ECLI:NL:RBLIM:2018:4679

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 mei 2018
Publicatiedatum
18 mei 2018
Zaaknummer
6849399 \ CV EXPL 18-2506
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling van € 0,00 wegens gebrek aan belang

In deze zaak heeft de rechtspersoon naar buitenlands recht, Hoist Finance AB, gevestigd te Stockholm, een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij die niet is verschenen en niet heeft geantwoord. De eisende partij heeft in de dagvaarding een totaalbedrag van € 666,19 gevorderd, maar uiteindelijk verzocht om veroordeling van de gedaagde tot betaling van € 0,00. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om te antwoorden en ook geen uitstel heeft verzocht.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eisende partij geen belang heeft bij een veroordeling tot betaling van € 0,00. Volgens artikel 3:303 van het Burgerlijk Wetboek komt zonder voldoende belang niemand een vordering toe. Daarom heeft de kantonrechter de vordering afgewezen.

Daarnaast is de eisende partij als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de gedaagde partij zijn begroot op nihil. De beslissing is genomen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken op 16 mei 2018.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6849399 \ CV EXPL 18-2506
Verstekvonnis van de kantonrechter van 16 mei 2018
in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht HOIST FINANCE AB,
gevestigd te Stockholm,
eisende partij,
gemachtigde Syncasso Gerechtsdeurwaarders,
tegen:
[gedaagde partij],
wonend [adres gedaagde partij] ,
[woonplaats gedaagde partij] ,
gedaagde partij,
niet verschenen,
niet geantwoord.

1.De procedure en de beoordeling

1.1.
Eisende partij heeft op gronden als omschreven in de dagvaarding gevorderd, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van gedaagde partij tot betaling aan eisende partij van de bedragen en rente als in de dagvaarding vermeld, kosten rechtens.
1.2.
Gedaagde partij heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om uiterlijk op de zitting (als in de dagvaarding vermeld) te antwoorden en heeft ook niet om uitstel verzocht.
1.3.
In het petitum van de dagvaarding wordt een eis geformuleerd tot een totaalbedrag van € 666,19 en vordert eisende partij vervolgens veroordeling van gedaagde partij tot betaling van € 0,00. De kantonrechter is van oordeel dat eisende partij geen enkel belang heeft bij een veroordeling van gedaagde partij tot betaling van € 0,00. Op grond van 3:303 BW komt zonder voldoende belang niemand een vordering toe. De vordering wordt daarom afgewezen.
1.4.
Eisende partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van gedaagde partij worden begroot op nihil.

2.De beslissing

De kantonrechter
2.1.
wijst de vordering af,
2.2.
veroordeelt eisende partij voorts in de kosten van de procedure aan de zijde van gedaagde partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken.
type: HM
coll: