Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde sub 1] ,wonend [adres gedaagde sub 1] ,[woonplaats gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
wonend [adres gedaagde sub 2] ,
[woonplaats gedaagde sub 2] ,
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de beslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald
- de akte overlegging producties van MET GGZ
- de comparitie van partijen op 26 maart 2018
2.De feiten
3.Het geschil
- De HOP-overeenkomst te ontbinden;
- Gedaagde partij te veroordelen tot ontruiming van de woning aan de [adres gedaagde sub 1] te [woonplaats gedaagde sub 1] ;
- Gedaagde partij te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 584,44 vanaf 1 januari 2018 tot aan de ontruiming;
4.De beoordeling
sui generis-wordt daarmee verworpen.
- dagvaarding € 84,14
- griffierecht 119,00
- salaris gemachtigde