ECLI:NL:RBLIM:2018:4224
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Limburg op 2 mei 2018 een verzoek tot wraking toegewezen van mr. G.M.P. Brouns, rechter in de rechtbank Limburg. Het verzoek werd ingediend door de verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. A.T.J.J. Meuwissen, naar aanleiding van een eerdere zitting op 4 april 2018. Tijdens deze zitting had de kantonrechter al stellig zijn oordeel over de zaak geuit zonder de argumenten van de verzoeker te horen. Dit leidde tot de vrees dat de kantonrechter niet onpartijdig zou zijn.
De wrakingskamer heeft de gronden van het verzoek beoordeeld aan de hand van de relevante wetgeving, waaronder artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De wrakingskamer concludeerde dat de kantonrechter door zijn stelligheid in de uitspraak over de aard van de woonruimte, de verzoeker een gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid heeft gegeven. De wrakingskamer oordeelde dat de kantonrechter niet de vereiste onpartijdigheid kon waarborgen, wat leidde tot de toewijzing van het wrakingsverzoek.
De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De zaak benadrukt het belang van de onpartijdigheid van rechters en de noodzaak om alle partijen in een procedure te horen voordat er een oordeel wordt geveld.