Op 20 april 2018 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot doodslag. De verdachte heeft bekend dat zij op 4 juli 2015 het slachtoffer met een mes in de nek heeft gestoken. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verdachte handelde uit noodweer, omdat zij zich verdedigde tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding door het slachtoffer. De rechtbank heeft vastgesteld dat het slachtoffer de verdachte eerder had bedreigd en mishandeld, en dat hij op het moment van het steekincident de verdachte in een nekklem hield. De rechtbank oordeelde dat de verdachte proportioneel heeft gehandeld door het mes te gebruiken, en dat zij niet strafbaar is. De verdachte werd daarom ontslagen van alle rechtsvervolging. De benadeelde partij, het slachtoffer, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte werd opgelegd. De rechtbank heeft de kosten van de benadeelde partij voor de verdediging op nihil vastgesteld.