ECLI:NL:RBLIM:2018:4684

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 mei 2018
Publicatiedatum
18 mei 2018
Zaaknummer
03/866365-13
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervaardigen van kinderporno door een ouder met betrokkenheid van een minderjarige

Op 18 mei 2018 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het vervaardigen van kinderporno. De verdachte, bijgestaan door haar advocaat mr. L. Bien, werd beschuldigd van het maken van foto's van haar dochter, die op dat moment minderjarig was. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 7 mei 2018, waarbij zowel de verdachte als de officier van justitie hun standpunten naar voren brachten. De tenlastelegging hield in dat de verdachte, al dan niet samen met anderen, kinderporno had vervaardigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er in een tijdsbestek van ongeveer 35 minuten veertien foto's van de dochter zijn gemaakt, waarvan een aantal als kinderpornografisch werd aangemerkt. De verdachte heeft verklaard dat zij aanwezig was bij het maken van deze foto's, die expliciet seksuele gedragingen toonden. De rechtbank oordeelde dat de foto's, ondanks de verdediging dat er geen seksuele intentie was, wel degelijk een onmiskenbare seksuele strekking hadden. De verdachte werd uiteindelijk schuldig bevonden aan het vervaardigen van kinderporno en kreeg een taakstraf van 180 uren, met een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden. De rechtbank hield rekening met de blanco strafblad van de verdachte en de tijd die verstreken was sinds het plegen van het feit.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/866365-13
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 18 mei 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. L. Bien, advocaat, kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 7 mei 2018. De verdachte en haar raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte, al dan niet samen met een ander of anderen, kinderporno heeft vervaardigd.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het feit wettig en overtuigend bewezen kan worden. De verdachte heeft bijgedragen aan het vervaardigen van kinderpornografische foto’s van haar dochter.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de in het eerste deel van de tenlastelegging genoemde foto’s niet kunnen worden aangemerkt als kinderporno. Ten aanzien van de genoemde foto’s in het tweede deel van de tenlastelegging kan niet worden vastgesteld dat de verdachte wist dat deze foto’s zijn gemaakt. Evenmin was er sprake van een bewuste en nauwe samenwerking.
Mocht de rechtbank daar anders over denken, dan heeft de raadsman verzocht [slachtoffer] als getuige te horen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Inleiding
In maart 2012 ontving het Team Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme van de nationale recherche (hierna: TBKK) afbeeldingen van de Deense politie, waarop onder andere een man, een vrouw, drie jongens en twee meisjes in wisselende samenstellingen te zien waren. Een aantal van die afbeeldingen werd aangemerkt als kinderporno. Op de afbeeldingen waren aanwijzingen te zien dat deze in Nederland zouden zijn gemaakt. Door het TBKK werd een onderzoek ingesteld naar de herkomst van die foto’s. Op de foto’s werden onder andere de verdachte, haar dochter [slachtoffer] en haar partner [medeverdachte] , herkend. Op 17 juni 2013 werden de verdachte en [medeverdachte] aangehouden.
Bewijs
Tijdens het onderzoek werden de foto’s bekeken. De afbeeldingen met de bestandsnamen [bestandsnaam 1] , [bestandsnaam 2] en [bestandsnaam 3] , werden als kinderpornografisch aangemerkt. Op deze afbeeldingen zijn te zien de verdachte en [slachtoffer] . [slachtoffer] ligt rechts van de verdachte en [slachtoffer] heeft de tepel van de rechter borst van de verdachte in haar mond. De verdachte heeft met haar rechter hand het hoofd van haar dochter vast. [slachtoffer] bovenlichaam is ontbloot. [2]
Uit onderzoek op basis van zogenaamde exif-informatie is gebleken dat de afbeeldingen [bestandsnaam 2] en [bestandsnaam 3] werden gemaakt op - respectievelijk - 2004-01-09 om 07:35:15 uur en 2004-01-09 om 07:35:28 uur. [3] De verdachte heeft verklaard dat zij aanwezig was bij het maken van de twee hiervoor genoemde foto’s, die werden gemaakt op de [adres] te Sittard. De verdachte heeft verder verklaard dat zij met [medeverdachte] en hun gezin vanaf mei 2006 tot en met januari 2007 op de [adres] te Sittard hebben gewoond. [4] [medeverdachte] heeft verklaard dat hij de foto’s heeft gemaakt. [5] [medeverdachte] heeft verder nog verklaard dat hij een onderbroeken fetisj had. [6] Uit de verklaringen van [verdachte] en [medeverdachte] volgde dat zij elkaar in 2004 (nog) niet kenden.
Nader onderzoek naar [slachtoffer] wees uit dat zij is geboren op [geboortedatum] . [7]
Naast de hiervoor genoemde foto’s, werden er nog meer foto’s van [slachtoffer] aangetroffen. Uit de exif-informatie blijkt dat op 2004-01-09 tussen 07:15:40 uur en 07:50:54 uur in totaal (tenminste) 14 foto’s van [slachtoffer] werden gemaakt. [8] Al deze foto’s werden in het politieonderzoek als kinderpornografisch aangemerkt. [9] Hieronder volgt een beschrijving van enkele foto’s:
- [slachtoffer] ligt op een bank. Ze ligt op haar rug en heeft haar rechterhand onder haar hoofd. Haar linkerhand heeft zij in haar linker zij. Zij heeft haar linker been opgetrokken. Ze draagt een witte onderbroek met een roze bies, met een blauw bloemetje. De camera is gericht op de borsten en het kruis van [slachtoffer] . [10] Volgens de exif-informatie is de foto gemaakt op 2004-01-09 om 07:15:40 uur. [11]
- [slachtoffer] ligt op een speelkleed met een wegennetwerk. [slachtoffer] betast met haar rechter hand haar vagina en houdt met haar linker hand haar blauwe onderbroekje vast. [12] Deze foto is, volgens de exif-informatie, gemaakt op 2004-01-09 om 07:29:27 uur. [13]
- [slachtoffer] ligt op haar rug op bed. Haar blauwe onderbroek zit in haar knieholtes en ze heeft haar benen opgetrokken. De camera is gericht op de anus en de vagina van [slachtoffer] . [14] Deze foto is, volgens de exif-informatie, gemaakt op 2004-01-09 om 07:41:09 uur. [15]
- [slachtoffer] staat met haar rug naar de camera. Met haar handen steunt ze op de achterkant van een bed. Haar lichtblauwe onderbroek zit ter hoogte van haar knieën. Met de camera is ingezoomd op haar billen en de bovenkant van haar onderbroek. [16] Volgens de exif-informatie is de foto gemaakt op 2004-01-09 om 07:42:42 uur. [17]
De verdachte heeft verklaard dat zij aanwezig was bij het maken van deze foto. [18]
- [slachtoffer] is op de foto te zien, terwijl het rechter pijpje van haar blauwe onderbroek opzij is geschoven en waarbij [slachtoffer] haar grote schaamlippen opzij trekt, waardoor de kleine schaamlippen zichtbaar zijn (foto’s met bestandsnaam [bestandsnaam 4] en [bestandsnaam 5] ). [19] Deze foto’s werden gemaakt - respectievelijk - op 2004-01-09 om 07:43:38 uur en 2004-01-09 om 07:43:14 uur. [20]
- [slachtoffer] ligt op haar rug met opgetrokken benen. Haar billen en onderbenen zijn zichtbaar. [slachtoffer] trekt met haar vingers haar vagina open ( [bestandsnaam 6] en [bestandsnaam 7] .). [21] Van de foto met bestandsnaam [bestandsnaam 6] bleek dat deze was gemaakt op 2004-01-09 om 07:44:12 uur. [22]
- [slachtoffer] zit op haar knieën op bed en draagt een roze onderbroek. De camera is gericht op haar borstjes. [23] Deze foto werd gemaakt op 2004-01-09 om 07:50:54 uur. [24]
Overwegingen rechtbank
De rechtbank stelt vast dat in een tijdsbestek van zo’n 35 minuten 14 foto’s van [slachtoffer] werden gemaakt, welke foto’s door de politie als kinderpornografisch werden aangemerkt.
Gelet op de verklaring van de verdachte, dat een deel van de foto’s werden gemaakt op de [adres] , waar zij vanaf mei 2006 tot en met januari 2007 woonde, kan de tijdsaanduiding “2001-01-09”, zoals blijkt uit de exif-informatie, niet kloppen. Kennelijk is de camera waarmee de foto’s werden gemaakt, niet ingesteld op de juiste datum.
Wel kan uit deze exif-informatie worden afgeleid dat de foto’s kort na elkaar zijn gemaakt: de eerste foto om 07:15 uur en de laatste om 07:50 uur. De foto’s werden gemaakt ergens in de periode van mei 2006 tot en met januari 2007, zo blijkt uit de verklaring van de verdachte. [slachtoffer] was toen acht jaar oud.
De verdachte was uiteraard aanwezig bij het maken van de foto’s, waarbij [slachtoffer] de tepel van de verdachte in haar mond heeft en zij heeft toegegeven dat ze welbewust heeft meegewerkt aan het maken van de foto’s. [medeverdachte] heeft verklaard dat hij deze foto’s heeft gemaakt. Ook was de verdachte volgens haar eigen verklaring aanwezig bij het maken van de foto waarbij wordt ingezoomd op de billen van [slachtoffer] , terwijl zij voorover leunt en haar onderbroek op haar knieën draagt.
De verdediging heeft ten aanzien van de foto’s, waarop [slachtoffer] de tepel van de verdachte in haar mond heeft, betoogd dat deze foto’s niet als kinderporno kunnen worden aangemerkt. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Uit jurisprudentie van de Hoge Raad blijkt dat artikel 240b Sr ziet op een afbeelding van een gedraging van expliciet seksuele aard, zoals die aan de hand van de afbeelding zelf kan worden vastgesteld, waaronder begrepen het op zinnenprikkelende wijze tonen van de geslachtsdelen of de schaamstreek. Het gaat hierbij om een gedraging die reeds door haar karakter strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling. Voorts ziet artikel 240b Sr op een afbeelding die weliswaar niet een gedraging van expliciet seksuele aard in de hiervoor aangegeven zin toont, maar die, gelet op de wijze waarop zij is tot stand gekomen eveneens strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling. Hierbij kan het gaan om een afbeelding van iemand in een houding of omgeving die weliswaar op zichzelf of in andere omstandigheden "onschuldig" zouden kunnen zijn, maar die in het concrete geval een onmiskenbaar seksuele strekking heeft. [25]
Gelet op deze beoordelingscriteria is de rechtbank van oordeel dat de foto’s, waarbij [slachtoffer] de tepel van de verdachte in haar mond heeft, wel degelijk kinderpornografisch van aard zijn. De rechtbank overweegt daartoe dat de foto’s deel uitmaken van een reeks van in totaal 14 foto’s. Op deze reeks komen enkele foto’s voor, waarbij [slachtoffer] naakt wordt gefotografeerd en waarbij haar vagina expliciet in beeld wordt gebracht. Bij enkele foto’s betast [slachtoffer] haar vagina. Het gaat hierbij om een gedraging die expliciet seksueel van aard is.
Bij de overige foto’s gaat het om afbeeldingen van [slachtoffer] waarvan de seksuele aard minder nadrukkelijk naar voren komt. Zo heeft de verdachte verklaard dat de foto’s waarbij [slachtoffer] verdachtes tepel in haar mond heeft, zijn gemaakt tijdens een “gek moment”. Er was kennelijk geen seksuele intentie. De rechtbank ziet dit anders. Doordat deze foto’s deel uitmaken van een reeks waarbij ook foto’s werden gemaakt die expliciet seksueel van aard waren, hebben ook deze foto’s een onmiskenbaar seksuele strekking. Daarbij heeft de rechtbank acht geslagen op het feit dat [slachtoffer] in deze fotoreeks drie verschillende onderbroekjes draagt en er op verschillende locaties, in verschillende poses, foto’s van [slachtoffer] worden gemaakt. Hieruit blijkt allerminst van een spontaan, “gek” fotomoment. Naar het oordeel van de rechtbank is er sprake van het doelbewust poseren van een minderjarig kind met de intentie om kinderporno te vervaardigen. De rechtbank merkt daarbij nog op dat met name het steeds wisselen van onderbroekjes opvallend is, nu [medeverdachte] heeft verklaard een onderbroeken fetisj te hebben. Ook bleek [medeverdachte] in het bezit te zijn van een groot aantal afbeeldingen welke als kinderporno werden aangemerkt. De rechtbank acht het dan ook aannemelijk dat [medeverdachte] de fotoreeks uit seksuele motieven heeft gemaakt en dat de verdachte daaraan heeft meegewerkt.
De verdachte was aanwezig bij het maken van de foto’s waarbij [slachtoffer] verdachtes tepel in haar mond heeft. [medeverdachte] heeft deze foto’s gemaakt. Ook was de verdachte aanwezig bij het maken van de foto waarbij werd ingezoomd op de blote billen van [slachtoffer] . Van de overige foto’s zeggen de verdachte en [medeverdachte] niets te weten. De rechtbank is echter van oordeel dat, gelet op het korte tijdsbestek waarin de foto’s werden gemaakt, de verdachte en [medeverdachte] ook betrokken waren bij het maken van de overige foto’s. Gelet op die samenwerking is er sprake van medeplegen bij het vervaardigen van kinderporno.
Partiele vrijspraak
In het tweede deel van de tenlastelegging is aan de verdachte nog ten laste gelegd dat zij, al dan niet samen met een ander of anderen, de foto’s met bestandsnamen [bestandsnaam 8] , [bestandsnaam 9] en [bestandsnaam 10] , welke als kinderpornografisch werden aangemerkt, heeft vervaardigd. Op deze foto’s is te zien dat [slachtoffer] op haar rug ligt met gespreide benen. Met de camera is ingezoomd op de schaamstreek. Boven de vagina zijn met balpen kleine blauwkleurige streepjes getrokken, zodat het lijkt alsof het schaamhaar is. Deze foto’s, met tijdsaanduiding 2004-01-01, komen niet uit dezelfde reeks als de eerdergenoemde serie. Van voornoemde afbeeldingen kan niet worden vastgesteld wie deze foto’s heeft gemaakt en of de verdachte daarbij een rol heeft gespeeld. De verdachte zal daarom van het tweede deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken, nu dit deel is toegespitst op de drie hiervoor genoemde afbeeldingen.
Verzoek van de verdediging
Ter zitting heeft de raadsman, indien de rechtbank de verdachte niet zal vrijspreken, nog het verzoek gedaan om [slachtoffer] te horen als getuige. Hij heeft daarbij te kennen gegeven dat de raadkamer daarover bij vonnis kan beslissen. De rechtbank ziet, mede in het licht van haar motivering van de afwijzing van het verzoek de getuige te horen zoals gedaan ter zitting van 28 juni 2016, geen noodzaak de getuige te horen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
in de periode van mei 2006 tot en met januari 2007 te Sittard, tezamen en in vereniging met een ander, meermalen afbeeldingen, te weten foto's heeft vervaardigd,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging - zakelijk weergegeven - bestond uit:
het betasten en/of aanraken van de borsten van een ander persoon door die [slachtoffer] , met de mond,
(te weten een afbeelding met bestandsnaam [bestandsnaam 1] en [bestandsnaam 2] en [bestandsnaam 3] ).
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die haar strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een taakstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis. Daarnaast heeft zij een voorwaardelijk gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met een proeftijd van vijf jaren, gevorderd.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat de strafeis van de officier van justitie te hoog is. Oplegging van voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf is niet passend.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft samen met haar partner kinderpornografisch materiaal vervaardigd door foto’s te maken van haar dochter [slachtoffer] . De foto’s passen in een reeks van afbeeldingen waarin [slachtoffer] poseerde in seksueel prikkelende houdingen. De foto’s werden ontdekt tijdens een onderzoek door de Deense autoriteiten naar kinderporno op het internet. Zij tipten de Nederlandse recherche, die nader onderzoek deed naar de herkomst van de foto’s. Hieruit blijkt dat de foto’s van [slachtoffer] inmiddels via het internet zijn verspreid en door verzamelaars van kinderporno worden gedeeld. De verdachte moet zich realiseren dat zij de persoonlijke levenssfeer van haar dochter in ernstige mate heeft aangetast. De rechtbank vindt het onbegrijpelijk en verwijtbaar dat zij heeft toegelaten en eraan heeft meegewerkt dat haar dochter, in al haar onschuld, is gebruikt voor het maken van kinderporno en daarmee het vertrouwen dat een kind in haar moeder moet hebben, heeft misbruikt.
Blijkens de oriëntatiepunten van het LOVS wordt voor het vervaardigen van kinderporno doorgaans een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren opgelegd. De rechtbank zal rekening houden met het feit dat de verdachte een blanco strafblad heeft. Ook zal zij rekening houden met de ouderdom van het feit. Gelet op de tijd die inmiddels is verstreken sinds het plegen van het feit, is de rechtbank van oordeel dat het strafdoel van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf illusoir is. Op grond van het bepaalde in artikel 22b Sr is een andere strafmodaliteit voor het vervaardigen van kinderporno niet mogelijk. Artikel 22b Sr sluit immers uit dat de rechtbank volstaat met het opleggen van een taakstraf. De rechtbank zal daarom gebruik maken van de mogelijkheid die de wet openlaat, namelijk om de onvoorwaardelijke vrijheidsstraf te beperken tot een dag, welke de verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast zal zij een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf opleggen. De rechtbank zal een langere proeftijd opleggen, te weten vijf jaren.
Alles overwegende acht de rechtbank een taakstraf voor de duur van 180 uren en een gevangenisstraf voor de duur van 181 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van vijf jaren passend.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit;
  • veroordeelt de verdachte tot
  • beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 90 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.B. Bax, voorzitter, mr. I.R.A. Timmermans-Vermeer en mr. R. Verkijk, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.K. Spronk, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 18 mei 2018.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
zij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 7 maart 2005 tot en met 6 maart 2008 te Sittard, in de gemeente Sittard-Geleen, in elk geval
in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meer afbeelding(en), te weten 16, althans een of meer foto('s) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) heeft vervaardigd,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten ( [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] ) was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestond(en) uit:
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door die [slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong)
(te weten een afbeelding met bestandsnaam [bestandsnaam 1] en/of [bestandsnaam 2] en/of [bestandsnaam 3] , zie p. 22 van het proces-verbaal)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer] , althans (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij die [slachtoffer] , althans deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij die [slachtoffer] , althans deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die [slachtoffer] , althans deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(te weten een afbeelding met bestandnaam [bestandsnaam 8] en/of een afbeelding met bestandsnaam [bestandsnaam 9] en/of een afbeelding met bestandsnaam [bestandsnaam 10] , pagina
23 van het proces-verbaal).

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie, proces-verbaalnummer 2012085827, gesloten d.d. 27 juni 2013, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 303.
2.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 2/4 en 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 2/8 en 4/8, niet doorgenummerd.
3.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 2/4 en 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeelding 2 en 3.
4.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 18 juni 2013, p. 291 en 293, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 2/4.
5.Het proces-verbaal van verhoor van de verdachte [medeverdachte] d.d. 18 juni 2013, p. 258, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 2/4.
6.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 19 juni 2013, p. 262.
7.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2012, p. 71.
8.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 2/4 en 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeeldingen 28, 34, 4, 3, 2, 1, 27, 29, 14, 13, 12, 11, 9 en 30.
9.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 1/8 (afbeelding 1), 2/8 (afbeelding 2, 3 en 4), 3/8 (afbeelding 9, 11 en 12), 4/8 (afbeelding 13 en 14), 6/8 (afbeelding 27, 28 en 29) en 7/8 (afbeelding 30 en 34).
10.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 6/8, niet doorgenummerd.
11.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeelding 28.
12.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 7/8, niet doorgenummerd.
13.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeelding 34.
14.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 6/8, niet doorgenummerd.
15.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeelding 27.
16.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 4/8, niet doorgenummerd.
17.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeelding 13.
18.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 18 juni 2013, p. 293, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 3/4.
19.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 3/8 en 4/8, niet doorgenummerd.
20.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie afbeeldingen 11 en 12.
21.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 2/4 en 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 3/8, niet doorgenummerd.
22.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 2/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie afbeelding 9.
23.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 7/8, niet doorgenummerd.
24.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2018, pagina 3/4, niet doorgenummerd, in combinatie met bijlage 2, exif-informatie, afbeelding 30.
25.ECLI:NL:HR:2010:BO6446 (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2010:BO6446&showbutton=true&keyword=2010%2c+BO6446)