ECLI:NL:RBLIM:2018:3715
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verstekzaak loonvordering in verzoekschriftprocedure
Op 18 april 2018 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een beschikking gegeven in een verstekzaak betreffende een loonvordering. De verzoeker, die sinds 1 augustus 2013 in dienst was bij Jan Linders BV als filiaal/teamleider, had een verzoekschrift ingediend na een ontslag op staande voet op 20 december 2017. De ontslagbrief noemde verschillende gronden voor het ontslag, maar de verzoeker betwistte deze gronden gemotiveerd. De procedure begon met de indiening van het verzoekschrift op 16 februari 2018, gevolgd door een mondelinge behandeling op 17 april 2018. Jan Linders BV was niet verschenen in de procedure, waardoor het verzoek van de verzoeker onweersproken bleef.
De rechtbank oordeelde dat het verzoek niet onrechtmatig of ongegrond was en heeft het verzoek toegewezen, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke kosten, die niet onderbouwd waren. De rechtbank heeft Jan Linders veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding van € 6.000,00, een bedrag van € 1.500,00 bruto als loon, en een transitievergoeding van € 2.200,00 bruto. Daarnaast moest Jan Linders deugdelijke loonspecificaties verstrekken, met een dwangsom van € 100,00 per dag bij niet-naleving. De proceskosten aan de zijde van de verzoeker werden begroot op € 479,00, te vermeerderen met wettelijke rente. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.