ECLI:NL:RBLIM:2018:4797

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
23 mei 2018
Publicatiedatum
23 mei 2018
Zaaknummer
C/03/235721 / HA ZA 17-273
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake koopovereenkomst in strijd met testamentair beperkt vervreemdingsverbod

Op 23 mei 2018 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een vonnis gewezen in een civiele zaak met zaaknummer C/03/235721 / HA ZA 17-273. In deze zaak stond eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. V.H.A. Griffioen, tegenover gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.Ph.E.M. Cratsborn. De zaak betreft een koopovereenkomst die in strijd zou zijn met een testamentair beperkt vervreemdingsverbod. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 21 februari 2018 al enkele oordelen en motiveringen gegeven, waarop de partijen hun processtukken hebben ingediend.

De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde niet heeft voldaan aan de verplichting om bewijsstukken over te leggen die zijn stelling onderbouwen dat hij de betreffende grond niet aan eiseres mocht overdragen. Hierdoor is de primaire vordering van eiseres voor toewijzing gereed verklaard. De rechtbank heeft bepaald dat gedaagde binnen 14 dagen na betekening van het vonnis moet meewerken aan de levering van de onroerende zaak, en dat bij gebreke van medewerking het vonnis in de plaats treedt van de leveringsakte.

Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 3.059,97, met bijkomende kosten voor nakosten. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.R. Sijmonsma.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK LIMBURG
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/235721 / HA ZA 17-273
Vonnis bij vervroeging van 23 mei 2018
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres,
advocaat mr. V.H.A. Griffioen;
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
advocaat mr. R.Ph.E.M. Cratsborn.
Eiseres zal hierna [eiseres] genoemd worden. Gedaagde zal hierna [gedaagde] worden genoemd. De rechtbank zet de nummering van het hierna genoemde tussenvonnis voort.

6.Het verdere verloop van de procedure

6.1
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het door deze rechtbank gewezen tussenvonnis van 21 februari 2018;
  • de zijdens [eiseres] genomen akte na tussenvonnis met een productie;
  • de zijdens [eiseres] genomen antwoordakte na tussenvonnis;
  • de zijdens [gedaagde] genomen antwoordakte.
6.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

7.De verdere beoordeling

7.1
De rechtbank blijft bij haar in het tussenvonnis gegeven oordelen en motiveringen.
7.2
De rechtbank heeft in het tussenvonnis [gedaagde] in staat gesteld om op de rol van 21 maart 2018 (vier weken na uitspraak van het tussenvonnis) aan de hand van producties, waaronder in elk geval kadastrale bescheiden als bijvoorbeeld verklaringen van de houder van het kadaster, aan te tonen dat de veldwei en het perceel plaatselijk bekend als [naam 1] en kadastraal bekend als gemeente [plaats 1] , [kadasternummer 1] , groot vier en vijftig aren tachtig centiaren, dezelfde onroerende zaak betreft. [eiseres] is bij voornoemd vonnis in staat gesteld om over te leggen de factuur van Roex en een bewijs waaruit blijkt dat zij die factuur heeft betaald.
7.3
De rechtbank heeft [gedaagde] op zijn verzoek uitstel verleend om de in rov. 7.2 genoemde producties, waaronder in elk geval kadastrale bescheiden, over te leggen, en wel tot 11 april 2018. Ook op de rol van 11 april 2018 heeft [gedaagde] geen producties overgelegd noch anderszins van zich laten horen. Bij gebreke van die nadere door [gedaagde] over te leggen gegevens, is de door hem te bewijzen stelling dat hij de betreffende grond niet aan [eiseres] mocht overdragen wegens een testamentaire last, niet komen vast te staan. Dit brengt met zich dat de primaire vordering, waar verder geen verweer tegen is gevoerd, voor toewijzing gereed ligt. De rechtbank merkt voor de volledigheid nog op dat de executie van hetgeen in het dictum in 8.1 en 8.2 is vermeld met zich brengt dat [eiseres] de afgesproken koopprijs aan [gedaagde] moet betalen. De rechtbank zal [gedaagde] een redelijke termijn geven voor de gevorderde meewerking.
7.4
Alle andere vorderingen van [eiseres] behoudens de proceskostenveroordeling, zijn als subsidiair of meer subsidiair ingesteld, zodat daarover verder niet geoordeeld hoeft te worden. De rechtbank komt dus ook niet toe aan de beantwoording van de vraag of Roex al dan niet [eiseres] heeft gefactureerd en of [eiseres] de factuur van Roex al dan niet heeft betaald.
7.5
Nu de primaire vordering zal worden toegewezen, heeft [gedaagde] te gelden als de in het ongelijk gestelde partij en zal hij worden veroordeel in de proceskosten. Deze bedragen € 287,- aan griffierecht (1x), € 99,21 kosten betekening dagvaarding en € 1.737,50 (2,5 punt x tarief III) voor salaris advocaat en € 695,- kosten verzoekschrift beslag, € 170,03 beslagexploot en € 68,09 overbetekening beslagexploot te vermeerderen met € 3,14 informatie GBA. Het ontgaat de rechtbank waarom de kosten overbetekening twee maal zijn gevorderd, zodat die kosten slechts eenmaal zullen worden toegewezen. Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.

8.De beslissing

De rechtbank:
8.1
veroordeelt [gedaagde] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis mee te werken aan de levering van het volle en vrije en onbelaste eigendom van de onroerende zaak: kadastraal bekend als [plaats 1] , [kadasternummer 2] , plaatselijk bekend als [naam 2] te [plaats 2] en daartoe binnen 14 dagen na de betekening te verschijnen voor notaris mr. Goossens, kantoorhoudende te Nuth aan de Valkenburgerweg 20, of diens plaatsvervanger en mee te werken aan het passeren van de notariële leveringsakte;
8.2
bepaalt dat bij gebreke van medewerking door [gedaagde] aan het in 8.1 vermelde, namelijk binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis mee te werken aan het opmaken en passeren van de notariële leveringsakte, het vonnis in de plaats treedt van de leveringsakte;
8.3
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure, voor zover gerezen aan de zijde van [eiseres] tot op heden bepaald op € 3.059,97, en voor wat betreft de nakosten op € 131,- indien geen betekening plaatsvindt, dan wel op € 199,- vermeerderd met de explootkosten indien niet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis is voldaan aan de bij dit vonnis uitgesproken veroordelingen en betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, een en ander met de bepaling dat [gedaagde] aan [eiseres] de wettelijke rente verschuldigd wordt indien het bedrag van de proceskostenveroordeling niet is betaald binnen 14 dagen na het te wijzen vonnis.
8.4
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
8.5
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma, rechter, en in het openbaar uitgesproken.