In deze zaak vordert de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DE NEDERLANDSE VOORSCHOTBANK B.V. betaling van een bedrag van € 7.573,53 van de gedaagde partijen, die een doorlopend krediet hebben afgesloten. De kredietovereenkomst is op 15 januari 2010 tot stand gekomen, waarbij een krediet van € 10.000,00 is verleend. Later is er een tweede kredietovereenkomst gesloten op 14 september 2010 met een kredietlimiet van € 11.000,00. De eisende partij stelt dat de gedaagde partijen de aflossing van het krediet niet zijn nagekomen, terwijl de gedaagde partijen aanvoeren dat zij niet meer konden betalen dan € 100,00 per maand en dat de zorgplicht van de bank niet is nageleefd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partijen met de eisende partij een overeenkomst hebben gesloten die duidelijk de voorwaarden voor aflossing vermeldt. De gedaagde partijen hebben de aflossing op eigen initiatief verlaagd van € 220,00 naar € 112,00 per maand, wat heeft geleid tot een langere looptijd van de lening. De kantonrechter oordeelt dat er geen sprake is van een schending van de zorgplicht door de bank, omdat de voorwaarden van de overeenkomst helder waren en de gedaagde partijen zich bewust waren van de gevolgen van hun beslissing om de aflossing te verlagen.
De vordering van de eisende partij wordt toegewezen, en de gedaagde partijen worden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en proceskosten. De kantonrechter verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst het meer of anders gevorderde af.