Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
zijn hoofdheeft beschermd, zodat de slaande beweging niet richting de hals lijkt te zijn geweest. Of het glas door het afweren met de arm door het slachtoffer, hoger of lager in de zijkant van het gezicht terecht is gekomen dan aanvankelijk de bedoeling was, is niet bekend. Ook voor de draaibeweging van het slachtoffer geldt dat niet kan worden vastgesteld wat dat betekent voor de kans dat vitale delen zouden worden geraakt. De precieze afstand tot vitale delen, in dit geval met name de halsslagader, is niet onderzocht. Er is geen rapportage van een forensisch arts over het letsel in relatie tot vitale structuren. Alleen het slachtoffer zelf heeft verklaard dat tegen hem in het ziekenhuis was gezegd dat het “anders zou zijn afgelopen als hij 10 cm lager was gestoken”. Wat de waarde van die verklaring precies is, kan de rechtbank bij gebrek aan andere medische informatie niet vaststellen. Gelet daarop kan de rechtbank ook niet vaststellen of er een aanmerkelijk kans is geweest op fataal letsel.
- met een (drink)glas in zijn, verdachtes, hand in de richting van die [slachtoffer] te lopen en
- de naam van die [slachtoffer] te roepen waardoor die [slachtoffer] zich naar verdachte toe heeft gedraaid en
- vervolgens die [slachtoffer] met een (drink)glas, (met kracht) in de bovenarm en in het gezicht van die [slachtoffer] , heeft geslagen.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf en/of de maatregel
- de verdachte direct openheid van zaken heeft verschaft;
- de verdachte spijt heeft betuigd en openstaat voor een bemiddelingstraject;
- de verdachte bereid is de schade van het slachtoffer te betalen;
- het recidiverisico volgens de reclassering laag is;
- de verdachte een (bijna) blanco strafblad heeft en
- de verdachte een vaste baan heeft en een gezin met zeer jonge kinderen.
- het slachtoffer heeft niet of nauwelijks de gelegenheid gehad om zich te verweren. Het is aan zijn snelle reflexen te danken dat hij de aanval nog enigszins kon afweren.
- Het feit is gepleegd op straat, in de publieke ruimte direct buiten een uitgaansgelegenheid, in bijzijn van verschillende getuigen.
- De verdachte heeft oprecht spijt betuigd, heeft een groot schuldbesef en neemt, ook financieel, volledige verantwoordelijkheid.
- De verdachte heeft een bijna blanco strafblad.
- Het recidivegevaar is laag.
- Het slachtoffer vindt een lange straf niet nodig.
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het subsidiair tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor het bewezenverklaarde feit tot een gevangenisstraf van zeven maanden;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen € 6.569,80 (€ 5.000,00 aan immateriële schade en € 1.569,80 aan materiële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 27 december 2017 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij af voor wat betreft de gevorderde reiskosten van het bezoek door familie aan het ziekenhuis;
- bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij ten aanzien van de materiële schade betreffende de posten medische kosten en verlies van arbeidsvermogen niet ontvankelijk is en dat zij dit gedeelte van haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] , van € 6.569,80, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 67 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 27 december 2017 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen.