ECLI:NL:RBLIM:2018:4424

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 mei 2018
Publicatiedatum
9 mei 2018
Zaaknummer
6439018 CV EXPL 17-8181
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde factuur en geschil over opdrachtgever in herstelwerkzaamheden

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 9 mei 2018, staat de vordering van een besloten vennootschap (hierna: eiseres) centraal tegen een gedaagde partij, die in conventie en voorwaardelijke reconventie betrokken is. Eiseres vordert betaling van een onbetaalde factuur van € 8.031,98, die betrekking heeft op herstelwerkzaamheden aan een woning. De gedaagde stelt dat hij niet de opdrachtgever is, maar dat deze rol toekomt aan de verhuurder. De rechtbank onderzoekt de feiten en de communicatie tussen partijen, waaronder e-mailcorrespondentie over de werkzaamheden en offertes. Eiseres stelt dat er een overeenkomst van opdracht is ontstaan, terwijl de gedaagde dit betwist en zich beroept op een afspraak met de verhuurder. De rechtbank oordeelt dat de gedaagde onvoldoende heeft aangetoond dat hij niet de opdrachtgever was en wijst de vordering van eiseres toe, inclusief wettelijke rente. De gedaagde wordt ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten. In reconventie wordt de vordering van de gedaagde afgewezen, omdat er geen schade is aangetoond als gevolg van de werkzaamheden. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en overeenkomsten in civiele zaken.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 6439018 CV EXPL 17-8181
Vonnis van de kantonrechter van 9 mei 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam bv] BV,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eisende partij in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie,
gemachtigde mr. G. te Biesebeek,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie],
wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in voorwaardelijke reconventie,
gemachtigde mr. R.W.J.L. Loonen.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

in conventie en in voorwaardelijke reconventie
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in voorwaardelijke reconventie
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie
- de rolbeslissing waarbij een comparitie na antwoord is bepaald
- de brief van 13 maart 2018 zijdens [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] met verklaringen en bijlagen
- het proces-verbaal van comparitie van 27 maart 2018
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

in conventie en in voorwaardelijke reconventie
2.1.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] huurt van [naam verhuurder] en diens echtgenote de woning aan de [adres] te [woonplaats] . De woning is gebouwd door [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] . De woning heeft een kelder/souterrain (gemakshalve hierna te noemen: kelder) en een garage onder de woning.
2.2.
Op enig moment is een lekkage ontstaan, waardoor rioolwater in de kelder van de woning is geraakt. In opdracht van [naam verhuurder] heeft [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] herstelwerkzaamheden in de kelder (volgens [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] m.u.v. de garage) uitgevoerd. [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] heeft de kelder voorzien van een nieuwe vloer, van vloerverwarming en stucwerk.
2.3.
Op 3 oktober 2015 heeft [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] een e-mailbericht gestuurd met als onderwerp ‘aangepaste offerte’ en de tekst:
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] ,
Is deze akkoord?
Zie rode cijfers,
Mvg
[naam directeur]
(…)
Bijlagen
“aangepaste offerte [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] 2015.10.03.pdf”
Op de als bijlage toegevoegde aangepaste offerte is te zien dat het originele totaal exclusief btw en exclusief gietvloer is aangepast van € 7.081,- naar € 6.638,-.
2.4.
Op 21 november 2015 heeft [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] een e-mailbericht gestuurd aan [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] . Het e-mailbericht heeft als onderwerp “slopen keldervloer” met de volgende inhoud:
“Goede middag [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] ,
Zoals al doorgegeven starten wij as maandag om 8.00 uur met het slopen van de keldervloer. (…)
Graag leg ik nog even vast onder welke voorwaarden we de opdracht hebben afgesproken. Bijgaande roden getallen op de offerte is de basis van onze overeenkomst.
Er is niets opgenomen in de offerte die als overeenkomst geld, voor het maken van een wind en waterdichte voorziening onder de toekomstige pui. (…)
Ik stel voor dat jou medewerker samen met mij komt kijken naar het detail tpv de aansluiting vloer/afrit/drainpoot tpv de pui. (…)”
2.5.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] heeft diezelfde dag op vorige e-mail gereageerd met de mededeling:
“Prima, tot maandag.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] ”
2.6.
[eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] heeft vervolgens werkzaamheden uitgevoerd aan de garagevloer van de woning. Hierbij is een leiding geraakt.
2.7.
Bij factuur van 25 juni 2016 heeft [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] € 8.031,98 inclusief btw (€ 6.638,- exclusief btw) betreffende ‘Werk garagevloer’ in rekening gebracht bij [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] . Bij de factuur bevindt zich een handgeschreven bijlage.
2.8.
Bij e-mailberichten van 4 augustus 2016, 22 augustus 2016, 26 november 2016 heeft [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] een betalingsherinnering doen toekomen en gesommeerd tot betaling. Bij brief van 28 februari 2017 is [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] in gebreke gesteld. Deze brief is per post verzonden als per aangetekend schrijven. Het aangetekend schrijven is retour ontvangen.
2.9.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] heeft de factuur onbetaald gelaten.

3.Het geschil

in conventie en in voorwaardelijke reconventie
3.1.
[eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] vordert, samengevat, veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] tot betaling van € 8.031,98, te vermeerderen met rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten.
3.2.
[eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] legt hieraan ten grondslag dat tussen partijen een overeenkomst van opdracht/lastgeving ex artikel 7:400 BW tot stand is gekomen.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] voert verweer. [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] vordert in reconventie, onder de voorwaarde dat de vordering in conventie niet wordt afgewezen, te verklaren voor recht dat [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] aansprakelijk is voor de schade welke is ontstaan als gevolg van het raken van de afvoerleiding door een hulppersoon van [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] en [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] te veroordelen tot vergoeding van de dientengevolge ontstane schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
3.4.
[eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] voert verweer tegen de vordering in reconventie.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] voert het verweer dat niet hij, maar [naam verhuurder] , de opdrachtgever is.
4.2.
Voorop gesteld wordt voorts dat [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] eerst na te zijn gedagvaard het standpunt inneemt dat hij niet de opdrachtgever is. Op de factuur en aanmaningen, zoals die in de dagvaarding zijn aangehaald en als bewijs zijn ingebracht, heeft [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] destijds niet gereageerd. Ter comparitie stelt [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] weliswaar dat hij de factuur en aanmaningen nooit heeft ontvangen, althans dat hij niet weet of hij de e-mailberichten - die volgens [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] wel het correcte e-mailadres vermelden - heeft gelezen, maar hiermee is de ontvangst van in ieder geval die e-mailberichten niet gemotiveerd weersproken. Daarbij is geen verklaring gegeven waarom de ontvangst van die stukken niet al bij antwoord is betwist. Sterker, bij antwoord wordt in het kader van de buitengerechtelijke incassokosten gesteld dat de (herhaalde) aanmaning niet voldoende is en ook in het kader van de wettelijke rente wordt de ingangsdatum, zijnde de vervaldatum van de factuur, niet betwist.
4.3.
[eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] stelt dat, nadat hij klaar was met de opdracht van [naam verhuurder] in de kelder, [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] hem heeft gevraagd om ook in de garage vloerverwarming aan te leggen en daar te isoleren en dat hij vervolgens een offerte heeft opgemaakt. [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] zou de offerte te duur hebben bevonden en [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] zou daarom met rode getallen hebben aangegeven wat zuiniger (goedkoper) kon. Vervolgens zou conform de rode getallen zijn gefactureerd. Hoewel [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] voor wat betreft die beweerde offerte niet verwijst naar enig gedingstuk, begrijpt de kantonrechter dat het hier gaat om de handgeschreven bijlage bij de factuur, waarop de kosten zijn teruggebracht tot € 6.638,00 exclusief btw (zie 2.3.).
4.4.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] brengt hiertegen in dat de opdracht waarover in de e-mails (zie 2.3. en verder) wordt gesproken, de opdracht zou zijn die [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] van [naam verhuurder] heeft gekregen - er zou nooit sprake zijn geweest van een onderscheid tussen de garagevloer en (de rest van) de keldervloer - en dat die mail dan ook slechts tot doel had om [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] in te lichten over de uit te voeren werkzaamheden. [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] miskent hiermee evenwel dat de e-mailberichten uitdrukkelijk en alleen aan [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] is gericht én verzonden. Hij is de geadresseerde en er wordt gesproken over de opdracht die zíj hebben afgesproken, over de offerte met de rode getallen en over hetgeen als overeenkomst geldt. De e-mailberichten kunnen dan ook niet anders worden uitgelegd dan een bevestiging aan [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] van de overeenkomst tussen [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] .
4.5.
[eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] heeft voorts een verklaring ingebracht van [naam verhuurder] en diens echtgenote. Zij verklaren dat zij geen opdracht hebben gegeven aan [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] voor het slopen van de garagevloer en dat een en ander in opdracht van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] heeft plaatsgevonden.
4.6.
Indien partijen niet daadwerkelijk een overeenkomst waren aangegaan, had het voor de hand gelegen dat [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] direct ná ontvangst van het e-mailbericht van 21 november 2015 - waarin aldus melding wordt gemaakt van een overeenkomst tussen [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] (wat van de ontvangst van de andere stukken ook zij) - de inhoud ervan had betwist. In plaats daarvan zijn de werkzaamheden in bijzijn van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] aangevangen en afgerond.
4.7.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] heeft het bestaan van de overeenkomst tussen hem en [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] , gelet op de inhoud van de e-mails en de verklaring van [naam verhuurder] , onvoldoende betwist.
4.7.1.
Bovendien erkent [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] bij antwoord dat [naam verhuurder] in eerste instantie de vloeren in de kelder met uitzondering van de garagevloer zou laten doen, hetgeen past in de lijn van het betoog van [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] . [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] stelt dat later - toen er een overeenkomst lag met [naam verhuurder] om de woning te kopen -, in overleg met [naam verhuurder] , is besloten om ook de garagevloer te doen, maar licht deze beslissing verder niet toe. Kennelijk beroept [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] zich hier op een afspraak tussen hem en [naam verhuurder] , dat [naam verhuurder] de kosten op enigerlei wijze voor zijn rekening zou nemen. Wat van de afspraken tussen [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] en [naam verhuurder] ook zij, er is geen relatie gelegd met [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] . [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] stelt nog dat de kosten voor het vernieuwen van de garagevloer “dan” tussen [naam verhuurder] en [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] zouden worden verrekend, maar ook dit is niet toegelicht. Het feit dat [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] in opdracht van [naam verhuurder] andere werkzaamheden heeft verricht, maakt niet dat [naam verhuurder] ook opdracht moet hebben gegeven voor de werkzaamheden aan de garage. Hierbij kan nog worden opgemerkt dat [naam verhuurder] als verhuurder de herstelwerkzaamheden in de kelder heeft (moeten) laten verrichten omdat er sprake was van een vochtprobleem in de kelder, terwijl [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] geen verklaring heeft gegeven waarom [naam verhuurder] als verhuurder (onverplicht) kosten zou maken voor het aanpassen van de garage. De stelling dat het niet logisch zou zijn dat [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] de opdrachtgever zou zijn omdat [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] nooit zonder toestemming van de eigenaar zulke ingrijpende werkzaamheden zou verrichten, wordt niet gedeeld. Er lag, volgens [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] , destijds immers een overeenkomst om de woning te kopen. Voor zover [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] in de veronderstelling verkeerde dat [naam verhuurder] de kosten op zich zou nemen, kan dit niet aan [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] worden tegengeworpen. Dit is een zaak tussen [naam verhuurder] en [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] . Het verweer wordt verworpen.
4.8.
De factuur van 25 juni 2016 ad € 8.031,98 inclusief btw is voor het overige onbetwist. De vordering om [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] te veroordelen tot betaling van deze hoofdsom zal dan ook worden toegewezen.
4.9.
De vordering tot vermeerdering van die som met wettelijke rente vanaf 4 juli 2016, is niet gemotiveerd betwist en zal daarmee eveneens worden toegewezen.
4.10.
[eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] maakt aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten
.De gevorderde vergoeding komt echter niet voor toewijzing in aanmerking, nu gesteld noch gebleken is dat een aanmaning conform de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW heeft plaatsgevonden.
4.11.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De kosten aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] worden begroot op:
  • dagvaarding € 81,99
  • griffierecht € 470,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 1.051,99
in voorwaardelijke reconventie
4.12.
Tussen partijen staat vast dat bij het uitvoeren van de werkzaamheden aan de garagevloer een leiding is geraakt. Beide partijen stellen zich echter op het standpunt dat ten gevolge hiervan geen schade is veroorzaakt. De vordering is reeds hierom niet toewijsbaar.
4.13.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De kosten aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] worden begroot op € 120,00 aan salaris gemachtigde (2 punten x tarief onbepaald).

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] om aan [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] binnen twee dagen na betekening van dit vonnis te betalen € 8.031,98 te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 4 juli 2016 tot aan de dag der algehele voldoening,
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] tot betaling van de proceskosten van [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] , tot de datum van dit vonnis begroot op € 1.051,99, bij gebreke van betaling binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag tot de dag van voldoening,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.5.
wijst het gevorderde af,
5.6.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] tot betaling van de proceskosten van [eiseres in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] , tot de datum van dit vonnis begroot op € 120,00,
5.7.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M. Drenth en in het openbaar uitgesproken.
NIv