ECLI:NL:RBLIM:2018:4173

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
1 mei 2018
Publicatiedatum
1 mei 2018
Zaaknummer
03/702611-16
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onttrekking van een minderjarige aan het bevoegd opzicht met volledige ontoerekeningsvatbaarheid van de verdachte

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 1 mei 2018, stond de verdachte terecht voor het onttrekken van haar minderjarige zoon aan het wettig gezag. De verdachte had haar zoon, die onder toezicht stond van Bureau Jeugdzorg, zonder toestemming meegenomen naar Frankrijk. Tijdens de zitting op 17 april 2018 werd de zaak inhoudelijk behandeld, waarbij de verdachte en haar raadsman aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen was, onder andere op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en de aangifte van Bureau Jeugdzorg.

De rechtbank concludeerde dat de verdachte ten tijde van het feit volledig ontoerekeningsvatbaar was, zoals vastgesteld door deskundigen. De verdachte leed aan schizofrenie, wat haar gedragskeuzes volledig beïnvloedde. Gezien deze omstandigheden werd de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging. De benadeelde partij, Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat de verdachte niet strafbaar was verklaard. De rechtbank oordeelde dat de benadeelde partij haar vordering alleen bij de burgerlijke rechter kon indienen.

De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren. De beslissing werd openbaar gemaakt op dezelfde dag, en de rechtbank legde de kosten van de procedure ten laste van de benadeelde partij.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/702611-16
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 1 mei 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. J. de Bruin, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 17 april 2018. De verdachte en haar raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte haar zoon, die onder toezicht was gesteld, zonder toestemming van Bureau Jeugdzorg heeft meegenomen naar Frankrijk.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het oordeel van de rechtbank [1]
Evenals de officier van justitie en de verdediging, acht de rechtbank het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen gelet op:
1. de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd bij de politie op 30 juni 2017; [2]
2. de aangifte namens St. Bureau Jeugdzorg Limburg d.d. 18 mei 2016; [3]
3. de beschikking van de rechtbank Limburg d.d. 21 maart 2016, waarbij [naam kind] , geboren op [geboortedatum kind] te [R.] , met ingang van 21 maart 2016 tot 21 november 2016 onder toezicht werd gesteld van Stichting Bureau Jeugdzorg; [4]
4. het relaas van verbalisant [verbalisant] voor zover inhoudende dat de verdachte op 19 mei 2016 zich samen met haar zoon [naam kind] in Parijs (Frankrijk) bevond. [5]
3.2
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte:
in de periode 18 mei 2016 tot en met 19 mei 2016 in Nederland en België en Frankrijk, opzettelijk een minderjarige die de leeftijd van 12 jaren nog niet heeft bereikt, te weten [naam kind] , geboren op [geboortedatum kind] , heeft onttrokken aan het opzicht van degene die het wettig gezag desbevoegd over die minderjarige uitoefende, te weten Rubicon Jeugdzorg namens Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, immers heeft verdachte daar toen die minderjarige zonder toestemming van Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg en/of Rubicon Jeugdzorg meegenomen naar België en Frankrijk.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
onttrekking van een minderjarige aan het bevoegd opzicht
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

Gezondheidszorgpsycholoog drs. T. ’t Hoen en psychiater drs. M.J. van Weers hebben over de geestvermogens van de verdachte op 11 respectievelijk 15 januari 2018 een rapport uitgebracht.
Uit deze rapportages blijkt – kort gezegd – van het volgende: Bij de verdachte was ten tijde van het bewezenverklaarde feit sprake van schizofrenie zich uitende in wanen, hallucinaties en gedesorganiseerd denken en gedrag. De verdachte trachtte vanuit haar psychotische belevingen haar zoontje te beschermen tegen mishandeling door zijn pleegouders en zij besloot daarom, radeloos en in verwarring als ze was, om haar zoontje mee te nemen naar Parijs. De invloed van de psychopathologie was zo overheersend dat gesproken kan worden van een direct causaal verband en waardoor de gedragskeuzes van de verdachte volledig werden bepaald.
De rechtbank komt, net als de officier van justitie en de verdediging, op basis van de in die rapporten vervatte bevindingen en de daarin vervatte adviezen tot de conclusie dat de verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar is.
De verdachte zal dan ook worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

6.De maatregel

Evenals de officier van justitie, de verdediging en de deskundigen acht de rechtbank plaatsing van de verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis ex art. 37 van het Wetboek van Strafrecht niet geïndiceerd, gelet op de huidige behandeling in het kader van een rechterlijke machtiging.

7.De benadeelde partij

De benadeelde partij Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg vordert een schadevergoeding van 2.062,30 euro ter zake van het ten laste gelegde feit.
De rechtbank overweegt als volgt.
Artikel 361, tweede lid onder a, van het Wetboek van Strafvordering bepaalt – kort gezegd en voor zover thans van toepassing – dat de benadeelde partij alleen ontvankelijk zal zijn in haar vordering indien de verdachte enige straf of maatregel wordt opgelegd, dan wel in geval van toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.
Zoals hiervoor overwogen en geoordeeld zal de verdachte op grond van ontoerekeningsvatbaarheid worden ontslagen van alle rechtsvervolging en zal haar geen maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis ex art. 37 van het Wetboek van Strafrecht opgelegd worden. Aldus wordt niet voldaan aan een van de ontvankelijkheidsvereisten zoals genoemd in voornoemd artikel. Naar het oordeel van de rechtbank dient dit in onderhavige zaak, overeenkomstig het primaire standpunt van de verdediging, te leiden tot niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij in haar vordering. Dat de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de verdachte mogelijk omvangrijker is dan haar strafrechtelijke aansprakelijkheid, zoals door de officier van justitie gesteld, vergt een inhoudelijke beoordeling van de vordering en daaraan komt de rechtbank naar haar oordeel niet toe. Daartoe zal de benadeelde partij haar vordering desgewenst kunnen indienen bij de burgerlijke rechter.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering verklaren.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.2 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte niet strafbaar voor het bewezenverklaarde en ontslaat de verdachte van alle rechtsvervolging;
Benadeelde partij
- verklaart de benadeelde partij, Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot tot heden op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.P. van Deventer, voorzitter, mr. M.J.A.G. van Baal en mr. A.H. Hamm-van de Water, rechters, in tegenwoordigheid van mr. O.A.G. Corten en mr. G.P.M. Friedrichs, griffiers, en uitgesproken ter openbare zitting van 1 mei 2018.
Buiten staat
Mr. A.H. Hamm-van de Water en mr. G.P.M. Friedrichs zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
zij in of omstreeks de periode 18 mei 2016 tot en met 19 mei 2016 te Horn, gemeente Leudal, althans in Nederland en/of België en/of Frankrijk, opzettelijk een minderjarige die de leeftijd van 12 jaren nog niet heeft bereikt, te weten [naam kind] , geboren op [geboortedatum kind] , heeft onttrokken aan het wettig over die minderjarige gestelde gezag of aan het opzicht van degene die dat gezag desbevoegd over die minderjarige uitoefende, te weten Rubicon Jeugdzorg namens Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg, immers heeft verdachte daar toen die minderjarige zonder toestemming van Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg en/of Rubicon Jeugdzorg meegenomen naar België en/of Frankrijk, in ieder geval naar het buitenland.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van de politie eenheid Limburg, district Noord- en Midden-Limburg, districtsrecherche Noord- en Midden-Limburg, registratienummer PL2300-2016088660, gesloten d.d. 11 augustus 2016, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 55.
2.Proces-verbaal van verhoor meerderjarige verdachte [verdachte] d.d. 30 juni 2016, pg. 36-45.
3.Proces-verbaal aangifte d.d. 18 mei 2016, pg. 34-35.
4.Beschikking van de Rechtbank Limburg d.d. 21 maart 2016, pg. 29-31.
5.Proces-verbaal relaas opgesteld door verbalisant [verbalisant] d.d. 11 augustus 2016, pg. 8.