door een ander bewijsmiddel, zij die bewijsstukken en/of andere bewijsmiddelen op de rol van 6 juni 2018 in het geding moet brengen;
5.5
houdt iedere verdere beslissing aan;
in zaak C/03/241270 / HA ZA 17-541
5.6
stelt [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] in staat om ter rolle van 6 juni 2018 bankafschriften over te leggen waaruit blijkt dat en wanneer hij in totaal € 30.374,30 heeft overgemaakt op een Nederlandse bankrekening ten name van [gedaagde zaaknr. C/03/241270] ;
5.7
stelt [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] in staat om ter rolle van 6 juni 2018 stukken ( [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] noemt deze creditfacturen die door [gedaagde zaaknr. C/03/241270] zijn ondertekend) over te leggen waaruit blijkt dat hij aan [gedaagde zaaknr. C/03/241270] contante betalingen heeft gedaan;
5.8
bepaalt dat [gedaagde zaaknr. C/03/241270] vier weken nadat [gedaagde zaaknr. C/03/235360 en eiser zaaknr. C/03/241270] de betreffende stukken heeft overgelegd, een antwoord-akte mag nemen;
5.9
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma, rechter, en in het openbaar uitgesproken.