ECLI:NL:RBLIM:2018:4569

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 mei 2018
Publicatiedatum
16 mei 2018
Zaaknummer
03/700026-18
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot gevangenisstraf voor diefstallen en straatroven met geweld tegen kwetsbare slachtoffers

Op 16 mei 2018 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere diefstallen en straatroven. De verdachte, geboren te [geboortegegevens verdachte] en thans gedetineerd in Vught, werd bijgestaan door mr. B. Mahovic. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 2 mei 2018, waarbij de verdachte niet aanwezig was, maar zijn raadsman wel. De tenlastelegging omvatte diefstal van goederen uit een bejaardencentrum en straatroven waarbij geweld werd gebruikt tegen oudere slachtoffers. De rechtbank oordeelde dat de feiten wettig en overtuigend bewezen konden worden, mede op basis van aangiften van de slachtoffers en het aantreffen van gestolen goederen bij de verdachte. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan vijf feiten, waaronder diefstal met geweld en poging tot diefstal. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest. Daarnaast werd de verdachte verplicht om schadevergoeding te betalen aan een van de slachtoffers. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, vooral gezien de kwetsbaarheid van de slachtoffers, die 89 en 91 jaar oud waren, en de gevolgen die de daden van de verdachte voor hen hadden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/700026-18
Tegenspraak (gemachtigde raadsman)
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 16 mei 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
thans gedetineerd in Vught PPC te Vught.
De verdachte wordt bijgestaan door mr. B. Mahovic, advocaat, kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 2 mei 2018. De verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen zijn gemachtigde raadsman. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:goederen heeft gestolen van Vivantes Ouderenzorg en van [slachtoffer 1] , dan wel dat hij heeft geprobeerd deze goederen te stelen;
Feit 2:op de openbare weg met geweld en/of bedreiging van geweld [slachtoffer 2] heeft beroofd van haar handtas (met inhoud), waarbij die [slachtoffer 2] ten val is gekomen en/of zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen;
Feit 3:op de openbare weg met geweld en/of bedreiging van geweld [slachtoffer 3] heeft beroofd van haar handtas (met inhoud);
Feit 4:op de openbare weg met geweld en/of bedreiging van geweld [slachtoffer 4] heeft beroofd van haar handtas (met inhoud);
Feit 5:heeft geprobeerd, op de openbare weg met geweld en/of bedreiging van geweld [slachtoffer 5] van haar handtas (met inhoud) te beroven.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. Ten aanzien van feit 1 heeft zij verwezen naar de aangifte, het aantreffen van de verdachte in het bejaardenhuis en het aantreffen van de gestolen goederen in de jaszakken van de verdachte. Er is sprake van een voltooide diefstal, omdat de verdachte de goederen al in zijn jaszakken had gestopt.
Ten aanzien van de feiten 2, 3 en 4 heeft de officier van justitie verwezen naar de aangiften, het aantreffen van de gestolen goederen bij de verdachte en de modus operandi. Ten aanzien van feit 2 heeft de officier van justitie nog betoogd dat de diefstal met geweld zwaar lichamelijk letsel ten gevolge had, gelet op de medische verklaring en de verklaring van de dochter van [slachtoffer 2] .
Bij feit 5 heeft de officier van justitie verwezen naar de aangifte en het bewijs onder de feiten 2, 3 en 4. Zij maakt in haar bewijsconstructie gebruik van schakelbewijs: de modus operandi, het signalement van de dader, de plaats waar de straatroof plaatsvond en het tijdsbestek waarin deze straatroof plaatsvond, komen namelijk overeen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de verdachte bij gebrek aan bewijs vrij te spreken van alle tenlastegelegde feiten. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de goederen onder de verdachte onrechtmatig in beslag zijn genomen. Het aantreffen van de goederen mag dan ook niet voor het bewijs gebruikt worden. Hierdoor kan feit 1 in ieder geval niet bewezen worden. Subsidiair heeft de raadsman betoogd dat sprake is van een poging tot diefstal, omdat de verdachte het pand nog niet had verlaten.
De raadsman heeft ten aanzien van de feiten 2, 3 en 4 nog aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld dat de fiets, in de fietstassen waarvan de gestolen goederen werden aangetroffen, aan de verdachte toebehoorde. Verder staat niet vast of de gestolen goederen in de woning van de verdachte werden aangetroffen. De raadsman heeft er ten slotte op gewezen dat de door diverse getuigen opgegeven signalementen van de dader sterk uiteen lopen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Aangiften
Op 12 januari 2018 deed [slachtoffer 2] aangifte van een straatroof eerder die dag op de Gravenstraat te Geleen. Een fietser kwam snel en kort langs haar gereden. Er werd aan haar handtas die zij aan haar rechterarm droeg, getrokken. [slachtoffer 2] werd hierdoor voorover getrokken en enkele meters meegesleurd. Zij belandde op de grond. Haar handtas, met daarin haar portemonnee en bankpas, werd weggenomen. [2]
[slachtoffer 2] werd overgebracht naar het ziekenhuis. Daar werd vastgesteld dat haar linker pols gebroken was. Er werd gips aangebracht. Verder had zij een hoofdwond en forse zwellingen/blauwe plekken. [3]
Op camerabeelden werd gezien dat [slachtoffer 2] om 17:47:24 uur de Gravenstraat in liep. Om 17:47:26 uur reed de fietser de Gravenstraat in. Op de bagagedrager zijn mogelijk fietstassen te zien. [4]
Op 14 januari 2018 deed [slachtoffer 3] aangifte van een straatroof eerder die dag op de Dr. Nolenslaan te Geleen. Terwijl zij over de straat liep werd opeens haar handtas met geweld uit haar handen gerukt. Zij zag iemand wegrijden op een fiets. In de handtas van [slachtoffer 3] zaten een portemonnee, sleutels en een identiteitskaart. [5]
[slachtoffer 5] deed aangifte van een mislukte straatroof op 15 januari 2018 op de Dr. Nolenslaan te Geleen. Zij liep over het trottoir toen zij opeens een ruk aan haar handtas voelde. Zij zag dat een man op een fiets de tas uit haar hand probeerde te rukken. [slachtoffer 5] hield de tas vast. Door de kracht waarmee aan de tas werd getrokken, viel [slachtoffer 5] voorover. Zij kon haar tas echter vasthouden. De man fietste door. [6]
Op 16 januari 2018 deed [slachtoffer 4] aangifte van een straatroof eerder die dag op de Jos Klijnenlaan te Geleen. Zij liep over straat toen haar handtas van haar linkerschouder werd getrokken. Er fietste een man met een getint uiterlijk links naast haar. Op zijn fiets had hij rode of oranje fietstassen. De man fietste weg met de tas van [slachtoffer 4] in zijn hand. In de tas zat een paspoort, een muziekspeler, een portemonnee met pasjes, bankpasjes, een creditcard, een bril, geld en een mobiele telefoon. [7]
Betrapping op heterdaad en aanhouding verdachte
Op 16 januari 2018 zagen twee medewerkers van verpleeghuis Vivantes te Geleen, [naam medewerker 1] en [naam medewerker 2] , een onbekende man achter de bar in de recreatiezaal staan. [8] [naam medewerker 1] vroeg aan de man zijn zakken leeg te maken. De man haalde vervolgens een fles advocaat, een fles kersenlikeur, sleutelbossen, diverse beurzen, een brillenkoker met bril en een scheerapparaat onder zijn jas vandaan. [9]
[naam medewerker 2] heeft verklaard dat de man zei dat hij de flessen drank achter de bar had uitgehaald. [naam medewerker 2] zag dat de man ook twee mesjes uit zijn broekzak haalde. De man zei dat hij deze uit een lade had gehaald. Het scheerapparaat had de man uit de kamer van een bewoner gehaald. [10] Uit onderzoek bleek dat het scheerapparaat was weggenomen op de kamer van [slachtoffer 1] . [11] Namens Vivantes Ouderenzorg werd aangifte gedaan van diefstal. [12]
[naam medewerker 2] hield de man aan en droeg deze later over aan de politie. De aangehouden man bleek de verdachte te zijn.
In een van de beurzen, die de verdachte bij zich had, zaten een aantal bankpassen op naam van [slachtoffer 4] . [13] Tijdens de fouillering van de verdachte werd in de beurs van de verdachte een zorgpas op naam van [slachtoffer 2] aangetroffen. [14]
Op de parkeerplaats van Vivantes werd een fiets aangetroffen. De fiets was afgesloten. In de oranje/rode fietstassen zat een zwarte damestas met daarin een paspoort van [slachtoffer 4] ., een MP3 speler en een agenda van [slachtoffer 4] . De fiets werd in beslag genomen. Met een van de sleutels die de verdachte bij zich had, kon het slot van de fiets worden geopend. [15]
Doorzoeking woning
Op 19 januari 2018 vond er een doorzoeking plaats in de woning aan de [adresgegevens verdachte] , [16] zijnde de woning van de verdachte. [17] In de woning werden twee handtassen aangetroffen en een portefeuille. [18]
Later, bij het leegruimen van de woning van de verdachte, werd nog een legitimatiebewijs aangetroffen op naam van [slachtoffer 3] . [19]
Onderzoek naar aangetroffen goederen
De in beslag genomen goederen werden aan de aangeefster [slachtoffer 4] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] getoond.
[slachtoffer 4] herkende onder andere een handtas, een brillendoos (inclusief bril), een GSM, een agenda en een paspoort als haar eigendommen. [20]
[slachtoffer 3] herkende een sleuteltasje dat onder de verdachte in beslag was genomen als haar eigendom. [21] Ook herkende zij al haar eigendommen de handtas en de beurs, welke goederen werden aangetroffen tijdens de doorzoeking. [22] Het eveneens in de woning van de verdachte aangetroffen legitimatiebewijs op naam van [slachtoffer 3] , werd aan haar teruggegeven. [23]
[slachtoffer 2] herkende een zwarte beurs, die onder de verdachte in beslag was genomen, als haar eigendom. Ook een van de handtassen die tijdens de doorzoeking werd aangetroffen, herkende zij als haar eigendom. [24]
Overwegingen ten aanzien van het bewijs en de verweren van de raadsman
De rechtbank stelt vast dat de verdachte op 16 januari 2018 op heterdaad werd betrapt, toen hij zich in de recreatieruimte van een bejaardenhuis bevond en in het bezit was van goederen die toebehoorden aan het bejaardenhuis en [slachtoffer 1] , een bewoner. Daarop, en in afwachting van de komst van de politie heeft een zogenaamde burgeraanhouding plaatsgevonden. De raadsman heeft betoogd dat [naam medewerker 2] toen ten onrechte heeft gevraagd aan de verdachte zijn zakken leeg te maken en dat het bewijs dat hieruit voortkwam dient te worden uitgesloten. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman. Het stond [naam medewerker 2] , die geen politieambtenaar is, volledig vrij de verdachte te vragen zijn zakken leeg te maken. De verdachte heeft hier overigens, zonder dat sprake was van enige dwang, gevolg aan gegeven. Het handelen van [naam medewerker 2] als burger is niet onrechtmatig. Van een situatie als bedoeld in artikel 359a Sv, dat ziet op vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek, kan dan ook geen sprake zijn.
Gelet op het feit dat de verdachte de goederen al in zijn jas had gestopt, heeft hij de goederen uit de heerschappij van de rechthebbende genomen en deze wederrechtelijk toe-geeigend. Er is dan ook sprake van een voltooide diefstal. Feit 1 kan dan ook bewezen worden.
De verdachte zal worden vrijgesproken van de diefstal van een brillenkoker met bril, zoals tenlastegelegd onder feit 1. Deze behoorde immers niet toe aan Vivantes Ouderenzorg noch aan [slachtoffer 1] .
Behalve de goederen die aan Vivantes Ouderenzorg en [slachtoffer 1] toebehoorden, had verdachte ook nog andere goederen bij zich, waaronder een beurs en een brillenkoker met bril. In de beurs zaten meerdere pasjes op naam van [slachtoffer 4] . Bij de fouillering van de verdachte werd nog een pasje aangetroffen op naam van [slachtoffer 2] . De verdachte was bovendien in het bezit van een fietsensleutel, die paste op een fiets met rood/oranje fietstassen. In deze fietstassen werd een handtas aangetroffen met daarin persoonlijke spullen van [slachtoffer 4] . Tijdens een doorzoeking werden nog twee handtassen en een portefeuille aangetroffen. Uit onderzoek bleek dat de hiervoor genoemde handtassen en persoonlijke spullen op naam van [slachtoffer 4] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] werden weggenomen tijdens een straatroof. De aangeefster herkenden de handtassen en persoonlijke spullen ook als hun eigendommen die bij de straatroof waren weggenomen.
De raadsman heeft nog betoogd dat niet kan worden vastgesteld dat de doorzoeking in de woning van de verdachte heeft plaatsgevonden, nu de verdachte slechts een kamer huurde in het pand aan de [adresgegevens verdachte] . De raadsman heeft betoogd dat onduidelijk is op welke kamer de goederen werden aangetroffen. De rechtbank ziet dit anders. Een en ander dient in onderling samenhang te worden bezien. De gestolen goederen bevonden zich immers niet alleen in het pand aan de [adresgegevens verdachte] , maar ook in fietstassen op een fiets die aan de verdachte kan worden gelinkt en bovendien had de verdachte een deel van de gestolen goederen bij zich.
Bij twee van de vier straatroven werd gezien dat op de fiets van de dader rood/oranje fietstassen waren bevestigd. Soortgelijke fietstassen zaten ook op de fiets die aan de verdachte kan worden gelinkt. Gelet op deze overeenkomst en het aantreffen van de gestolen goederen bij de verdachte of op plaatsen (fietstas en woning) die aan de verdachte kunnen worden gelinkt, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte de straatroven heeft gepleegd. De feiten 2, 3 en 4 kunnen dan ook bewezen worden.
Ten aanzien van feit 2 acht de rechtbank ook bewezen dat [slachtoffer 2] als gevolg van de straatroof zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. Zij is immers gevallen en heeft daarbij haar pols gebroken.
Onder feit 5 is - kort gezegd - de poging tot straatroof op mevrouw [slachtoffer 5] ten laste gelegd. Uit de aangifte van [slachtoffer 5] blijkt dat deze poging tot straatroof op dezelfde wijze plaatsvond als de straatroven op [slachtoffer 4] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] . Het slachtoffer werd van achter benaderd door de dader die op een fiets rakelings langs het slachtoffer reed. De dader trok vervolgens aan de handtas van de slachtoffers. De straatroven, en de poging daartoe, vonden alle in een kort tijdsbestek plaats, te weten vijf dagen. Bovendien vonden ze allemaal in Geleen plaats. Kenmerkend voor alle gevallen, zowel de drie straatroven als de poging daartoe, is eenzelfde modus operandi De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de omstandigheden dat dezelfde modus operandi is toegepast, in hetzelfde tijdsbestek en dezelfde plaats (Geleen), het bewijs ten aanzien van de feiten 2, 3 en 4 als schakelbewijs redengevend is voor het tenlastegelegde onder feit 5, zodat ook dit feit bewezen kan worden.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte

1.

op 16 januari 2018 te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, flessen drank en sleutelbossen en mesjes, toebehoorde aan Vivantes Ouderenzorg, en een scheerapparaat, toebehoorde aan [slachtoffer 1] ;

2.

op 12 januari 2018 te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, een handtas (met inhoud), toebehoorde aan [slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen die [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door hard aan de handtas te trekken, tengevolge waarvan die [slachtoffer 2] ten val is gekomen en zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen, namelijk een gebroken pols, zulks terwijl het feit werd gepleegd op de openbare weg, te weten op de Gravenstraat;

3.

op 14 januari 2018 te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, een handtas (met inhoud), toebehoorde aan [slachtoffer 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen die [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door hard aan de handtas te trekken, zulks terwijl het feit werd gepleegd op de openbare weg, te weten op de Dr. Nolenslaan;

4.

op 16 januari 2018 te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, een handtas (met inhoud), toebehoorde aan [slachtoffer 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen die [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door hard aan de handtas te trekken, zulks terwijl het feit werd gepleegd op de openbare weg, te weten op de Jos Klijnenlaan;

5.

op 15 januari 2018 te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een handtas (met inhoud), toebehoorde aan [slachtoffer 5] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen vergezellen van geweld tegen voornoemde [slachtoffer 5] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal gemakkelijk te maken, met kracht te trekken aan de handtas van die [slachtoffer 5] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, zulks terwijl het feit werd gepleegd op de openbare weg, te weten op de Dr. Nolenslaan.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 1 primair:
Diefstal, meermalen gepleegd
Feit 2:
Diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om
die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de
openbare weg en terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft
Feit 3:
Diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om
die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de
openbare weg
Feit 4:
Diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die
diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare
weg
Feit 5:
Poging tot diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het
oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd
op de openbare weg
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van de duur van het voorarrest.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen standpunt ingenomen over de op te leggen straf.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich in vijf dagen tijd schuldig gemaakt aan drie straatroven en een poging daartoe. De slachtoffers werden van achter benaderd. Vervolgens trok de verdachte hard aan hun handtas. Twee slachtoffers waren, gelet op hun leeftijd, uitermate kwetsbaar. De dames waren 91 en 89 jaar oud. Het 91-jarige slachtoffer is als gevolg van de harde ruk aan haar handtas ten val gekomen en heeft daarbij haar pols gebroken.
Ook heeft de verdachte goederen gestolen in een bejaardencentrum. Daarbij heeft de verdachte zelfs niet geschuwd om in de kamer van een dementerende man een scheerapparaat weg te nemen.
Alle bewezenverklaarde feiten zijn uiterst laffe daden. Kennelijk was de verdachte bewust op zoek naar kwetsbare slachtoffers waarschijnlijk in de veronderstelling dat hij dan bij de uitvoering van zijn daden nauwelijks weerstand hoefde te verwachten. De verdachte had schijnbaar geen last van berouw. Nadat hij zijn eerste slachtoffer had gemaakt, ging hij de daarop volgende dagen gewoon door met het plegen van straatroven. Uiteindelijk kon de rooftocht van de verdachte pas worden gestopt, toen hij op heterdaad werd betrapt bij de diefstallen in het bejaardenhuis.
De verdachte heeft de slachtoffers veel ellende bezorgd. De dochter van het 91-jarige slachtoffer heeft verklaard dat het slachtoffer tot aan de straatroof nog iedere dag actief was. Na de straatroof en tengevolge van het letsel dat zij daarbij opliep, heeft zij - anders dan voorheen - dagelijks verzorging nodig. Het hele gebeuren heeft haar lichamelijke conditie ernstige schade toegebracht. Ook het 89-jarige slachtoffer heeft nog veel last van het gebeuren. Zij begeeft zich minder op straat en zij heeft nog steeds last van angstgevoelens.
De rechtbank is geschokt door de feiten die de verdachte heeft gepleegd. Niet alleen vanwege de ernst van de feiten, maar ook vanwege de vergaande gevolgen die het voor de slachtoffers heeft gehad. Enkel oplegging van een aanzienlijke, onvoorwaardelijke gevangenisstraf doet recht aan de feiten. De verdachte is ter terechtzitting niet verschenen en heeft verder op geen enkele wijze verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden. Hij heeft een uitgebreid strafblad, waarbij opvalt dat hij tot en met 2007 meermalen is veroordeeld wegens vermogensdelicten, vervolgens in 2007 is veroordeeld tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders en daarna pas weer in november 2017 in aanraking is gekomen met justitie vanwege een in november van dat jaar gepleegde winkeldiefstal. De geldboete die de verdachte hiervoor heeft moeten betalen, heeft hem niet ervan weerhouden zijn criminele loopbaan in januari 2018 gewoon weer voort te zetten. Vanwege de ontkennende houding van de verdachte, is het voor de rechtbank niet duidelijk hoe een en ander heeft kunnen gebeuren. Feiten of omstandigheden waarmee de rechtbank in strafverminderende zin rekening had kunnen houden, zijn ook overigens niet gebleken.
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren gevorderd. Gelet op de ernst van de feiten en de hoeveelheid van strafbare feiten die zich in rap tempo, achter elkaar, opvolgde, is de rechtbank van oordeel dat de gevorderde straf alleszins redelijk is. Zij ziet geen enkele reden om daarvan af te wijken en zal deze dan ook overnemen.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 3] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding ter hoogte van € 775,-, bestaande uit € 525,- immateriële schade en € 250,- aan materiële schade. Zij heeft gevorderd het toe te wijzen bedrag te verhogen met de wettelijke rente en daarnaast de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd het bedrag aan immateriële schade toe te wijzen. Het materiële deel kan worden toegewezen tot een bedrag van € 150,-, nu dit deel van de vordering is gebaseerd op de aangifte. Voor het overige dient de vordering te worden afgewezen.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de vordering.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde [slachtoffer 3] rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bewezenverklaarde onder feit 3. Het gevorderde bedrag aan immateriële schade acht de rechtbank alleszins redelijk en dit bedrag ad € 525,- zal dan ook worden toegewezen.
Het gevorderde bedrag aan materiële schade kan naar het oordeel van de rechtbank slechts deels worden toegewezen. Uit de aangifte blijkt namelijk dat in de gestolen portemonnee hooguit € 150,- zat. De rechtbank zal dan ook bij de vaststelling van de materiële schade uitgaan van dit bedrag. Dit deel van de vordering wordt dan ook toegewezen tot € 150,-. Voor het overige wordt de vordering afgewezen.
Het totale toe te wijzen bedrag ad € 675,- zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 januari 2018. Ook zal de schadevergoedingsmaatregel worden opgelegd.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 24c, 36f, 45, 57, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
  • wijst de vordering van de
  • wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige af;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3] , van € 675,-, bij niet betaling en verhaal te vervangen door
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. van Blaricum, voorzitter, mr. F.L.G. Geisel en mr. G. Demmink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.K. Spronk, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 16 mei 2018.
Buiten staat
Mr. P. van Blaricum en mr. G. Demmink zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 16 januari 2018 te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, een of meer flessen drank en/of (een) sleutelbos(sen) en/of brillenkoker (met bril) en/of een of meerdere mesjes, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan Vivantes Ouderenzorg, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of een scheerapparaat, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 16 januari 2018 te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een of meer flessen drank en/of (een) sleutelbos(sen) en/of brillenkoker (met bril) en/of een of meerdere mesjes, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan Vivantes Ouderenzorg, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of een scheerapparaat, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen door voornoemde goederen in zijn jaszak(ken) te stoppen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 12 januari 2018 te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, een handtas (met inhoud), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
door meermalen, althans eenmaal, (hard) aan de handtas te trekken, tengevolge waarvan die [slachtoffer 2] ten val is gekomen en/of zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen, namelijk (een) gebroken pols(en), zulks terwijl het feit werd gepleegd op de openbare weg, te weten op de Gravenstraat;
3.
hij op of omstreeks 14 januari 2018 te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, een handtas (met inhoud), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door meermalen, althans eenmaal, (hard) aan de handtas te trekken, zulks terwijl het feit werd gepleegd op de openbare weg, te weten op de Dr. Nolenslaan;
4.
hij op of omstreeks 16 januari 2018 te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, een handtas (met inhoud), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
door meermalen, althans eenmaal, (hard) aan de handtas te trekken, zulks terwijl het feit werd gepleegd op de openbare weg, te weten op de Jos Klijnenlaan;
5.
hij op of omstreeks 15 januari 2018 te Geleen, gemeente Sittard-Geleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een handtas (met inhoud), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 5] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 5] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, meermalen, althans eenmaal, met kracht te trekken aan de handtas van die [slachtoffer 5] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, zulks terwijl het feit werd gepleegd op de openbare weg, te weten op de Dr. Nolenslaan.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie, proces-verbaalnummer 2018006577, gesloten d.d. 26 februari 2018, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 206.
2.Het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] d.d. 12 januari 2018, p. 123 en 126.
3.Het geschrift, te weten een medische verklaring, d.d. 24 januari 2018, p. 130.
4.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 januari 2018, p. 154 en 155.
5.Het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3] d.d. 14 januari 2018, p. 137.
6.Het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5] d.d. 18 januari 2018, p. 143.
7.Het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4] d.d. 16 januari 2018, p. 119.
8.Het proces-verbaal van aangifte [naam medewerker 1] d.d. 17 januari 2018, p. 113 en het proces-verbaal van verhoor getuige [naam medewerker 2] d.d. 17 januari 2018, p. 115.
9.Het proces-verbaal van aangifte [naam medewerker 1] d.d. 17 januari 2018, p. 113.
10.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam medewerker 2] d.d. 17 januari 2018, p. 115.
11.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 januari 2018, p. 117.
12.Het proces-verbaal van aangifte [naam medewerker 1] d.d. 17 januari 2018, p. 112.
13.Het proces-verbaal van aanhouding door burger d.d. 17 januari 2018, p. 44.
14.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 januari 2018, p. 56.
15.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 januari 2018, p. 49.
16.Het proces-verbaal van doorzoeking d.d. 19 januari 2018, p. 180.
17.Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 januari 2018, p. 195.
18.Het proces-verbaal van doorzoeking d.d. 19 januari 2018, p. 180.
19.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 januari 2018, p. 191.
20.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 januari 2018, p. 184 en 185.
21.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 januari 2018, p. 187.
22.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 januari 2018, p. 189.
23.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 januari 2018, p. 191.
24.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 januari 2018, p. 192 en 193.