ECLI:NL:RBLIM:2018:4622

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 mei 2018
Publicatiedatum
17 mei 2018
Zaaknummer
03/661081-17
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens bezit en verspreiding van kinderporno en smaadschrift met gevangenisstraf en voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 8 mei 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het bezit en de verspreiding van kinderporno, evenals smaadschrift. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. Gedurende de proeftijd moet de verdachte zich laten behandelen voor zijn seksverslaving en wordt zijn computergebruik gecontroleerd door de reclassering. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in de periode van 10 juli 2014 tot en met 16 november 2016 in Gennep kinderpornografische afbeeldingen heeft verworven en in bezit heeft gehad, en vier van deze afbeeldingen heeft verspreid. Daarnaast heeft hij pornografische afbeeldingen van zijn ex-vrouw bewerkt en verspreid, wat leidde tot ernstige schade aan haar reputatie en welzijn. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, vooral gezien de impact op de betrokken kinderen en de ex-vrouw van de verdachte. De verdachte had eerder al een veroordeling voor vergelijkbare feiten, maar ging desondanks door met zijn gedrag. De rechtbank legde bijzondere voorwaarden op, waaronder een verplichte behandeling en toezicht door de reclassering, om herhaling van dergelijk gedrag te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/661081-17
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 8 mei 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboortegevens verdachte] ,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. P.A. van Enckevort, advocaat, kantoorhoudende te Venlo.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 24 april 2018. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
feit 1: kinderporno via internet heeft verspreid en verworven en in zijn bezit heeft gehad;
feit 2: pornografische foto’s via internet heeft verspreid waarop het hoofd van zijn ex-vrouw was geplaatst en daarbij ranzige teksten heeft geplaatst, waardoor de eer en goede naam van zijn ex-vrouw steeds werden aangetast.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht beide feiten wettig en overtuigend bewezen, omdat de afbeeldingen op gegevensdragers van de verdachte zijn aangetroffen. Voorts heeft zij verwezen naar de aangifte van [naam aangeefster] en het forensisch-digitaal onderzoek aan de gegevensdragers.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastegelegde feiten bewezen kunnen worden verklaard en dat de verdachte voor die feiten verantwoordelijkheid aanvaardt.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Inleiding
Aangeefster [naam aangeefster] meldt op 11 en 15 november 2017 bij de politie dat zij op verschillende gegevensdragers van haar ex-man pornografische afbeeldingen heeft aangetroffen. Het betreft afbeeldingen van expliciete seksuele handelingen waarbij haar hoofd is gefotoshopt en afbeeldingen van kinderporno. [2]
Op 16 november 2017 zijn de volgende gegevensdragers door [naam aangeefster] aan de wijkagent overgedragen en vervolgens in beslag genomen voor nader onderzoek:
- Apple iPad Air2 met rode beschermhoes;
- notebook/laptop, merk Toshiba, type Satellite C660;
- Vodafone telefoon, Smart Prime 6. [3]
Feit 1
Onderzoek aan de gegevensdragers
De genoemde gegevensdragers zijn voor digitaal onderzoek aangeboden aan de afdeling Digitale Opsporing van de Eenheid Limburg. Na verricht onderzoek zijn de in deze gegevensdragers aanwezige bestanden ter beoordeling aan kinderpornorechercheur [naam rechercheur] aangeboden.
Alleen op de notebook van het merk Toshiba zijn in totaal 103 afbeeldingen aangetroffen, die op basis van de wet, de geldende jurisprudentie en de Aanwijzing Kinderpornografie van het College van procureurs-generaal als kinderporno aan te merken zijn. [4]
Van deze 103 afbeeldingen waren 58 bestanden
accessible,dat wil zeggen: bestanden die normaal en zonder speciale software door de gebruiker zijn te benaderen.
45 van de 103 afbeeldingen zijn aangetroffen in de map
temporary internetfiles. In deze map worden tijdelijke internetbestanden automatisch opgeslagen, waardoor die bestanden bij volgende bezoeken door de gebruiker sneller toegankelijk zijn. Een bijzondere handeling van de gebruiker is voor die opslag dus niet vereist.
De 103 afbeeldingen zijn verwerkt in een collectiescan: een inhoudelijke beoordeling van het aangetroffen kinderpornografische materiaal. Uit die collectiescan heeft de verbalisant vervolgens een representatieve doorsnede van tien afbeeldingen samengesteld. Die tien afbeeldingen zijn samengevoegd in een toonmap, die als stuk van overtuiging aan de officier van justitie beschikbaar is gesteld. Deze tien afbeeldingen waren normaal toegankelijk voor de gebruiker van de laptop.
De tien afbeeldingen zijn ook door de verbalisant woordelijk omschreven in het proces-verbaal. Het betreft de afbeeldingen met de volgende bestandsnamen:
- [bestandsnaam 1] ;
- [bestandsnaam 2] ;
- [bestandsnaam 3] ;
- [bestandsnaam 4] ;
- [bestandsnaam 5] ;
- [bestandsnaam 6] ;
- [bestandsnaam 7] ;
- [bestandsnaam 8] ;
- [bestandsnaam 9] ;
- [bestandsnaam 10] .
Op de afbeeldingen zijn, kort samengevat, puberale meisjes en jongens (tussen de 12 en 16 jaar) en pre-puberale meisjes (tussen de 8 en 12 jaar) te zien, die seksuele handelingen verrichten bij volwassenen of bij elkaar of poseren in erotisch getinte houdingen. [5]
Uit het proces-verbaal van verhoor van de verdachte bij de politie op 6 februari 2017 blijkt verder dat na onderzoek aan de laptop is vastgesteld dat de verdachte op 10 juli 2014 via het programma Skype vier kinderpornografische afbeeldingen heeft verstuurd. [6]
De verklaring van de verdachte
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de onderzochte laptop inderdaad van hem is en dat die kinderpornografische afbeeldingen erop zijn gekomen via internet-chats. Dat waren algemene sekschats op Bullchat, die niet expliciet over kinderporno gingen. Via die chats wisselde de verdachte foto’s uit. Degene met wie hij chatte, heeft die kinderpornografische afbeeldingen naar hem gestuurd. De foto’s moest je aanklikken, voordat je kon zien wat er op de foto stond. Door de foto te openen werd deze vervolgens vanzelf opgeslagen in een map. Dit had hij zo ingesteld. Toen de verdachte begon met chatten, moest hij namelijk al aangeven in welke map de foto’s die hij zou ontvangen, opgeslagen zouden worden. De verdachte weet niet waarom hij de kinderpornografische afbeeldingen niet heeft weggegooid, maar in die map heeft laten staan. Ook weet hij niet meer of hij zelf kinderpornografische afbeeldingen heeft verstuurd. Dit is dan in ieder geval niet via Bullchat gebeurd, maar mogelijk wel in een Skypegesprek met een man waarmee hij normale seksfilmpjes uitwisselde. Daarmee bedoelt hij: filmpjes van volwassenen die seks hebben. [7]
Conclusies
De rechtbank stelt voorop dat voor bezit als bedoeld in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht vereist is (voorwaardelijk) opzet, hetgeen tot uitdrukking komt in een zekere (beschikkings)macht. Voor digitale gegevens is daartoe een element van bewuste vastlegging van het materiaal vereist. Alleen het bekijken van digitale kinderpornografie levert daarom in zijn algemeenheid nog geen strafrechtelijk verwijtbaar ‘bezit’ op.
De rechtbank leidt uit voornoemde onderzoeksbevindingen af dat er in ieder geval sprake is geweest van verwerven en het bezit van de 58 bestanden die als
accessiblezijn bestempeld. Met betrekking tot die bestanden neemt de rechtbank aan dat de verdachte ze door een door hem verrichte actieve handeling heeft verkregen (namelijk het chatten via een communicatiedienst) en op een toegankelijke plaats op zijn notebook heeft bewaard.
De rechtbank acht ook bewezen dat de verdachte van die kinderpornografische afbeeldingen, vier afbeeldingen heeft verstuurd. Daarmee heeft de verdachte zich ook schuldig gemaakt aan het verspreiden van kinderporno.
De overige 45 kinderpornografische bestanden bevonden zich in de
temporary files. Van die bestanden kan niet gezegd worden dat er sprake was van een bewuste vastlegging van het materiaal, omdat de bestanden automatisch door het systeem zijn aangemaakt. Daardoor kan het verwerven of bezit ten aanzien van die afbeeldingen niet worden bewezen.
De vraag is of de verdachte zich ten aanzien van de 45
temporary fileswel schuldig heeft gemaakt aan het zich toegang verschaffen tot kinderporno via een geautomatiseerd werk of communicatiedienst. Deze uitbreiding van de strafbaarstelling onder artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht heeft namelijk tot doel om ook het actief op zoek gaan naar kinderporno, zonder dat er sprake is van bezit, strafbaar te stellen. Het zich toegang verschaffen impliceert een
actievehandeling
gerichtop het verkrijgen van toegang tot kinderpornografische afbeeldingen. De memorie van toelichting geeft als voorbeelden van dergelijke actieve en gerichte handelingen het aanklikken van een link, terwijl die link zelf al een indicatie geeft voor de (kinderpornografische) inhoud van de daarachter liggende website, het vaker bezoeken van een website met kinderpornografische afbeeldingen en het betalen voor toegang tot een site. Hetzelfde lijkt te gelden als een ontvanger kinderpornografische afbeeldingen opent die als bijlage bij aan een hem (via een communicatiedienst) gestuurd bericht zijn gevoegd, mits eerdere of onderliggende communicatie of de naam van de bijlage de ontvanger al een indicatie gaven van de mogelijke inhoud van die bijlage.
De rechtbank kan echter in de onderhavige zaak ten aanzien van die 45
temporary filesniet vaststellen dat aan de verdachte, voorafgaande aan het openen van de toegezonden afbeeldingen, al uit de omschrijving of benaming duidelijk moest zijn dat het om kinderpornografische afbeeldingen ging. Het openen van die afbeeldingen kan daarmee niet als een op het verkrijgen van kinderpornografisch materiaal gerichte handeling worden aangemerkt. Een en ander kan de rechtbank ook niet afleiden uit onderliggende communicatie of andere bewijsmiddelen. De verdachte heeft zelf verklaard dat hij (ook) kinderpornografische bestanden heeft ontvangen tijdens sekschats, maar dat hij pas na het openen van een afbeelding kon zien dat het om kinderporno ging. Ook zou hij niet gevraagd hebben om kinderporno. Van het tegendeel is de rechtbank uit het uitgevoerde onderzoek niet gebleken.
De rechtbank acht dus bewezen dat de verdachte 58 kinderpornografische afbeeldingen heeft verworven en in zijn bezit heeft gehad en vier van dergelijke afbeeldingen ook heeft verspreid. Tot die 58 afbeeldingen heeft hij zich toegang verschaft door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst. Aan dit strafbare feit heeft de verdachte zich meermalen schuldig gemaakt in de periode van 10 juli 2014 tot en met 16 november 2016. De rechtbank acht verder bewezen dat dit strafbare feit in Gennep is gepleegd, aangezien de verdachte in de bewezenverklaarde periode blijkens het zich in het dossier bevindende uittreksel uit het SKDB van 30 maart 2018 in Gennep woonde. De rechtbank gaat ervan uit dat hij vanuit zijn huis chatte, aangezien uit het dossier niets anders blijkt en door de verdachte ook niet anders is gesteld.
Feit 2
Op 21 december 2016 heeft [naam aangeefster] aangifte gedaan van belediging en smaad. Op
8 februari 2017 heeft zij van deze delicten klacht gedaan, zoals door de wet is vereist. [8]
[naam aangeefster] heeft in haar aangifte verklaard dat zij op de (voornoemde) gegevensdragers van haar ex-man pornografische afbeeldingen heeft aangetroffen, die voorzien waren van haar hoofd. Het betreft zeer herkenbare foto’s van [naam aangeefster] , al dan niet voorzien van beangstigende of ranzige teksten. Ook zou haar ex-man [verdachte] met gebruikmaking van haar identiteit (foto’s en naam) sekscontacten via chatsites onderhouden. Als gevolg daarvan wordt [naam aangeefster] op haar werk door mannen bezocht. [9]
Onderzoek aan de gegevensdragers
De in de inleiding genoemde gegevensdragers zijn voor digitaal onderzoek aangeboden aan de afdeling Digitale Opsporing van de Eenheid Limburg. Vervolgens zijn de in deze gegevensdragers aanwezige bestanden onderzocht door een rechercheur van het Team bestrijding kinderpornografie en kindersekstoerisme van de Eenheid Limburg.
Uit dat onderzoek is gebleken dat op de notebook van het merk Toshiba afbeeldingen van [naam aangeefster] stonden. Het betrof bewerkte pornografische foto’s waarop het gezicht van [naam aangeefster] was te zien. In het proces-verbaal worden twaalf afbeeldingen omschreven. Onderzoek wees verder uit dat drie afbeeldingen verstuurd waren via Skype. [10] Deze afbeeldingen waren bovendien in een toonmap als stuk van overtuiging ter terechtzitting aanwezig.
Ook blijkt dat er inderdaad is gechat met gebruikmaking van de naam [bijnaam aangeefster] . [11] Uit het proces-verbaal van verhoor van de verdachte bij de politie op 6 februari 2017 blijkt dat in een Skypegesprek onder de Skypenaam ‘ [bijnaam aangeefster] ’ onder de naam ‘ [bijnaam aangeefster] ’ de tekst “ik wil een hoer zijn” is gestuurd. [12]
De verklaring van de verdachte
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij makkelijker sekschats had door zich voor te doen als vrouw. Hij vroeg zich af hoe andere mannen tegen zijn ex-vrouw aan keken. De foto’s heeft hij door iemand laten bewerken, die hij via de chat kende. Zelf wist hij namelijk niet hoe dat moest. Het wond hem op als andere mannen zijn ex-vrouw zo op die bewerkte pornografische afbeeldingen zagen. Na zijn eerdere veroordeling voor smaad(schrift) in de periode van 1 januari 2011 tot en met 27 augustus 2013 is hij doorgegaan met het gebruiken van foto’s en de identiteit van zijn ex-vrouw in sekschats. De persoon die de foto’s heeft bewerkt, heeft ook de teksten bij de foto’s gezet. De verdachte bekent dat hij bewerkte foto’s van zijn ex-vrouw via internet heeft verspreid, maar ontkent dat hij foto’s met daarop ranzige teksten heeft verspreid. Hij was er namelijk niet op uit dat zij haar iets zouden aandoen. Hij deed zich in die chats voor als zijn ex-vrouw en dan werd een seksuele fantasie besproken over wat er zou gebeuren bij een ontmoeting. [13]
Conclusies
De rechtbank acht op grond van vorenstaande bewijsmiddelen bewezen dat de verdachte pornografische afbeeldingen voorzien van het hoofd van [naam aangeefster] via internet heeft verspreid en in chats teksten heeft geplaatst die beledigend, grievend, beangstigend en ranzig voor [naam aangeefster] zijn. Dit heeft volgens de rechtbank plaatsgevonden in de periode van 28 augustus 2013 tot en met 16 november 2016, gelet op de verklaring van de verdachte dat hij na zijn eerdere veroordeling is doorgegaan met het gebruiken van foto’s en de identiteit van zijn ex-vrouw in sekschats. De rechtbank acht verder bewezen dat dit strafbare feit in Gennep is gepleegd, omdat de verdachte in de bewezenverklaarde periode blijkens het zich in het dossier bevindende uittreksel uit het SKDB van 30 maart 2018 in Gennep woonde. De rechtbank gaat ervan uit dat hij vanuit zijn huis chatte, aangezien uit het dossier niets anders blijkt en door de verdachte ook niet anders is gesteld.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
feit 1:
in de periode van 10 juli 2014 tot en met 16 november 2016 in de gemeente Gennep telkens een of meer afbeeldingen, te weten een of meer foto's van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid en verworven en in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis oraal en vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (bestandsnaam [bestandsnaam 3] , pag. 37)
en
het met de penis aanraken van de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (bestandsnaam [bestandsnaam 1] , pag. 38)
en
het geheel naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een erotisch getinte houding en (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en (waarna) door het camerastandpunt en de (onnatuurlijke) pose van deze persoon nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel in beeld gebracht wordt waarbij de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (bestandsnaam [bestandsnaam 4] , pag. 39)
en
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en het houden van een stijve penis bij/naast het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt waarbij op dat lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is
(bestandsnaam [bestandsnaam 9] , pag. 39);
feit 2:
in de periode van 28 augustus 2013 tot en met 16 november 2016 in de gemeente Gennep opzettelijk de eer en de goede naam van [naam aangeefster] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften en afbeeldingen verspreid, door naaktfoto's voorzien van het hoofd van genoemde [naam aangeefster] en teksten te plaatsen die beledigend en/of grievend en/of beangstigend en/of ranzig zijn voor genoemde [naam aangeefster] en deze vervolgens op het internet te plaatsen en/of via het internet te verspreiden.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, verwerven, in bezit hebben en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd;
feit 2:
smaadschrift, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht (bezit en verspreiden van kinderporno en smaad) gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van zestien maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Gedurende die proeftijd moet de verdachte zich houden aan de voorwaarden zoals die door de reclassering in haar rapport van 10 april 2018 zijn geadviseerd. Zij baseert zich daarbij op het oriëntatiepunt van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) voor het verspreiden van kinderporno. Het gaat om zeer verwerpelijke delicten waarvoor een stevige straf geboden is.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor een taakstraf, eventueel met een voorwaardelijke gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden. Hoewel ook sprake is van het verspreiden van kinderporno, ligt de nadruk op het bezit daarvan. Uit diverse uitspraken blijkt dat daarvoor een taakstraf passend is. Ten aanzien van de kinderporno is bovendien geen sprake van recidive.
De raadsvrouw verwijst verder naar het reclasseringsrapport voor de persoonlijke omstandigheden. De verdachte erkent dat hij behandeling nodig heeft. Detentie zou het therapeutische proces doorkruisen: de verdachte is al in behandeling geweest en is bereid tot verdere en intensievere behandeling. Een gevangenisstraf heeft zwaarwegende negatieve gevolgen voor de verdachte. Hij heeft nu een sociaal vangnet, dat hij kwijt kan raken. Dat geldt ook voor zijn werk.
De verdachte heeft te maken gehad met eigenrichting doordat hij op straat door een ouder van de voetbalclub is geslagen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De ernst van de feiten
De verdachte heeft ruim vijftig afbeeldingen van kinderporno in zijn bezit gehad en ook enkele afbeeldingen daarvan verspreid via chats. Het betreft onder andere afbeeldingen van kinderen jonger dan twaalf jaar, waarbij ook sprake is van het ondergaan van seksuele handelingen. De rechtbank acht dit een zeer ernstig feit. Kinderporno is heel beschadigend, met name omdat bij de vervaardiging hiervan kinderen in de meeste gevallen seksueel worden misbruikt en uitgebuit. Er wordt op zeer grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer van deze kinderen. Het is algemeen bekend dat kinderen daarvan ernstige psychische (en lichamelijke) schade kunnen ondervinden. Dit kan ook vele jaren later nog diepe sporen nalaten. Daarbij moet ook worden bedacht dat de afbeeldingen nog jarenlang op het internet kunnen circuleren. Verdachte moet hiervoor mede verantwoordelijk worden gehouden omdat hij door het aannemen, opslaan en versturen van kinderporno heeft bijgedragen aan de instandhouding en de vraag daarnaar. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar ook mensen als de verdachte die zich in chats met kinderporno inlaten.
De verdachte heeft de kinderpornografische afbeeldingen bij sekschats ontvangen, opgeslagen en nooit meer verwijderd. Deze afbeeldingen heeft hij ook zelf verstuurd in sekschats en dat heeft hij schijnbaar achteloos gedaan. Daarmee geconfronteerd zegt hij immers: “Ja dat zou kunnen, als het bewezen is, dan zal het wel zo zijn”. De verdachte lijkt door deze nonchalante houding ten aanzien van deze afbeeldingen de ernst van zijn handelen niet echt in te zien.
Dat laatste geldt nog meer, hoewel hij zegt zich daarvoor te schamen en daarvan spijt te hebben, voor wat hij zijn ex-vrouw heeft aangedaan. Hij heeft, zonder haar toestemming en zonder dat zij dat wist, naaktfoto’s van haar gemaakt. Ook heeft hij foto’s laten bewerken waarbij het gezicht van zijn ex-vrouw is geplaatst op pornografische afbeeldingen. Met behulp van deze bewerkte afbeeldingen deed hij zich voor als zijn ex-vrouw met onder andere de suggestie dat zij een hoer is. Daarbij heeft hij niet alleen ranzige teksten op en bij de afbeeldingen geplaatst of laten plaatsen, maar ook heeft hij in die chats informatie over zijn ex-vrouw gedeeld, met als gevolg dat mannen haar daadwerkelijk hebben opgezocht. Zij geeft aan dat zij daardoor doodsbang is. Deze smaad heeft jaren geduurd. Al die tijd is er voor de verdachte duidelijk geen moment van bezinning geweest over de enorme impact van zijn handelen op haar leven. Zelfs na de eerdere veroordeling in 2014 voor vergelijkbare smaad tegen zijn (ex)vrouw, is hij daarmee gewoon doorgegaan. De toen opgelegde boete was in zijn eigen woorden ‘geen stok achter de deur’.
Voor beide feiten geldt dat de verdachte moreel zeer verwerpelijk en schadelijk gedrag heeft vertoond. Hij heeft zich slechts laten leiden door zijn eigen behoeftebevrediging, zonder zich ook maar enige rekenschap te geven van de belangen van anderen, onder wie zijn ex-vrouw. Op haar persoonlijke levenssfeer heeft hij een enorme inbreuk gemaakt, met de gevolgen waarvan zij misschien nog haar hele leven te kampen zal hebben. Ook de in de kinderpornografische afbeeldingen betrokken kinderen heeft hij enorme schade berokkend door deze afbeeldingen niet alleen te accepteren, maar ook langdurig op te slaan en zelfs te verspreiden.
Vertrekpunt voor de strafmaat
In het LOVS is voor de bestraffing van het bezit van kinderporno als oriëntatiepunt vastgesteld een taakstraf van 240 uren en een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan een kort gedeelte onvoorwaardelijk. Voor het verspreiden van kinderporno is als oriëntatiepunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar vastgesteld. De rechtbank hanteert dit laatste oriëntatiepunt als vertrekpunt voor de strafmaat voor wat betreft het bezit en verspreiden van kinderporno.
Voor wat betreft de smaad kent het LOVS geen oriëntatiepunt. De rechtbank zal hiervoor uitgaan van de eis van de officier van justitie, die het oriëntatiepunt voor het verspreiden van kinderporno (een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar), in haar eis heeft verhoogd met een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden.
Omstandigheden in het voordeel van de verdachte
Naast hetgeen bij de ernst van de feiten is overwogen, houdt de rechtbank ook rekening met een aantal omstandigheden in het voordeel van de verdachte. Er is namelijk, in vergelijking met veel andere kinderpornozaken, geen sprake van een heel grote hoeveelheid afbeeldingen. Verder is er geen sprake van stelselmatige verspreiding daarvan. De verdachte is bovendien niet eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten.
De straf
Gelet op de ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een taakstraf en/of een voorwaardelijke gevangenisstraf: een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf is geboden. Met de door de raadsvrouw naar voren gebrachte negatieve gevolgen van een gevangenisstraf kan de rechtbank gezien de ernst van de feiten geen rekening houden.
Uit het reclasseringsadvies van 10 april 2018 blijkt dat de verdachte al jaren met een seksverslaving kampt en dat sprake is van een verhoogd recidiverisico. Naast de onvoorwaardelijke gevangenisstraf, acht de rechtbank daarom een forse voorwaardelijke gevangenisstraf geboden om te voorkomen dat de verdachte opnieuw dit soort verwerpelijke feiten begaat. Het advies de verdachte een verplichte ambulante behandeling te laten ondergaan voor zijn seksverslaving neemt de rechtbank daarom over. Speciale aandacht moet dan worden gegeven aan zijn visie en houding ten aanzien van kinderporno. Daarbij hoort ook dat de verdachte zich niet begeeft in chatgroepen e.d. waar kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen en zich onthoudt van seksueel getint (digitaal) contact met minderjarigen. Ook moet hij de reclassering toegang geven tot zijn gegevensdragers om na te gaan of hij zich verre houdt van dit type ontmoetingen evenals van kinderpornografisch materiaal. De verdachte heeft ter zitting meermalen bezworen dat hij er alles aan wil doen om niet te vervallen in zijn oude fouten en dat hij zich aan alle voorwaarden zal houden. Dat is wat betreft de rechtbank een prima voornemen en het is nu aan de verdachte om te laten zien dat hij zich aan zijn belofte weet te houden. Doet hij dat niet, dan dreigt het moeten uitzitten van de gevangenisstraf die voorwaardelijk zal worden opgelegd.
Op basis van alles wat hiervoor overwogen is, acht de rechtbank passend en geboden een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Daarbij zal de rechtbank de bijzondere voorwaarden opleggen die worden geadviseerd in het reclasseringsadvies van 10 april 2018.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 57, 240b en 261 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor de feiten 1 en 2 tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd:
  • zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit of
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of
  • geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt voorts de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
de veroordeelde moet zich binnen vijf dagen volgende op het vonnis melden bij de reclassering in Roermond. Hierna moet de veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
de veroordeelde wordt verplicht om zich te laten behandelen bij de Forensische Psychiatrische Polikliniek De Horst of een soortgelijke instelling, zulk ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
de veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van het op digitale wijze seksueel getint communiceren met minderjarigen. Het daarop uitgeoefende toezicht kan mede bestaan uit controles van zijn computer(s), digitale gegevensdragers en andere apparatuur. De veroordeelde is tijdens de gesprekken met de reclassering open over hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen;
e veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van gedragingen die zijn gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen, terwijl het daarop uitgeoefende toezicht mede kan bestaan uit controles van digitale gegevensdragers. De veroordeelde is tijdens de gesprekken met de reclassering open over hoe hij dit gedrag denkt te voorkomen;
de veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van gedragingen die zijn gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd, terwijl het daarop uitgeoefende toezicht mede kan bestaan uit controles van zijn digitale gegevensdragers. De veroordeelde is tijdens de gesprekken met de reclassering open over hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen;
- geeft de reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Snijders, voorzitter, mr. dr. M.C.A.E. van Binnebeke en mr. W.F.J. Aalderink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.E.J. Maas, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 8 mei 2018.
Buiten staat:
Mr. A. Snijders is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 juli 2014 tot en met
16 november 2016 in de gemeente Gennep, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) een of meer afbeeldingen, te weten een of meer foto's van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verspreid en/of vervaardigd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (bestandsnaam [bestandsnaam 3] , pag. 37)
en/of
het met de/een penis betasten en/of aanraken van de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (bestandsnaam [bestandsnaam 1] , pag. 38)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of poseert in een erotisch getinte houding en/of (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (bestandsnaam [bestandsnaam 4] , pag. 39)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt waarbij op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is
(bestandsnaam [bestandsnaam 9] , pag. 39)
(art. 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij in of omstreeks de periode van 28 augustus 2013 tot en met 16 november 2016 in de gemeente Gennep en/of elders in Nederland opzettelijk, de eer en/of de goede naam van [naam aangeefster] heeft aangerand, door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften en/of afbeeldingen verspreid, door naakt foto's te voorzien van het hoofd van genoemde [naam aangeefster] , daarbij teksten te plaatsen die beledigend en/of grievend en/of beangstigend en/of ranzig zijn voor genoemde [naam aangeefster] en deze vervolgens op het internet te plaatsen en/of via het internet te verspreiden.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, Dienst Regionale Recherche, Team bestrijding kinderporno en kindersekstoerisme Limburg, proces-verbaalnummer 2016206169, gesloten d.d. 20 maart 2017, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 135.
2.Proces-verbaal van aangifte door [naam aangeefster] d.d. 21 december 2016, pagina’s 18, 20 en 21.
3.Kennisgeving van inbeslagneming, pagina’s 13 en 14.
4.Proces-verbaal getiteld Beschrijving Kinderpornografisch Materiaal, opgemaakt d.d. 5 januari 2017, pagina’s 31 tot en met 35 en pagina’s 37 tot en met 40.
5.Proces-verbaal getiteld Beschrijving Kinderpornografisch Materiaal, opgemaakt d.d. 5 januari 2017, pagina’s 32 tot en met 34.
6.Proces-verbaal van verhoor van de verdachte d.d. 6 februari 2017, pagina 115.
7.De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 24 april 2018.
8.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 februari 2017, pagina 15.
9.Proces-verbaal van aangifte door [naam aangeefster] d.d. 21 december 2016, pagina’s 18 tot en met 21.
10.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 maart 2017, pagina’s 87 en 88.
11.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 maart 2017, pagina’s 79 tot en met 81.
12.Proces-verbaal van verhoor van de verdachte d.d. 6 februari 2017, pagina’s 122 en 123.
13.De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 24 april 2018.