ECLI:NL:RBLIM:2018:3717

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 april 2018
Publicatiedatum
18 april 2018
Zaaknummer
6765146 CV EXPL 18-1876
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vorderingen in kort geding wegens gebrek aan spoedeisend belang en onderhoudsverplichtingen

In deze zaak heeft de kantonrechter op 18 april 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hierna aangeduid als [eiseres], en Tekla Holding B.V., de gedaagde partij. De eiseres vorderde dat Tekla zou worden veroordeeld om binnen 40 dagen na betekening van het vonnis gebreken aan de luchtbehandelingsinstallatie te herstellen. De eiseres stelde dat de binnentemperatuur in het gehuurde pand tot 30 graden Celsius of meer was gestegen, wat leidde tot onhoudbare omstandigheden voor haar werknemers. De eiseres voerde aan dat Tekla, als verhuurder, verantwoordelijk was voor het onderhoud van de luchtbehandelingsinstallatie, maar Tekla betwistte dit en stelde dat de eiseres zelf geen onderhoudscontract had afgesloten en daarmee haar verplichtingen niet was nagekomen.

De kantonrechter oordeelde dat de eiseres onvoldoende spoedeisend belang had bij haar vordering. De rechter benadrukte dat voor een toewijzing van een vordering in kort geding, het bestaan en de omvang van de vorderingen in hoge mate aannemelijk moeten zijn. Aangezien de eiseres sinds 2015 geen onderhoudscontract had afgesloten, was het onduidelijk voor wiens rekening de kosten van herstel en inspectie van de luchtbehandelingsinstallatie zouden komen. De rechter concludeerde dat de vorderingen van de eiseres moesten worden afgewezen, en dat de eiseres in de proceskosten van Tekla werd veroordeeld.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de eiseres niet alleen haar vorderingen heeft verloren, maar ook verantwoordelijk is voor de proceskosten aan de zijde van Tekla, die zijn begroot op € 600,00. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Tekla recht heeft op de kosten, zelfs als de eiseres in beroep gaat tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer: 6765146 CVEXPL 18-1876
Vonnis van de kantonrechter ex artikel 254 Rv van 18 april 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres,
gemachtigde mr. R.A.D. Blaauw,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TEKLA HOLDING B.V.,
gevestigd te 2271 CL Voorburg,
gedaagde,
gemachtigde mr. V. Kortenbach.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Tekla worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties
  • de op voorhand door Tekla toegezonden producties 1 t/m 13
  • de aanvullende producties 11 t/m 13 van [eiseres]
  • de mondelinge behandeling van 16 april 2018 waarbij [naam] (weliswaar zonder volmacht) voor [eiseres] is verschenen en voormelde gemachtigden hun standpunten nader hebben toegelicht en hebben gepleit overeenkomstig de door hen overgelegde pleitnota het proces-verbaal van de mondelinge behandeling.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De vordering

2.1.
[eiseres] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
  • primair, Tekla te veroordelen om binnen 40 dagen na betekening van dit vonnis de gebreken te herstellen, te weten de luchtbehandelingsinstallatie zodanig te (laten) functioneren dat deze weer volledig en naar behoren werkt en zodat er weer volledig gebruik gemaakt kan worden van de luchtinstallatie door [eiseres] hetgeen bevestigd dient te worden door middel van een gereed melding van PKB, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per dag dat zij dit niet tijdig heeft gedaan, met een maximum van € 100.000,00
  • subsidiair, [eiseres] te machtigen om namens Tekla PKB opdracht te geven om de luchtbehandelingsinstallatie volledig te inspecteren, naar eigen inzicht onderdelen te laten repareren of vervangen door PKB, onderdelen te laten monteren en de installatie af te laten regelen zodat die installatie deugdelijk werkend door PKB aan [eiseres] wordt opgeleverd en [eiseres] te machtigen om alle daarmee gemoeide kosten te verrekenen met de aan Tekla verschuldigde huur
  • veroordeling van Tekla tot betaling van de proces- en nakosten.
2.2.
[eiseres] stelt daartoe dat zij sinds 2005 op basis van een huurovereenkomst met Tekla bedrijfsruimte staande en gelegen aan de [adres] te [vestigingsplaats] tegen een huurprijs van in totaal € 24.737,31 per maand (exclusief btw) van Tekla huurt en dat ingevolge artikel 2.1. van de huurovereenkomst de ‘Algemene bepalingen huurovereenkomst kantoorruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW’ (hierna: de algemene bepalingen) van toepassing zijn.
Er is sprake van ernstige gebreken aan het gehuurde, die bestaan uit problemen met de aansluitingen van luchtbehandelingsinstallatie op de koelunit waardoor de temperatuur in het gehuurde onvoldoende te reguleren is. [eiseres] verwijst ter onderbouwing daarvan naar productie 3 bij dagvaarding waaruit volgt dat op een bepaald moment de binnentemperatuur 30,8 graden Celsius was, terwijl op die dag (23 februari 2018) de buitentemperatuur rond het vriespunt lag. Tekla heeft weliswaar op 2 oktober 2017 een nieuwe koelunit laten plaatsen maar weigert ondanks verzoeken daartoe de luchtbehandelingsinstallatie (de luchtbehandelingskast) op onderdelen te herstellen dan wel te vernieuwen.
Zo is onder meer de luchtbehandelingskast niet meer lucht dicht en de afdekplaat van de verdamper verroest waardoor de gekoelde lucht uit de koelunit niet de luchtbehandelingskast- en installatie instroomt en daarmee niet de werkruimten in het gehuurde, maar in de buitenlucht. Vooralsnog bedragen de kosten van herstel € 500,00.Verder reageren de kleppen van de toevoer niet en zijn de afzuigingsventielen van de installatie - die ongeveer 40 jaar oud zijn - niet op de koelunit afgesteld.
Er dient eerst een inventarisatie van de werkzaamheden plaats te vinden. De daarmee gepaard gaande kosten zijn begroot op € 1.000,00. Aangezien de koelunit onderdeel van het vernieuwen van de luchtbehandelingsinstallatie is, is sprake van het vernieuwen van een aan het gehuurde behorende installatie en komen voormelde kosten van inventarisatie en vervanging dan wel vernieuwing op grond van het bepaalde in artikel 13.3. van de algemene voorwaarden voor rekening van Tekla, aldus [eiseres] .
Tekla weigert echter om enig herstel of vernieuwingswerkzaamheden uit te voeren of contact op te nemen met PKB (de firma die de koelunit heeft geplaatst). De situatie (de hoge temperatuur) wordt naar de mening van [eiseres] inmiddels onhoudbaar, zodat zij een spoedeisend belang bij haar vordering heeft.
2.3.
Tekla heeft verweer gevoerd.
2.4.
Op de stellingen van partijen zal hierna - voor zover relevant - nader worden ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
De vraag of [eiseres] voldoende spoedeisend belang heeft bij haar gevraagde voorzieningen dient te worden beantwoord aan de hand van de afweging van de belangen van partijen, beoordeeld naar de toestand ten tijde van de uitspraak. Voorts geldt dat voor een toewijzing van een veroordeling dan wel machtiging in kort geding slechts plaats is als het bestaan en de omvang van de vorderingen in hoge mate aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist.
3.2.
Tekla betwist nadrukkelijk het door [eiseres] gestelde spoedeisend belang en voert daartoe aan dat er een onderscheid dient te worden gemaakt tussen de koelunit en de luchtbehandelingsinstallatie. [eiseres] heeft in ieder geval sinds 2015 geen onderhoudscontract voor de luchtbehandelingsinstallatie afgesloten of anderszins onderhoud aan de luchtbehandelingsinstallatie laten verrichten terwijl [eiseres] dat wel met haar bij de huurovereenkomst is overeengekomen (artikel 13.1-13.4):

Huurder verplicht zich alle onderhoud en voorgeschreven inspecties en keuringen uit te voeren ten behoeve van liftinstallatie, verwarmingsinstallatie en luchtbehandelingsinstallatie. Reparaties zijn voor rekening van huurder voorzover deze door huurder zijn veroorzaakt. De uit te voeren reparaties hebben de uitdrukkelijke schriftelijke goedkeuring van verhuurder nodig”
Er zal naar de mening van Tekla door [eiseres] toch eerst onderzocht moeten worden wat er eventueel aan de luchtbehandelingsinstallatie vervangen dan wel vernieuwd dient te worden voordat beoordeeld kan worden voor wiens rekening dat dan dient te komen. Tekla verwijst daarbij naar het bepaalde bij artikel 13.3 van de algemene bepalingen

Voor rekening van verhuurder zijn de kosten van: (…) c. vervanging van onderdelen en vernieuwing van tot het gehuurde behorende installaties;
De onder a t/m d genoemde werkzaamheden zijn voor rekening van verhuurder, tenzij het werkzaamheden betreft die moeten worden beschouwd als kleine herstellingen waaronder begrepen gering en dagelijks onderhoud in de zin van de wet dan wel werkzaamheden aan zaken die niet door of vanwege verhuurder in, op of aan het gehuurde zijn aangebracht”.
De kosten van de werkzaamheden aan de luchtbehandelingskast en de noodzakelijke inspectiewerkzaamheden zoals weergegeven in de e-mail van [eiseres] van 13 maart 2018, vormen de daadwerkelijke inzet van deze procedure. Tekla is zonder meer bereid aan een eventueel op haar rustende plicht tot herstel en/of vervanging te voldoen, doch tot op dit moment blijft volstrekt onduidelijk wat er precies dient te gebeuren. De relatief geringe kosten van een inspectie komen voor rekening van [eiseres] . Op grond van de bevindingen na deze inspectie kan vrij snel afgekaart worden welke werkzaamheden aan de luchtbehandelingsinstallatie voor rekening van [eiseres] als huurder komen en welke voor Tekla als verhuurder, aldus Tekla
3.3.
Vast staat dat Tekla op 2 oktober 2017 een nieuwe koelunit heeft laten plaatsen ten behoeve het gehuurde, dat deze werkt en dat deze door PKB aan [eiseres] is opgeleverd. Uit de verklaringen van dhr. [naam] ter mondelinge behandeling en de inhoud van producties 11 t/m 13 (de werkrapporten van 2011, 2012 en 2013 van het door [eiseres] ingeschakelde bedrijf GEA) staat verder vast dat de luchtbehandelingsinstallatie eerder in slechte staat verkeerde, dat het bij de oude koelinstallatie gebruikte koude middel R22 na 2014 niet meer gebruikt mocht worden, dat de installatie aanvang 2014 buiten gebruik is gesteld en dat [eiseres] sinds 2006 doch in ieder geval sinds 2015 geen onderhoudscontract voor de luchtbehandelingsinstallatie heeft afgesloten.
Contractueel was en is [eiseres] gehouden een onderhoudscontract voor de luchtbehandelingsinstallatie te sluiten. [eiseres] heeft daar in 2015 wel over onderhandeld, blijkens de stukken, maar vond de kosten kennelijk te hoog.
Met Tekla is de voorzieningenrechter van oordeel dat het ontbreken van een dergelijk onderhoudscontract maakt dat Tekla terecht de vraag mag opwerpen voor wiens rekening het herstel van de luchtbehandelingskast moet komen, alsook de kosten van inspectie van het luchtbehandelingskanaal. Eerst na een dergelijke inspectie kan een beeld worden gevormd ten aanzien van de oorzaken van het niet (volledig) functioneren van de luchtbehandelingsinstallatie en daarmee de vraag worden beantwoord voor wiens rekening de kosten van herstel en eventueel vervanging dienen te komen. Het is te prematuur om dit zonder meer volledig voor rekening van Tekla als verhuurder te laten komen.
Door het niet voldoen aan het bepaalde in art. 13.1-13.4 van de huurovereenkomst is het door [eiseres] gestelde spoedeisende belang mogelijk door haar zelf veroorzaakt. Daarbij komt dat de onderhavige procedure zich niet leent voor bewijslevering en valt niet op voorhand vast te stellen wie het gelijk aan haar zijde heeft. Dat leidt er toe dat zowel de vorderingen van [eiseres] als de vordering van Tekla, om [eiseres] op grond van het bepaalde in art. 237 Rv te veroordelen tot betaling van de werkelijk gemaakte proceskosten te vermeerderen met rente en nakosten, zullen worden afgewezen.
3.4.
Met inachtneming van het vorenoverwogene zal [eiseres] , als de in het ongelijk gestelde partij in de reguliere proceskosten worden veroordeeld, aan de zijde van Tekla tot aan dit vonnis ontstaan en tot op heden begroot op € 600,00. De nakosten zullen worden toegewezen als nader in het dictum is bepaald.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de vorderingen af,
4.2.
veroordeelt [eiseres] in de aan de zijde van Tekla gevallen proceskosten, welke worden begroot op € 600,00,
4.3.
veroordeelt [eiseres] , onder de voorwaarde dat zij niet binnen 2 weken na aanschrijving door Tekla volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op
€ 100,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis,
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en is in het openbaar uitgesproken.
Type: YT