ECLI:NL:RBLIM:2018:4437

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 mei 2018
Publicatiedatum
9 mei 2018
Zaaknummer
03/702559-17
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van het vervaardigen van MDMA en de voorbereiding van de vervaardiging van amfetamine in een drugslab te Grashoek

Op 9 mei 2018 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij de productie van synthetische drugs in een drugslab te Grashoek. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van het vervaardigen van MDMA en het voorbereiden van de vervaardiging van amfetamine. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen MDMA had vervaardigd en de productie van amfetamine had voorbereid. De feiten vonden plaats tussen 15 oktober 2016 en 14 januari 2017. De rechtbank baseerde haar oordeel op diverse bewijsmiddelen, waaronder getuigenverklaringen, DNA-onderzoek en de bevindingen van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de rol van de verdachte en zijn blanco strafblad. De verdachte had geen aannemelijke verklaring voor zijn aanwezigheid op de productielocatie en zijn betrokkenheid bij de drugshandel werd als significant beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de productie van synthetische drugs ernstige gevolgen heeft voor de maatschappij en dat de verdachte zijn eigen financiële gewin boven het algemeen belang had gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/702559-17
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 9 mei 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte ] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. B. de Jong, advocaat kantoorhoudende te Eindhoven.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 26 april 2018. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:samen met anderen MDMA heeft vervaardigd, bereid, bewerkt, verwerkt en/of aanwezig heeft gehad.
Feit 2:samen met anderen de productie van amfetamine en/of MDMA heeft voorbereid.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van mening dat de feiten 1 en 2 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard, met dien verstande dat de bewezenverklaarde periode van 1 november 2016 tot en met 14 januari 2017 loopt, nu er vanaf november 2016 – blijkens getuigenverklaringen en printgegevens rondom de bewegingen van de verdachte – sprake was van verhoogde activiteit rondom de woning in de nachtelijke uren. De officier van justitie wijst in dit verband eveneens op de huurovereenkomsten van de woning en de auto’s, de inhoud van sms-berichten en de verklaring van de verdachte. Op basis van deze bewijsmiddelen is de officier van justitie van mening dat de verdachte als medepleger kan worden gekwalificeerd. Uit de bewijsmiddelen volgt volgens de officier van justitie dat in de garage van de door de verdachte gehuurde woning een laboratorium was ingericht ten behoeve van de productie van synthetische drugs. De officier van justitie heeft gewezen op de bevindingen van het LFO en het NFI, inhoudende dat er in het laboratorium twee productieprocessen gaande waren: één ten behoeve van de productie van MDMA (feit 1) en één voor de productie van BMP, zijnde een precursor van amfetamine (feit 2). Ter zake van feit 2 geldt dat een deel van de tenlastegelegde voorwerpen drugsafval betreft. Met betrekking tot deze goederen dient de verdachte te worden vrijgesproken
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van feit 1. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de verdachte enkel de rol van katvanger had. Er kan aan hem geen grotere rol worden toegedicht. De verdachte heeft de garage van het door hem gehuurde pand aan andere ter beschikking gesteld en wist tot aan 14 januari 2017 niet wat zich daarin bevond. Er is onvoldoende bewijs dat de verdachte MDMA heeft vervaardigd. De verdachte heeft evenmin beschikkingsmacht over de synthetische drugs gehad, zodat niet kan worden geconcludeerd dat de verdachte deze drugs aanwezig heeft gehad. Volgens de raadsman is er eveneens onvoldoende bewijs voor het bestanddeel ‘medeplegen’, nu niet is gebleken van een intensieve samenwerking of van een taakverdeling en de verdachte nooit betrokken is geweest bij enige uitvoeringshandeling.
De raadsman heeft zich ter zake van feit 2 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Ten aanzien van de feiten 1 en 2
Bewijsmiddelen
Aantreffen drugslaboratorium te Grashoek
Op 14 januari 2017 werd door de politie het perceel [adres drugslab] te Grashoek betreden. Op het perceel liggen een vrijstaande woning, een schuur, een garage met twee kanteldeuren en een voormalige stal. De woning zelf was nagenoeg leeg. In de garage werd een laboratorium aangetroffen, ingericht voor de productie van synthetische drugs. [2]
De Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (hierna: LFO) heeft ter plaatse onderzoek verricht. Tijdens het onderzoek aan de garage werden onder meer cilinders waterstofgas, een RVS-drukreactievat met destillatie-opening en lege jerrycans met de voor verbalisanten ambtshalve bekende geur van PMK aangetroffen. Deze combinatie van apparatuur en chemicaliën wijst op de (zeer waarschijnlijke) productie van het verdovend middel MDMA, of analogen hiervan. Tevens roken verbalisanten in de garage een sterke geur, welke hen ambtshalve bekend is als zijnde de geur van BMK. Zij zagen enkele 220-liter klemdekselvaten in een opstelling zoals deze normaliter gebruikt wordt bij de omzetting van een pre-precursor in een precursor (in dit geval zeer waarschijnlijk BMK). Bij een ingesteld onderzoek met de warmtebeeldcamera bleken enkele van deze klemdekselvaten een temperatuur te hebben van circa 40 graden Celsius, hetgeen erop duidde dat relatief kort voor aanvang van het onderzoek er nog een chemisch proces in deze vaten heeft plaatsgehad, waarbij ten behoeve van dit proces (de inhoud van de) vaten verwarmd (is) zijn. Op de zijwand van de garage zagen verbalisanten een groepenkast, waarvan de toevoerleiding was doorgeknipt of doorgesneden. Ter hoogte van het doorgesneden deel kabel zagen zij bloedspatten op de muur. Deze bloedsporen zijn bemonsterd.
Aan de buitenzijde van de garage, aan de zijkant, zagen verbalisanten indruksporen in het gras. Gelet op deze sporen heeft er vanaf de zijgevel van de garage, door het gras, een leiding (water en/of elektra) naar de naastgelegen woning gelopen. In de stal troffen verbalisanten een afgeknipte / doorgesneden elektriciteitskabel aan en een waterleiding, die via een gat in de muur de stal zijn binnengekomen. Aan de andere zijde van de stal gingen deze leidingen weer via de muur naar buiten. De waterleiding zat aangesloten op een waterkraan op de schuur, de elektriciteitskabel ging achter de woning onder het terras door, waarbij hij naast de achterdeur de woning inging en in het washok bij de achterdeur binnenkwam. In de woning bleek de meterkast gemanipuleerd te zijn. In de meterkast bleek het mogelijk een elektriciteitskabel voor de meter aan te sluiten. Deze kabel liep via de bovenzijde van de meterkast, waar een contraststekker voor krachtstroom op de meterkast was aangesloten. Deze contrastekker was aan het oog onttrokken door een doos van een printer die hierover heen was geplaatst.
Door het LFO zijn de navolgende bemonsteringen genomen van de in de garage aangetroffen goederen en chemicaliën:
- AAIQ0599NL: bemonstering van witte emmer, 30 liter, gevuld met circa 3 liter
donkerbruine tot zwarte vloeistof met de geur van een amine; ph 12
- AAIQ0512NL: bemonstering crèmekleurig poeder uit kartonnen ton met daarin 7
verpakkingen (van normaliter 25 kg/stuk), met de geur van APAAN en/of APAA en restanten crèmekleurig poeder
- AAIQ0514NL: bemonstering van 2 kunststof potjes, waarvan 1 met restanten fijn
donkerbruin poeder en één voor circa 1/3 deel gevuld met donkerbruin, fijn poeder
- AAIQ0515NL: bemonstering van jerrycan 5 liter voorzien van een etiket met de
opdruk ‘methanol’, met hierin circa 1,5 liter heldere kleurloze vloeistof
- AAIQ0516NL: bemonstering van maatbeker van 5 liter, met hierin circa 600 ml van
een gelige vloeistof, ph 12
- AAIQ0591NL: bemonstering van de inhoud van een maatbeker, deel uitmakend van
4 maatbekers van 5 liter/stuk, waarvan 1 leeg (gebruikt), 1 gevuld met circa 2,4 liter olieachtige vloeistof en de andere twee gevuld met een enigszins troebele vloeistof met olieachtige drijflaag (betreft in totaal 8,1 liter vloeistof, waarvan 1,8 liter olieachtige drijflaag)
- AAIQ0521NL: bemonsteringen zure vloeistof, afkomstig uit 220 jerrycans à 20 liter/
AAIQ0522NL stuk, alle gevuld met een heldere zure vloeistof met drijflaagje/
- AAIQ0517NL: bemonstering van 20 jerrycans à 20 liter/stuk, alle vol, verzegeld en
gevuld met een heldere lijvige, zure vloeistof
- AAIQ0594NL: bemonsteringen van 6 klemdekselvaten à 220 liter/stuk, alle circa
AAIQ0595NL 2/3 deel gevuld met een bruine zure vloeistof; vier van deze vaten
hadden bij aanvang van het onderzoek een temperatuur van 40 graden Celsius
- AAIQ0519NL: bemonstering van 6 jerrycans à 20 liter/stuk, alle gevuld met een
bruine zure vloeistof;
- AAIQ0520NL: bemonstering van een gecombineerd RVS-drukreactievat met
destillatie-opening; aangesloten op cilinder waterstofgas; doorsnee
60 cm, hoogte 60 cm (totale inhoud circa 165 liter); bevat een restant zwarte, olie-achtige vloeistof [3]
Door het Nederlands Forensisch Instituut heeft voornoemde bemonsteringen onderzocht en het navolgende gerapporteerd:
  • AAIQ0599NL: bevat MDMA en methylamine in methanol
  • AAIQ0512NL: bevat APAA
  • AAIQ0514NL: bevat platina
  • AAIQ0515NL: bevat methanol
  • AAIQ0516NL: bevat lage concentraties PMK en BMK in water
  • AAIQ0591NL: bevat BMK (bovenlaag) en fosforzuur (onderlaag)
  • AAIQ0521NL: bevat BMK in fosforzuur
  • AAIQ0522NL: bevat BMK (olieachtige resten) en fosforzuur (onderlaag)
  • AAIQ0517NL: bevat fosforzuur
  • AAIQ0594NL: bevat BMK (olie) en APAA (kristallen)
  • AAIQ0595NL: bevat BMK
  • AAIQ0519NL: bevat BMK (olie) en APAA (kristallen)
  • AAIQ0520NL: bevat MDMA en metylamine
Het NFI heeft geconcludeerd dat in het onderzoeksmateriaal MDMA, PMK en BMK is aangetoond. Een groot deel van het onderzoeksmateriaal past bij de vervaardiging van BMK uit APAA met een sterk zuur (fosforzuur). De bemonsteringen AAIQ0599NL en AAIQ0520NL zijn te relateren aan de vervaardiging van MDMA uit PMK via een reductieve amineringsmethode. MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) is vermeld op lijst I, behorende bij de Opiumwet. Benzylmethylketon (BMK) en piperonylmethylketon (PMK) zijn vermeld op bijlage I van de Verordening (EG) nummer 273/2004 inzake drugsprecursoren en de bijlage behorende bij Verordening (EG) nummer 111/2005 betreffende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren. Naar beide Verordeningen wordt verwezen in de Wet voorkoming misbruik chemicaliën.
In relatie tot de vervaardiging van synthetische drugs is methylamine (in methanol) een grondstof voor de vervaardiging van onder andere MDMA. Platina is een katalysator bij de vervaardiging van onder andere MDMA uit PMK met een reductieve amineringsmethode. APAA is een precursor voor de vervaardiging van BMK, BMK is een grondstof voor de vervaardiging van onder andere amfetamine. [4]
Door de verbalisanten van het LFO werd, onder meer na ontvangst van de resultaten van het NFI, geconcludeerd dat er met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid in de garagebox op het perceel [adres drugslab] te Grashoek de precursor BMK is vervaardigd uit de pre-precursor APAA. Tijdens het onderzoek hebben verbalisanten een opstelling van 220-liter klemdekselvaten aangetroffen waarvan hen bekend is dat deze opstelling, in combinatie met het aangetroffen fosforzuur en de restanten APAA, gebruikt wordt voor de vervaardiging van BMK. Uit het door het NFI ingestelde onderzoek aan de bemonsteringen, is gebleken dat in de blauwe 200-liter klemdekselvaten BMK en APAA aanwezig was. Gelet op het voornoemde en de partij van 220 jerrycans waarin na onderzoek door het NFI resten BMK en fosforzuur zijn aangetoond, is het zeer waarschijnlijk dat de APAA met fosforzuur, is omgezet in BMK.
Voorts hebben de verbalisanten van het LOF geconcludeerd dat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid in de garagebox op het perceel [adres drugslab] te Grashoek het verdovend middel MDMA is vervaardigd. Tijdens het ingestelde onderzoek is een RVS-ketel drukreactievat met destillatie-opstelling aangetroffen. Het is verbalisanten ambtshalve bekend dat dit vat, in combinatie het aangetroffen waterstofgas, restanten PMK, platina(poeder) en de methylamine-oplossing, gebruikt worden voor de vervaardiging van het verdovend middel MDMA. Onderzoek door het NFI heeft uitgewezen dat het resterende reactiemengsel in het drukreactievat MDMA en methylamine bevat. [5]
DNA-onderzoek
In de garage werd tegen de wand, onder de groepenkast en nabij de doorgeknipte stroomkabel, en op een PVC pijp onder de groepenkast diverse (niet ingedroogde) bloedsporen [SIN AAII9113NL] aangetroffen. Tussen drugsafval in de garage werd in een afvalzak eveneens een sigarettenpeuk aangetroffen [SIN AAII9116NL]. In de stal lag op de roostervloer een stroomkabel. Daarop zaten bloedvegen [SIN AAII9118NL]. [6] Uit onderzoek door het NFI aan deze bemonsteringen bleek dat de bemonstering van deze drie sporen het DNA-profiel van onbekende man A is bevatte met een matchkans van kleiner dan één op één miljard. [7] Dit DNA-profiel matchte met het DNA-profiel van de verdachte. [8]
Getuigenverklaringen
Getuige [getuige 1] , woonachtig op [adres getuige 1] te Grashoek, heeft verklaard dat zij in november 2016 meer activiteiten rondom de woning heeft gezien. Vanaf november viel haar op dat er in de ochtend en in de avonduren vaker auto’s aankwamen of wegreden. Dat is volgens haar zo doorgegaan totdat de ruiming heeft plaatsgevonden. De meeste activiteit was volgens [getuige 1] meestal niet in de woning, maar in een losstaande garage. In de avonduren brandde er heel vaak licht in deze garage. Daar stond ook vaker een witte bestelbus bij geparkeerd. Verder heeft zij daar ook wel eens een huurauto gezien van BO-rent en een grijze personenauto, model stationcar. [9]
Getuige [getuige 2] , woonachtig op [adres getuige 2] te Grashoek, heeft verklaard dat er vanaf half oktober heel vaak in de avonduren licht brandde in de garage. Hij heeft bij de woning wel eens een witte bestelbus, een soort Volkswagen Caddy en een rode personenauto merk Citroën gezien. [10]
Telefoonnummer verdachte
De politie heeft gerelateerd dat uit het opsporingsonderzoek is gebleken dat de verdachte de gebruiker is van het telefoonnummer [telefoonnummer] , omdat hij op dit nummer bereikbaar was. [11]
Historische gegevens
Op vordering van de officier van justitie werden de historische gegevens opgevraagd van het telefoonnummer [telefoonnummer] , in gebruik bij de verdachte. Tevens werden de historische gegevens opgevraagd van de administratieve gegevens van autoverhuurbedrijf Bo-rent waaronder de track&trace gegevens van de diverse auto’s die door de verdachte werden gehuurd. Tenslotte werden de historische gegevens opgevraagd van de saldo- en transactiegegevens van de bankrekeningnummers in gebruik bij de verdachte en diens partner [naam partner] . Door een analist van de Nationale Politie eenheid Limburg werden deze gegevens verzameld en bijeengebracht in één bestand, waarna hij een analyse maakte. Deze gegevens zien op de periode van 4 augustus 2016 tot en met 29 november 2016. Zijn conclusie luidt dat er meer overeenkomstige handelingen zijn dan afwijkende. Tevens kan worden geconcludeerd dat er veel samenhang is tussen de locaties van de door de verdachte gehuurde voertuigen en de mastgegevens van het telefoonnummer, afgegeven op naam van de verdachte. De routes die gevolgd worden van en naar de productielocatie en naar de woning van de verdachte zijn logisch en worden gestaafd door de combinatie van de ritlocaties met de mastgegevens. Door de combinatie van de samenhang in de routes van de ritlocaties en de mastgegevens is het aannemelijk dat de huurder van het voertuig, de bestuurder c.q. de inzittende en de gebruiker van de telefoon een en dezelfde zijn. De gehuurde voertuigen zijn regelmatig op de productielocatie aan de [adres drugslab] in Grashoek, de telefoon op naam van de verdachte ook. De werklocatie van [verdachte ] ligt aan het [naam locatie] te Son en Breugel, deze locatie staat nergens genoemd in de ritlocaties. De locaties in Son en Breugel zijn locaties waar men een voertuig langdurig kan parkeren. In combinatie met de ritlocaties en tijdstippen lijkt het erop dat het gehuurde voertuig hier werd achtergelaten om de dag erna weer te gebruiken. [12]
Vanaf het telefoonnummer [telefoonnummer] , in gebruik bij de verdachte, werden onder meer de navolgende berichten verzonden:
Verzonden 11-1-2017, 21:23:38:
“Goedenavond [naam] , mocht jij alle jerrycans nog hebben dan zou ik ze graag alle 27 willen kopen. Er vanuit gaande dat ze schoon zijn betaal ik voor de hele partij 40 euries. Kan jij hier mee akkoord gaan? Groeten [verdachte ] ”
Verzonden 11-1-2017, 21:28:00:
“Ik heb er nu 25 nodig, maar heb ze of vanavond en anders morgen voor 13.00 uur nodig. Gr”
Verzonden 12-1-2017, 19:46:50:
“Hallo [naam] , zou ik de resterende jerrycans eventueel vrijdag overdag kunnen komen halen? Ik ben nog op mijn werk en kan voorlopig nog niet weg. Groeten [verdachte ] ” [13]
De politie heeft eveneens de historische verkeersgegevens van [telefoonnummer] in de periode vanaf 9 januari 2017 tot en met 14 januari 2017 nader bekeken. Hieruit blijkt dat voornoemd telefoonnummer de zendmast Keurven te Grashoek aanstraalde op 9 januari 2017, 10 januari 2917, 11 januari 2017 en 14 januari 2017. Uit een luchtfoto, opgenomen op de tweede pagina van dit proces-verbaal van de politie, volgt dat de zendmast Keurven te Grashoek in de directe nabijheid van het adres [adres drugslab] te Grashoek staat. Uit deze historische gegevens volgt dat de telefoon van de verdachte op 12 januari 2017, om 19:47:01 uur de zendmast Keurven te Grashoek aanstraalde. [14]
Verklaring van de verdachte
Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij het pand te Grashoek heeft gehuurd van juli 2016 tot 14 januari 2017. Hij heeft dit gedaan op verzoek van een persoon, wiens naam de verdachte niet wil noemen, en wel tegen een maandelijkse betaling van € 750,- tot
€ 1.000,- , die hij na afloop zou ontvangen. De verdachte is in deze periode regelmatig in de woning geweest om de woning en de grond te onderhouden. De eerste 6 of 7 weken is hij er echter niet of slechts heel weinig geweest. Volgens de verdachte was er tussen juli en november weinig activiteit op het perceel. De verdachte heeft verklaard dat hij zelf een oude auto had en om die reden auto’s huurde om van zijn woning in [S.] te Grashoek te geraken. De verdachte heeft deze huurauto’s niet aan anderen ter beschikking gesteld. De onbekend gebleven anderen hebben de huur van de woning en de huurauto’s aan de verdachte betaald. De verdachte heeft verklaard dat hij een partij jerrycans heeft gekocht. De verdachte heeft tenslotte verklaard dat hij op 14 januari 2017 in paniek de stroomkabel heeft doorgesneden met een stanleymes en daarbij zijn vinger heeft verwond. Deze stroomkabel is volgens de verdachte in november 2016 door iemand vanaf de woning naar de garage aangesloten. [15]
Overwegingen van de rechtbank
Gelet op de inhoud van bovenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat er een synthetisch drugslab, ten behoeve van de productie van MDMA en de precursor BMK (benodigd voor de productie van amfetamine), is aangetroffen in de garage, horende bij de woning aan de [adres drugslab] te Grashoek. De verdachte was de huurder van dit perceel. Uit de historische gegevens van zijn telefoon, in combinatie met de mastgegevens van de zendmast Keurven te Grashoek, en de track&trace gegevens van de door hem gehuurde auto’s volgt dat de verdachte vanaf medio oktober met grotere regelmaat, dikwijls verschillende malen op een dag, aanwezig was te Grashoek. Uit zowel de verklaring van de verdachte ter zitting, als uit getuigenverklaringen, volgt ook dat er vanaf november grotere activiteit was op het door de verdachte gehuurde perceel. De verdachte heeft geen aannemelijke verklaring gegeven voor zijn veelvuldige aanwezigheid ter plaatse.
De verdachte heeft ter terechtzitting bovendien verklaard dat hij niet in de garage mocht komen en daarom geen sleutels had van de garage. Hij heeft deze afgegeven aan degene voor wie hij het pand heeft gehuurd. Volgens de verdachte is hij pas op 14 januari 2017 in de garage geweest, nadat hij aan zijn contactpersoon had gemeld dat de verhuurder een periodieke controle zou gaan uitvoeren. Volgens de verdachte zag hij toen pas voor de eerste maal wat zich in de garage bevond. Hij weet niet wat APAA, BMK of PMK is. Hij weet evenmin wat de samenstelling van MDMA is, noch is hij met het productieproces bekend.
De rechtbank acht de verklaring van de verdachte voor wat betreft zijn rol bij het synthetische drugslab ongeloofwaardig. De verdachte doet voorkomen dat hem slechts de rol van katvanger ten deel valt. Uit de bewijsmiddelen volgt evenwel dat de verdachte een aanzienlijk grotere rol bij het drugslab heeft gehad. De rechtbank wijst in dit verband op het navolgende. In de garage is het DNA-materiaal aangetroffen van de verdachte in verse bloedsporen, maar eveneens op een sigarettenpeuk tussen drugsafval. De verdachte heeft kennelijk, ondanks zijn ontkennende verklaring daaromtrent, wél toegang gehad tot de garage tijdens het productieproces van de synthetische drugs. Dat de verdachte betrokken was bij het productieproces wordt ondersteund door de sms-berichten die de verdachte heeft verzonden ten behoeve van de aankoop van een partij jerrycans op 11 en 12 januari 2017. De verdachte heeft daarover ter terechtzitting verklaard dat hij deze privé nodig had voor wateropslag in de schuur bij hem thuis in [Z.] en om steigerhout af te spoelen. Hij heeft deze daarna meegenomen naar Grashoek, doch deze buiten de garage opgeslagen. Hij weet niet hoe ze in de garage zijn beland. De rechtbank acht dit eveneens ongeloofwaardig. Niet alleen zijn jerrycans nodig in het kader van het productieproces van synthetische drugs, maar is bovendien een grote hoeveelheid jerrycans aangetroffen ín de garage te Grashoek. De rechtbank wijst er in dit verband nog op dat de verdachte op 11 januari 2017 heeft rond 21.30 uur gesmst dat hij 25 jerrycans die avond of de volgende dag voor 13.00 uur nodig had. Op 12 januari 2017 rond 20.45 uur heeft hij met betrekking tot de aankoop van resterende jerrycans gesmst dat hij ‘nog op zijn werk’ was, terwijl zijn telefoon op dat moment de zendmast in de buurt van de woning te Grashoek aanstraalde.
Alles overwegende acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte wel degelijk actief betrokken is geweest bij het aangetroffen drugslab en nauw en bewust met anderen heeft samengewerkt door het pand te huren, jerrycans te regelen, en met veelvuldige aanwezigheid aldaar ter plaatse te zijn. De rechtbank acht dan ook bewezen dat de verdachte samen met onbekend gebleven anderen MDMA heeft vervaardigd in de garage van het door hem gehuurde pand (feit 1) en de productie van MDMA en/of amfetamine met deze onbekend gebleven anderen aldaar heeft voorbereid.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
1.
in de periode van 15 oktober 2016 tot en met 14 januari 2017, te Grashoek, in de gemeente Peel en Maas, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
opzettelijk heeft vervaardigd een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA
(3,4-methyleendioxymethamfetamine), zijnde MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
in de periode van 15 oktober 2016 tot en met 14 januari 2017 te Grashoek, in de Gemeente Peel en Maas, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
om 1 een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA, zijnde amfetamine en/of MDMA, zijnde middelen als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden, (onder meer) voorhanden heeft gehad:
-een rvs-drukreactievat met destillatie-opstelling aangesloten op cilinders waterstofgas, en
-een hoeveelheid methylamine (in methanol), en
-een hoeveelheid (lege) jerrycans, en
-2 kunststof potten met inhoud platina (poeder) en
-een 5L maatbeker met inhoud circa 600 milliliter vloeistof bevattende lage concentraties PMK en BMK in water, en
-7 25L jerrycans met inhoud methylamine in methanol en
-6 20L jerrycans met inhoud BMK en APAA, en
-7 25 kg verpakkingen met inhoud (restanten) APAA en
-een 5L jerrycan met inhoud circa 1,5 liter methanol, en
-een hoeveelheid 5L maatbekers (onder meer) inhoudende BMK en/of fosforzuur, en
-20 20L jerrycans met inhoud fosforzuur, en
-6 220L klemdekselvaten met inhoud BMK en APAA,
waarvan verdachte en verdachtes mededader(s) wist(en), dat die goederen bestemd waren tot het plegen van die feiten;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Ten aanzien van feit 1:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod
Ten aanzien van feit 2:
medeplegen van het voorbereiden of bevorderen van een feit, bedoeld in artikel 10, vierde lid, van de Opiumwet, en daartoe voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van de duur van het voorarrest. De officier van justitie heeft bij de formulering van haar strafeis rekening gehouden met de ernst van de feiten, de periode van de bewezenverklaring, uitspraken in vergelijkbare strafzaken en het blanco strafblad van de verdachte. De officier van justitie heeft ook rekening gehouden met de omstandigheid dat de verdachte in haar ogen weliswaar medepleger is, maar niet de initiatiefnemer van de gepleegde strafbare feiten.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat bij eventuele strafoplegging rekening dient te worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zijn beperkte rol als katvanger en diens blanco strafblad. Om deze redenen is de oplegging van een langdurige gevangenisstraf niet geëigend.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Bewezen is verklaard het medeplegen van het vervaardigen van MDMA en het medeplegen van de voorbereiding van de vervaardiging van amfetamine en/of MDMA. Daarbij ziet de rechtbank de verdachte niet in een leidinggevende rol. De wetgever beschouwt de productie van harddrugs gelet op het strafmaximum van acht jaren een ernstig strafbaar feit. Het is immers algemeen bekend dat het gebruik van synthetische drugs kan leiden tot een geestelijke of lichamelijke verslaving en, bij overdosis, zelfs tot de dood van de gebruiker. Daarnaast wordt het chemisch afval dat ontstaat bij de productie vrijwel altijd illegaal gedumpt, waardoor het milieu schade ondervindt en belast wordt en waarbij er in de regel veel geld, tijd en energie geïnvesteerd moet worden om de negatieve gevolgen voor het milieu zoveel mogelijk ongedaan te maken. Bovendien legt het opsporen, ontmantelen en vervolgen van de producenten van synthetische drugs een fors beslag op het opsporingsapparaat, als gevolg waarvan de opsporing van andere misdrijven in het gedrang kan komen. Kortom, de productie van synthetische drugs heeft op meerdere niveaus van de maatschappij een forse negatieve invloed. Door deel te nemen aan het productieproces van synthetische drugs heeft de verdachte -mede ingegeven door zijn hoge schuldenlast - zijn eigen geldelijke gewin boven het maatschappelijk belang en de daarop gebaseerde wettelijke normen gesteld.
Gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten acht de rechtbank de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. De verdachte heeft geen openheid van zaken gegeven, zodat de rechtbank het gevaar voor herhaling niet kan inschatten. De rechtbank ziet daarom geen reden om een voorwaardelijke straf op te leggen. De rechtbank houdt bij de hoogte van de straf evenwel rekening met de omstandigheid dat de verdachte niet de initiator van de productie van de synthetische drugs is geweest, maar een enigszins beperktere rol daarbij heeft gehad. Bovendien is de verdachte een first offender ter zake van overtredingen van de Opiumwet. Deze omstandigheden brengen met zich mee dat de rechtbank een lagere gevangenisstraf zal opleggen dan door de officier van justitie is geëist.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank aan de verdachte een gevangenisstraf van 24 maanden opleggen, met aftrek van het voorarrest.

7.Het beslag

Het hierna in de beslissing te noemen in beslag genomen voorwerpen 1 tot en met 12 zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Gebleken is dat deze voorwerpen bij het onderzoek naar de ten laste feiten is aangetroffen, terwijl met deze voorwerpen een strafbaar feit is begaan. De voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang. De rechtbank zal dan ook de onttrekking aan het verkeer van deze voorwerpen gelasten.
De rechtbank zal tenslotte de teruggave gelasten aan de verdachte van de laptop, merk Toshiba (met goednummer PL2300-2017007397-918187).

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor de feiten 1 en 2 tot een gevangenisstraf van 24 maanden;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- onttrekt aan het verkeer de volgende in beslag genomen voorwerpen:
1 12.00 STK Chemicaliën
-
901694. cilinders met waterstofgas
2 10.00 STK Chemicaliën
propaan
901698. Propaan/butaan
3 20.00 STK Chemicaliën
zwavelvuur
901699
4 220.00 STK Chemicaliën
afval
901700. 220 jerrycans a 20 liter afval
5 4.20 L Chemicaliën
bmk
901701. in maatbekers
6 6.00 STK Chemicaliën
bmk
901703. Jerrycans a 20 liter
7 74.00 STK Jerrycan
tonnen
901704. lege tonnen
8 6.00 STK Jerrycan
dopvat
901706. 220 liter dopvaten
9 10.00 STK jerrycan
-
901708. 25 liter
10 1.00 STK Poeder
-
901709. Platinaoxide
11 1.00 STK jerrycan
vat
901710. gecombineerd rvs drukreactievat
12 1.00 STK Fust
bier
901711. gemodificeerd met opzetstuk
- gelast de teruggave van het volgende in beslag genomen voorwerp aan de verdachte:
1. laptop, merk Toshiba satellite a300-129 (goednummer PL2300-2017007397-918187).
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Schutte, voorzitter, mr. W.L.J. Voogt en
mr. D.C.I. van Delft, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.K. Bakker, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 9 mei 2018.
Mr. D.C.I. van Delft is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 6 juli 2016 tot en met 14 januari 2017, te
Grashoek, in de gemeente Peel en Maas, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk heeft vervaardigd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of
aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA
(3,4-methyleendioxymethamfetamine), zijnde MDMA
(3,4-methyleendioxymethamfetamine)
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst
I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij in of omstreeks de periode van 6 juli 2016 tot en met 14 januari 2017 te
Grashoek, in de Gemeente Peel en Maas, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de
Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken,
verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van
Nederland brengen van (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal
bevattende amfetamine en/of MDMA en/of tenamfetamine en/of N-ethyl MDA,
althans een of meer middelen vermeld op lijst 1 van de Opiumwet,
zijnde amfetamine en/of MDMA en/of tenamfetamine en/of N-ethyl MDA en/of een
ander middel als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
zijnde (allen) middelen als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
voor te bereiden en/of te bevorderen,
(ondermeer) voorhanden heeft/hebben gehad:
-een rvs-drukreactievat met destillatie-opstelling(en) aangesloten op (een)
cilinder(s) waterstofgas, en/of
-een hoeveelheid methylamine (in methanol), en/of
-een hoeveelheid (lege) jerrycans, en/of
-2, althans een hoeveelheid, kunststof potten met inhoud platina (poeder),
en/of
-een 5L maatbeker met inhoud circa 600 milliliter vloeistof bevattende lage
concentraties PMK en BMK in water, en/of
-7, althans een hoeveelheid, 25L jerrycans met inhoud methylamine in methanol,
en/of
-6, althans een hoeveelheid, 20L jerrycans met inhoud BMK en APAA, en/of
-7, althans een hoeveelheid, 25 kg verpakkingen met inhoud (restanten) APAA,
en/of
-een 5L jerrycan met inhoud circa 1,5 liter methanol, en/of
-4, althans een hoeveelheid 5L maatbekers (ondermeer) inhoudende BMK en/of
fosforzuur, en/of
-220, althans een hoeveelheid, 20L jerrycans en/of drie, althans een
hoeveelheid, 25L jerrycans, met inhoud (ondermeer) BMK in fosforzuur en/of BMK
en fosforzuur, en/of
-20, althans een hoeveelheid, 20L jerrycans met inhoud fosforzuur, en/of
-6, althans een hoeveelheid, 220L klemdekselvaten met inhoud BMK en APAA,
waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen
had(den) te vermoeden, dat dat/die goed(eren) bestemd was/waren tot het plegen
van dat/die feit(en),
EN/OF
zich of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het
plegen van dat/die feiten heeft trachten te verschaffen immers heeft hij,
verdachte, toen en daar (in die periode) opzettelijk
-het pand en/of perceel en/of de schuur en/of (andere) bijbehorende
aanhorigheden gelegen aan/op [adres drugslab] te Grashoek daartoe ter beschikking
gesteld;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, Team Ondermijning, proces-verbaalnummer 2017007397 / LBRAA17002 (TOL20), gesloten d.d. 14 juni 2017, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 573.
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 januari 2017, pagina 31 en 32.
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 maart 2017, pagina 34 tot en met 57.
4.Rapport NFI inzake drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op de locatie [adres drugslab] te Grashoek, 14 januari 2017, d.d. 28 februari 2017, pagina 58 tot en met 65.
5.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 maart 2017, pagina 34 tot en met 57.
6.Proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 19 april 2017, pagina 66 tot en met 94.
7.Rapport NFI inzake DNA-onderzoek naar aanleiding van een delict gepleegd in Grashoek op 17 januari 2017 d.d. 27 maart 2017, pagina 100 en 101.
8.Rapport NFI DNA-onderzoek aan een referentiemonster van een verdachte d.d. 11 mei 2017, pagina 102 en 103.
9.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 31 januari 2017, pagina 139 en 140.
10.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 31 januari 2017, pagina 141 en 142.
11.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 maart 2017, pagina 220 en 221.
12.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 juni 2017, pagina 331 en 332; bijlage Onderzoek TOL 20, Lab Grashoek, d.d. juni 2017, pagina 333 tot en met 358.
13.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 april 20-17, pagina 531 tot en met 537.
14.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 maart 2017, pagina 222 tot en met 234.
15.De verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 26 april 2018.